Disconummers als Kiss Me Again uit 1978 worden gewoonweg niet meer gemaakt. Het discotijdperk is ook al een tijdje achter ons, en dancemuziek in algemene zin is op onnavolgbare wijze verder geëvolueerd. Toch heeft Kiss Me Again ook nog naar de huidige maatstaven een maffe, wezenloze power en weet het nog steeds te imponeren.
Het was je wellicht al wat opgevallen, qua genre is disco niet iets waar hier op Ondergewaardeerde Liedjes vaak over wordt geschreven. En ook in de Snob 2000 kom je slechts een beperkt aantal pure disconummers tegen. Het zijn andere tijden; eind jaren ‘70 was disco uitermate populair en werd het behoorlijk mainstream. Zelfs The Bee Gees konden niet achterblijven. Maar verder in de jaren ‘80, en toen ook nog eens techno en house meer kwamen opzetten, werd er steeds minder pure, traditionele discomuziek gemaakt. Uiteraard hoor je de invloeden nog, zelfs in de huidige muziek, maar als er al liefde is voor het genre heden ten dage is het toch enigszins van nostalgische aard. Maar als je daarom beweert dat disco dus niet meer urgent kan klinken, dan is buiten onder andere Kiss Me Again gerekend.
Twee disco-helden uit New York hebben dit nummer geschreven en geproduceerd: Arthur Russell en Nicky Siano. Russell overleed in 1992 en was cellist, producer, componist, en zanger. Siano is vooral bekend als dj, die al op zeer jonge leeftijd met zijn turntable-skills grote indruk wist te maken. Hij draaide in de befaamde club The Garage, alwaar Frankie Knuckles en Larry Levan nauwgezet zijn moves observeerden om daar zoveel mogelijk van te leren. Siano is een ware legende dus. Maar ook Russell wordt door kenners en liefhebbers op handen gedragen. Zijn muziek-transformerende creativiteit stelde hem in staat ware toekomstmuziek te maken. Uiteindelijk heeft hij dan ook zoveel meer gemaakt dan alleen disco. We schreven hier en hier al eerder over Arthur Russell en over zijn andere disco-project Loose Joints.
Kiss Me Again kent net als veel andere dansvloer-classics verschillende versies. Oorspronkelijk is het een 12 inch. Met op de A-kant een versie van 13 minuten en 5 seconden, en op de B-kant een afwijkende versie – maar minstens zo lekker – van 12 minuten en 46 seconden. Ondanks de lengte verslapt het nummer geen moment, je wordt meegesleurd in een goddelijke cadans. En er zijn ook zoveel elementen om van te houden! Bijvoorbeeld de swingende cello van componist/producer Arthur Russell zelf, en de krachtige zang van Myriam Valle. En dat lekkere, funky krassende gitaartje, die sound is zo herkenbaar! Want ja, daar hoor je dus niemand minder dan David Byrne die helemaal los aan het gaan is. Het enthousiasme spat er vanaf. En het werkt nog steeds aanstekelijk. Disco is niet dood: na vijfenveertig jaar zit er totaal nog geen sleet op dit nummer. Om te zoenen werkelijk! Steeds maar weer opnieuw.