Eind zestiger, begin zeventiger jaren ontstond de ‘progressieve’ muziek met bands als Soft Machine, Caravan (V.K.) en Spirit (V.S.). In Nederland hadden we bijvoorbeeld Supersister en Solution, maar ook onze oosterburen deden hun eigen Pfennig in het muzikale zakje met de Krautrock, al zou een buurman aan de westzijde die term voor het eerst hebben geuit: DJ John Peel. De Duitse muzikanten zelf vonden het nogal denigrerend, al was het niet zo bedoeld. Toch bestaat het – brede – genre nog steeds en worden bands als Black Mountain (Canada) en, recent, Møtrik (V.S.) geroemd vanwege hun Krautrock.

Krautrock kent vele varianten, maar de complexere en herhalende structuren, de mix van elektronica met de bas-drum-gitaar-bezetting en de wat houten-klazerige zang met, vaak, het erbarmelijk uitgesproken Engels, hoor je vrijwel overal terug, of het nu Guru Guru, Amon Duül II, Neu!, Grobschnitt of Birth Control is. Faust heeft er, uit een soort van protest, een nummer naar vernoemd. Ik had er een zwak voor en heb dan ook het nodige in mijn platenkast staan. Des te lastiger om er eentje uit te pikken in aanloop naar de Snob 2000. Over Can, Tangerine Dream en Jane heb ik al eens geblogd en Kraftwerk kent iedereen. Zo viel mijn oor op oudgediende en ondanks enkele onderbrekingen nog steeds actieve Eloy.

Eloy begon in 1969 als schoolband, won een talentenjacht en kreeg kort daarna een eerste platencontract. De hoogtijdagen lagen vervolgens, gek genoeg, in de tweede helft van de jaren zeventig: de punkperiode. Als Eloy iets niet was, was het punk. De band maakte melodieuze prog, bij voorkeur langere nummers, geëngageerde teksten en uitgebreide solo’s, totaal haaks staand dus op de twee minuten en drie akkoorden liedjes die juist ageerden tegen al dat moeilijke gedoe. Zanger-gitarist, oprichter en enig origineel lid Frank Bornemann heeft er al die tijd Scheisse aan gehad. Hij deed en doet wat ie leuk vindt, al verslond ie in al die jaren wel de nodige bandleden.

Het album Ocean (’77) wordt door de fans als beste gezien, Silent Cries And Mighty Echoes (’79) verkocht het best, maar ik kies als tip voor de Snob 2000 Mutiny van Power And The Passion (’75) in de liveversie (’78). Het tien minuten durende liedje geeft een compleet beeld van Eloy, alle vier de leden komen voor het voetlicht. Bornemann is geen meestergitarist, maar prettig om naar te luisteren, wat ook geldt voor bassist Klaus-Peter Matziol en toetsenist Detlev Schmidtchen. En vooruit, de herhalende ellenlange breaks over alle toms zijn drummer Jürchen Rosenthal vergeven. In Mutiny passen ze als een handschoen.

Die muiterij is overigens van vóór de punkgolf, dus daar gaan ze niet tegenin. Het hele album gaat over een tijdreis naar het verleden; het zijn hier de boeren die in 1358 in opstand komen tegen hun landheer. Met een beetje goede wil is dat te zien als metafoor voor de muzieksnobs die inmiddels alweer tien jaar hun oren niet laten hangen naar hun grote broer, de almachtige Top 2000. Daar geen Krautrock anders dan Kraftwerk. Helaas geldt hetzelfde voor de Snob 2000. Wel meerdere andere Duitse bands, maar niet dat specifieke genre. Kom in verzet en maak het verschil; mit deine Stimme für Eloy und Krautrock. Jetzt ist deine Chance!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.