Tegenwoordig is het toch behoorlijk makkelijk om aan muziek te komen. Spotify, Tidal, YouTube. Als je in de stad of onder een TV-programma iets hoort, pak je je Shazam erbij. Alle muziek ligt aan je voeten. Dat was – uiteraard – ooit anders. Vroeger werd je muzieksmaak toch een beetje bepaald door de radio (vooral voor de horizontale indeling: de KRO op zondag, VARA op dinsdag, VPRO op woensdag en Veronica op de vrijdag) of via doorverwijzingen van vrienden. Zo kom het ook gebeuren dat je met sommige muziek net niet in aanraking kwam. Ook al werd muziek je aangeraden, dan nog was het actief ernaar zoeken soms toch teveel moeite. In mijn geval: kostte het meteen geld bij Tommy, de vermaarde CD-winkel in Tilburg, en die had ik er dan ook niet altijd voor over.
Zo is Shoegaze altijd een beetje aan mij voorbij gegaan. Tegen de tijd dat ik gek werd van alternatieve muziek was de grootste piek ook al wel een beetje geweest. Ik had in 1991 mijn handen meer dan vol aan de grunge zodat Loveless van My Bloody Valentine aan mij voorbij ging. Alles wat nog daarvóór was, was al helemaal terra incognita. In de OOR, op VPRO, kwam nog wel eens een verwijzing naar The Jesus & Mary Chain voorbij, waarvan de twee grote platen in 1985 (Psychocandy) en 1987 (Darklands) uitkwamen. De naam The Jesus & Mary Chain intrigeerde maar dat was onvoldoende om daar in te duiken.
Bij mij ging de kennismaking met The Jesus & Mary Chain andersom: via een cover. Chris Whitley; wat was ik in de jaren ’90 gek van zijn muziek. Living With The Law had nog wel enige bekendheid opgeleverd dus volledig onbekend was hij niet. Zijn tweede plaat Din Of Extacy was zo’n grote stijlbreuk, dat die veel liefhebbers van Whitley hebben vervreemd. Mij niet, ik was gek op deze plaat (ik heb daar al eerder over geschreven). Elektronisch wat voor Whitley ongewoon was. Venijnig. Hard. Op 2/3de van de plaat had Whitley met Some Candy Talking wat gas terug genomen. Althans, aanvankelijk wat slepend maar aan het einde wanhopig schreeuwend I want candy, I want candy, I want stuff.
Dat dit een cover was, wist ik destijds niet. Ik kwam daar pas achter toen The Jesus & Mary Chain was geprogrammeerd op Best Kept Secret Festival 2015. Het was voor mij aanleiding om – eindelijk – Spotify ervoor open te gooien. Opeens kwam Some Candy Talking voorbij, vervreemdend, bezwerend. Een liedje over de roes van drugsgebruik, dat was voor mij wel duidelijk. De sfeer die The Jesus & Mary Chain er mee wilde oproepen, kon ik in dat licht wel plaatsen (alhoewel ik nooit drugs heb gebruikt). Maar zeker voor mij was het een rare ervaring. Ik had het liedje nog nooit gehoord maar kon de tekst volledig meezingen. Dat is vreemd dacht ik nog. En zo kwam ik weer terug bij de cover van Whitley. Whitley heeft het nummer echt het zijne gemaakt. Hij spuugt de tekst er uit alsof hij ze zelf ooit heeft bedacht. Bij hem wordt het opeens een liedje over de zelfrand van drugsgebruik, over afkickverschijnselen waar hij aan wil ontsnappen door weer opnieuw te gebruiken. Zelfde tekst, andere muziek en opeens totaal andere betekenis.
Bij covers is toch altijd een beetje de vraag: is het beter (All Along The Watchtower), overbodig (Africa van Weezer) of in ieder geval voldoende eigen (Higher Ground). De twee versies van Some Candy Talking vertellen beiden een ander verhaal waardoor de cover mooi naast het origineel staat.
Foto: MattysFlicks
Wauw, ik ben dus wel van de Psychocandy-generatie, die plaat werd in ’85 behoorlijk gepusht door Bram en Fons van VPRO’s Wilde Wereld, maar deze versie kende ik niet. Ik was inderdaad Whitley na Living with te Law al snel weer uit het oog (oor) verloren, ten onrechte, zo blijkt. Wat is dit mooi, heftig, dank voor het onder de aandacht brengen.