Arctic Monkeys zijn terug. Net als de rest van de muzikale wereld namen ze een verplichte corona-pauze. Maar deze zomer speelden ze de grootste festivals, gaan ze op tournee én er komt een nieuw album. 21 Oktober 2022 is het zo ver: de opvolger van Tranquiility Base Hotel & Casino gaat The Car heten.

Over Arctic Monkeys is pas een keer op deze site geblogd, wat eigenlijk vreemd is. Het is een band die wel langskomt op de mainstreamradio, maar niet perse tot de Top 2000 regionen doordringt, waar je de band inmiddels vanwege hun populariteit toch wel terug zou mogen vinden. Tot het nieuwe album op 21 oktober is er nog genoeg te luisteren, te beginnen met de nummers uit deze battle. In deze battle vinden we dan ook veel ‘oudere’ nummers terug, máár ook het nieuwe werk komt terug. Gaan de fans deze nieuwe fase dan toch massaal omarmen? We gaan het zien. Veel lees- en luisterplezier gewenst!

Keuze Joop Broekman: The View From The Afternoon (2006)

Matt Helder’s drumgeweld

Tsja, het album AM trok ik nog net van de heren. Opener Do I Wanna Know beloofde nog veel goeds, maar gaandeweg kakte het niveau in. Als de volgende plaat dan maar weer ouderwets stuiteren wordt, dacht ik nog. Helaas, Tranquility Base Hotel & Casino vond en vind ik een valiumplaat van jewelste. En nieuwe single There’d Better Be A Mirrorball is wat mij betreft het volgende saaie dieptepunt.

Dat Alex Turner op het podium de laatste jaren nogal graag een soort Elvis Presley-kloon uithangt op het podium, vind ik meer dan storend. Ik denk dat het niet meer goed komt. Misschien komt het ook omdat ik de band live zag tijdens hun Favourite Worst Nightmare tour. De sound en ideeën van het eerste album waren nog verder uitgewerkt en zelfs geperfectioneerd. Komt het omdat er toen nog wat meer gerockt werd door de heren? Luister maar eens naar de geïsoleerde drumpartijen van Matt Helder op The View From The Afternoon. Zoiets briljants ga je nooit meer van ze horen. En in dit tempo. Het speelse en onstuimige was er al snel af, een ontmoeting met Josh Homme deed de rest. Dat heet ontwikkeling. Als muziekliefhebber zie je zoiets, je beoordeelt het en dan bepaal je voor jezelf of het lekker vindt. Of niet.

Terugkijkend heb ik het viertal uit Sheffield drie albums lang het voordeel van de twijfel gegeven. Best lang. En dan moet je eerlijk zijn, net als in een relatie. Kappen. De herinneringen aan de fijne tijd koesteren.

Keuze Erwin Tijms: A Certain Romance (2006)

De warme liefde voor een industriestad

De hype rondom het debuutalbum van Arctic Monkeys, Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not, was flink, zo begin 2006. Uiteraard was er al wat materiaal uitgelekt via Internet. En de nummers die ze al uitgebracht hadden, waren zo goed dat iedereen benieuwd was naar de plaat. Die viel gelukkig niet tegen. Ik kan me nog herinneren dat ik daags na de release op een feestje van een vriend was en hij direct met het album aan kwam zetten. Bleek dat we allemaal al dagen continu het album beluisterden en ieder zo zijn favoriete nummer had. Die plaat stond toen dus wel een tijdje op.

Het was en is nog steeds een fantastische plaat. Puntige maar ook rammelende muziek, met ronduit briljante teksten. De kracht zit voor mij in het verhalende ervan: er zijn maar weinig songwriters zo goed in staat om een situatie en personages tot leven te brengen als Alex Turner. Of het nu jongens zijn die met de politie te maken krijgen in Riot Van

Up rolls a riot van
And sparks excitement in the boys
But the policemen look annoyed
Perhaps these are ones they should avoid

of de magistrale, humoristische beschrijving van een dubieus type in When The Sun Goes Down

What a scummy man
Just give him half a chance
I bet he’ll rob you if he can
Can see it in his eyes, yeah
That he’s got a driving ban
Amongst some other offences

