Het komt niet vaak voor, van een band die je amper kent meteen een livealbum kopen, maar mij overkwam het met Built To Spill, het Indie trio/kwartet rond Doug Martsch uit Boise, Idaho. Het was op dat moment de enige Built To Spill-plaat die in de bakken stond, dus die maar genomen en echt, geen moment spijt gehad. Martsch is het enige vaste lid van de band en eigenlijk is Built To Spill Doug Martsch, aangevuld met een bassist en een drummer en, niet altijd, een tweede gitarist. Hij heeft ooit gezegd dat hij bij elk nieuw album het liefst een nieuwe band wil, nieuwe, andere begeleiders. Dan weet je wat je wil. Bovendien ben je ook allesbepalend voor het bandgeluid, ook wanneer dat verandert door nieuwe begeleiders.
Toch, of misschien juist daarom houdt Built To Spill het al dertig jaar vol. Doug dan. De anderen komen en gaan. Het begon allemaal in ’92 nadat Martsch klaar was met Treepeople en z’n eigen ding ging doen én dus nog steeds doet, al was hij de eerste jaren een stuk productiever. Built to Spill maakt in de eerste plaats compacte indie songs maar stort zich net zo makkelijk als een horde lemmingen in uitgesponnen stukken met veel ruimte voor overstuurd gitaargeweld. Zo wordt Cortez The Killer van Neil Young – in diens uitvoering met Crazy Horse op Zuma 7:31 minuut – door Doug en consorten opgerekt tot 20:30 minuut, en het verveelt geen moment. Sterker: waarom stoppen ze er eigenlijk al mee? Opvallend ook is de zang, met dezelfde wat onzuiver zeurende klankkleur als Neil.
Verkocht na de aanschaf van dat live-album moest er natuurlijk meer komen, waaronder Ancient Melodies Of The Future, met wat meer puntiger liedjes. In dertig jaar tijd zijn ze dit jaar toe aan hun elfde album. De voorlaatste plaat uit 2020 staat vol met songs van Daniël Johnston, van wie zij al in ’94 de hymne Some Things Last A Long Time opnamen. Die opname leidde ertoe dat Built To Spill in 2017 werd uitgenodigd Johnston te begeleiden op zijn, naar later bleek, laatste tour, wat weer de aanleiding was voor Built To Spill Plays Daniel Jonhnston. Hier blijven ze, in tegenstelling tot Some Things, netjes binnen de lijntjes die muzikant/illustrator Johnston ondanks zijn bipolaire stoornis zo mooi had uitgezet.
Gevraagd naar zijn relatie met oud-bandleden, heeft Martsch ooit gezegd dat hij zich niet echt aan iemand hecht, om eerlijk te zijn. Hij mag ze en hoopt dat het wederzijds is, maar daar houdt het wel mee op. Aardig, maar vervangbaar dus. In die zin lijkt The Plan exemplarisch voor Martsch’ gedrag:
The plan keeps coming up again
And the plan means nothing stays the same
Zijn plan komt en gaat en niets blijft hetzelfde. Alleen Doug Martsch zelf en – ondanks het verslijten van meerdere bandleden in de loop der jaren – de onbegrijpelijke onderwaardering van Built To Spill.