Tijdens mijn studie geschiedenis leerde ik hem kennen: de ultieme muzieksnob. Zo een die via obscure (post)punk en cultgroepen uit de 60’s was aanbeland bij ‘wereldmuziek’. Dat mocht je eigenlijk niet zo noemen; het deed te veel denken aan volk dat iedere zaterdagochtend met een chagrijnig smoelwerk goudeerlijke en ultragezonde boodschappen deed bij de wereldwinkel. Een verfoeilijke term als ‘wereldmuziek’ doet geen recht aan de toch wel brede lading die dat zou moeten dekken: van inventieve Braziliaanse popmuziek uit het tijdperk van Tropicália tot de Ethiopische jazz van muzikanten die speelden aan het hof van Haile Selassie, om maar eens twee dwarsstraten te noemen. Indertijd maakten wij er flauwe grappen over: hé Jaïr, heb je nog iets met Polynesische waterdrums of een Gamelan-solo? Maar eerlijk is eerlijk: zonder hem zou ik nooit het fenomenale repertoire van Jorge Ben of Mulatu Astatke in mijn hart (en collectie) gesloten hebben.
Bovenstaande dient puur ter introductie van mijn eigen wereldmuziek-momentje, al speelt zich dat een stuk dichter bij huis af: afgelopen jaar raakte ik verslingerd aan de Poolse, psychedelische jazzrock van Dżamble (spreek uit: jum-bleh). Daar mag je best even bij fronsen. Hoewel ik graag een moppie jazz (hard bop!) uit de goeie oude Blue Note-tijd mag draaien, ga ik voor jazzrock liever een blokje om. Het psychedelische maakt bij deze Poolse exponent echter alle verschil; mijn vrouw hoort er Van Morrison circa Hard Nose The Highway in (het koortje uit Snow In San Anselmo), zelf bespeur ik verwantschap met producer David Axelrod, die met zijn arrangementen in de late jaren zestig Cannonbal Adderly, The Electric Prunes en Lou Rawls terzijde stond en geliefd is onder hiphopliefhebbers en cratediggers, op zoek naar ongebruikte samples. Tel daarbij op de bezielde stem van Andrzej Zaucha (die wat weg heeft van Tom Jones) en je hebt echt iets unieks in handen.
Het uit Krakau afkomstige Dżamble kwam ik op het spoor via de Netflix-serie Rojst (The Mire, vrij vertaald het slijk). Een grimmige politieke thriller, die zich afspeelt in de nadagen van het communisme van de vroege jaren ’80. Hoofdpersoon Piotr is vanuit Krakau verhuist naar een grauw gat in de provincie, waar hij als jongste bediende voor de lokale krant aan de slag gaat. Als hij een verdachte moord op het spoor komt die duidelijk riekt naar betrokkenheid van het plaatselijke partijnotabelen, neemt een oudere, ervaren collega hem onder zij hoede bij het journalistieke speurwerk. Die sleept op zijn beurt weer een vreselijk trauma met zich mee, dat pas wordt onthuld in het tweede seizoen: Rojst ‘97. Het smachtende Wymyśliłem Ciebie van Dżamble wordt in de serie gebruikt als introductie van de oude rot. Het nummer is afkomstig van hun enige album Wołanie O Słońce Nad Światem uit 1970, dat verder vergezeld gaat van een prachtige vormgegeven hoes.
De samenstelling van de verdere soundtrack blijkt in handen te liggen van genie; die komt mij voor als een soort staalkaart van de Poolse popmuziek. De punk van Maanam, de Electropop van Franek Kimono en psychedelische jazzrock van Dżamble: de mix van dansbaarheid en melancholie maakt het voor mij onweerstaanbaar en zwaar verslavend. Wereldmuziek uit Polen? Werelds zul je bedoelen!