Je kan je er meteen iets of iemand bij voorstellen. De afsluiter van de plaat is A Certain Romance. Een langer nummer, want de band heeft nog het een en ander uit te leggen over of goed te maken met al die personages en wil ook muzikaal laten zien wat ze in huis hebben. Het nummer schijnt door de jaren heen een heus anthem te zijn geworden in het Verenigd Koninkrijk en als mede-inwoner van een industrieel gebied kan ik me daar wel wat bij voorstellen. Want Arctic Monkeys komt uit het industriële noorden van Engeland. Sheffield, om precies te zijn. En dat is een net andere wereld dan het rijkere en als hipper bekend staande zuiden. Een plek met weinig romantiek, zo bezingt Turner zelf.

Well, oh, they might wear classic Reeboks
Or knackered Converse
Or tracky bottoms tucked in socks
But all of that’s what the point is not
The point’s that there ain’t no romance around there

Ik stel me dan zo voor dat Arctic Monkeys ook geregeld in een hoofdstad tegenover mensen stonden die fysiek een stapje achteruit deden toen ze hoorden waar hun gesprekspartner vandaan kwam. Of mompelden van “o ja, dat kan ook”. Maar ja, ook zij houden van de plek waar ze vandaan komen en zijn blijven plakken. Hoeveel er ook op aan te merken is, hoe a-romantisch die plek misschien ook is in de ogen van anderen en hoeveel uitdagingen er ook zijn. Daar vertrekken? Nee, natuurlijk niet. Je familie woont er,  je vrienden, je kent er alles en iedereen. En uiteindelijk heeft die industriestad toch een zekere charme.

But I said no, oh no
Well, you won’t get me to go
Not anywhere, not anywhere
No, I won’t go, oh no no

Well, over there, there’s friends of mine
What can I say? I’ve known ’em for a long long time
And, yeah, they might overstep the line
But you just cannot get angry in the same way

Keuze Halbe Kroes: Balaclava (2007)

Sweets and sweats

Er zijn mensen die zich afvragen waarom in vredesnaam Alex Turner een nummer heeft geschreven over het mierzoete gebak wat voornamelijk gegeten wordt als dessert en zeker ook tijdens en aan het eind van de Ramadan, de vastenperiode vanuit de moslimgemeenschap. Ondanks dat deze lekkernij overheerlijk is en wellicht een liedje waardig is, gaat het hier dus niet over. Deze zoetigheid heet Baklava. Filodeeg, roomboter, suiker en pistache zijn de instrumenten die hier gehanteerd worden. Klinkt als een prachtige symfonie, tot je de tekst hoort van het nummer. 

Are you pulling her from a burning building
Or throwing her to the sharks?
Can only hope that the ending is a pleasurable as the start
The confidence is the balaclava

Als 20-jarige kan leven in een anonieme situatie best prettig zijn. Je hebt net de puberteit overleeft en deze fase kenmerkt zich door het moeten opboksen tegen een stoerdere omgeving gepaard met een zeker gevoel van onzekerheid. Om dan daarna in rustiger vaarwater terecht te komen.  Ontdekken van een eventueel werkend leven en weer even in die anonimiteit te geraken door niet altijd te moeten vechten voor het creëren van je identiteit. En mee te deinen in de structuur van je baan en dagelijkse leven. Maar ook een tijd die gaat om keuzes maken die gevolgen hebben voor de het pad van de rest van je leven of die van de liefde. Tenminste, zo verging het mij. 

Alex Turner leefde in 2006 niet echt in die anonimiteit. Sterker nog, de eerste plaat met de band was een succes. De tweede was onderweg. Veel op reis, lange tournee, veel aandacht voor hem en de band. Dit zorgde voor het opzoeken van anonieme onderonsjes met willekeurige dames. De tekst laat in het midden of dit volledig berust op de waarheid, maar iemand van 20 in deze positie zal zeker het aanbod hebben gehad. Waar bij mij persoonlijk de balaclava af is gegaan en er meer zoetheid in het leven is gekomen, daar heeft de zanger na vele relaties nog steeds zweetdruppels om te kiezen over hoe zijn liefdesleven eruit moet zien.

You knew that it’d be trouble
Right before the very first kiss
Quiet, unassuming
But you heard that they were the naughtiest

Keuze Bob Jongeneel: 505 (2007)

Keuzestress

Arctic Monkeys zijn een bijzondere band. Een band die niet pers grote Top 40-hits heeft, maar wél veel populariteit geniet. Al vanaf hun eerste album in 2006. Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not. De single I Bet You Look Good On The Dancefloor is een klassieker geworden en komt misschien hard binnen, maar hangt aan elkaar van subtiele akkoordjes en mooie teksten. De eerste albums kwamen steeds als raketten binnen. Favourite Worst Nightmare en Humbug zijn alom geprezen en de band kreeg met grote stadionconcerten ook live de liefhebbers aan het genieten door af en toe uit te pakken met aparte versies van hun nummers. 

Suck It And See was een tegenvaller, maar in 2013 sloeg de band keihard terug met hun succesvolste album sinds het debuut in 2006. AM brak alle records en staat vol met inmiddels legendarische nummers als Do I Wanna Know en R U Mine. Ook deze doen het live geweldig. De Do I Wanna Know versie van afgelopen Lowlands was het (misschien spaarzame) hoogtepunt van het optreden.

Tranquility Base in 2017 is de, langverwachte, opvolger van AM maar een duidelijke trendbreuk. Alex heeft leren pianospelen, de nummers worden daar duidelijk door beïnvloed. De muziek is trager, heeft wat meer diepte en niet alle fans zijn blij met deze nieuwe ingeslagen weg. Maar ook op Tranquility Base is de kwaliteit van de band onmiskenbaar te horen. Het is een band van wereldformaat met geweldige muzikanten. Mirrorball en The Car lijken door te gaan op de weg van Tranquility Base. Dat zullen niet alle fans van het eerste uur fijn vinden, maar een band maakt nu eenmaal ontwikkelingen door.

Maar terug naar mijn kennismaking: ik leerde Arctic Monkeys pas kennen nadat ik van een goede vriendin een lijstje Arctic Monkeys-nummers kreeg, want zij was wel fan. 505 stond daar tussen en sindsdien ben ik ook fan geworden. En 505 is een geweldig nummer. Het heeft precies wat ik zoek in een nummer, mooie gitaren, stevige drums en een fraaie tekst. Live is ie altijd raak. De opbouw in 505 is heerlijk, het duurt even en het gaat helemaal los op het einde. Genieten! Ondergewaardeerd is ie eigenlijk alleen nog maar in hoge mainstream muzieklijsten. Geen Top 2000, geen Top 40, maar wel op de 6de plek in de onvolprezen Snob 2000. Terecht, want bij de fans is het een groot gewaardeerd nummer. En terecht.

Keuze Tricky Dicky: I Wanna Be Yours (2013)

Vleesch noch visch

Soms is een voornemen een last, want ik wilde niet over Arctic Monkeys struikelen en mijn ‘winning streak’ van acht jaar onafgebroken bijdragen aan alle battles doorbreken. Ik vind de poolapen namelijk vreselijk overgewaardeerd en er is geen liedje dat gevoelsmatig (voor mij) boven de grauwe brei uitsteekt. En geloof me, ik heb het geprobeerd. Na zo’n dertig liedjes beluisteren heb ik het gevoel murw geslagen te zijn. Afijn, ik heb maar gekozen voor I Wanna Be Yours. Niet omdat Arctic Monkeys het geweldig vertolken, maar omdat het gebaseerd is op een gedicht van de door mij gewaardeerde (en in het algemeen ondergewaardeerde) John Cooper Clarke waarin hij via metaforen de liefde voor een ander persoon beschrijft.

Let me be your vacuum cleaner
Breathing in your dust
Let me be your Ford Cortina
I will never rust

John Cooper Clarke is een ‘performance artist’, voortgekomen uit de punkbeweging. Razend mooie dingen heeft hij gemaakt: luister maar eens naar Beasley Street dat hem een optreden in het legendarische muziekprogramma The Old Grey Whistle Test opleverde. Met Gimmix! (Play Loud) had hij zelfs in 1979 een Top 40 hit in Engeland. Niet dat de man kan zingen. Absoluut niet, maar zijn voordracht (op muziek) met dat typische accent maakt het tot een interessant geheel. Hij heeft dezelfde festivals gestaan als (en met) Sex Pistols, The Fall, Joy Division, Buzzcocks, Siouxsie & The Banshees, Elvis Costello, Rockpile en New Order. Hij staat dus daar zijn mannetje. Afijn, de originele versie van JCC is hier te beluisteren. Doen, hoor!

De adaptie van het gedicht I Wanna Be Yours door Arctic Monkeys is redelijk; erg poppy, maar is tot een kinderwijsje verworden met een flirt naar Prince (maar die zou er iets spectaculairs van gemaakt hebben). Ik zag op YouTube ook een live-uitvoering en daar zongen ze het niet alleen bijzonder matig (soms tegen vals aan), maar is het volledig van elke emotie ontdaan. Het is dat dit een Arctic Monkeys-battle is, want ik zou anders de uitvoering van John Cooper Clarke voordragen.

Keuze Remco Smith: There’d Better Be A Mirrorball (2022)

Listen without prejudice

Eigenlijk was ik van plan een soort van requiem te schrijven over Alex Turner. Een verhaal dat neer kwam op: waar is het talent van Turner eigenlijk naar toe gegaan? Waar heeft hij zijn mojo verloren, ergens tussen 2006 en nu?

I Bet That You Look Good On The Dancefloor is één van de beste liedjes van de jaren nul. Witty, scherp, geweldig refrein. Opeens was Turner de toekomst van de Brits muziek. Hij leek er zelf van te schrikken, murmelde Don’t believe the hype tijdens BBC Top of the Pops. Whatever People Say I Am…. (2006) was voor mij wat onevenwichtig. Het was in die tijd niet de eerste plaat die ik uit de CD-kast trok. Arctic Monkeys bevestigde haar plek in de Britse muziek door de tweedeling Favourite Worst Nightmare, die mij beter beviel.

Weer een jaar later kwam Turner ook nog eens met zijn zijproject The Last Shadow Puppets, samen met Miles Kane. Twee jaar en drie maanden en drie platen. Ongekend, binnen zo’n korte tijd drie zulke knappe strakke platen. Met gigantisch veel goede liedjes. Daarna raakte ik de interesse in Arctic Monkeys een beetje kwijt. Dat lag een beetje aan mij maar dat lag ook wel een beetje aan Alex Turner. Bij eerste beluistering waren de liedjes net wat minder pakkend, net wat minder scherp dan op die eerste drie platen (inclusief The Last Shadow Puppets). Je moest er opeens meer moeite voor doen en in tijden van overvloed op Spotify had ik mijn interesse in andere muziek. Tranquility Base Hotel & Casino: Turner als crooner was toch wat… ehm tja, apart. Bij Best Kept Secret in 2018 kwam het er ook niet helemaal lekker uit, het publiek veerde duidelijk op bij liedjes van de eerdere platen. Was Turner zijn brille een beetje kwijt?

Op 30 augustus 2022 kwam There’d Better Be A Mirrorball uit, de eerste single van de te verwachten plaat The Car. Geen energieke muziek. Geen liedje om op te springen. Maar laten we wel wezen: Turner is ook al weer 36. Bij The Peppers stoor ik mij er juist aan dat mannen van zestig nog in blote buik springen alsof ze nooit ouder dan 18 zijn geworden. Turner maakt muziek voor bij zijn leeftijd, beetje ouwelijk misschien. Maar dat was hij misschien eigenlijk altijd al (toen The Age of The Understatement van The Last Shadow Puppets uit kwam, geïnspireerd door onder meer Scott Walker, was Turner 22. Op zijn 22ste!). Dus laten we deze single gewoon beluisteren ‘without prejudice’, zoals George Michael zou zeggen. Dan blijft een mooi meanderend liedje over. Zwierig, elegant, bedachtzaam. Van een man die misschien wat ouder is dan zijn leeftijd doet vermoeden, maar die nog steeds de gave heeft hele fraaie liedjes te maken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.