Nederland heeft cabaret, Jools Holland heeft zijn Hootenanny en Jerry Riopelle had New Year’s Eve fixture. Voor het eerst in 1974 als support act van Dr. John gaf Riopelle jaarlijks op oudejaarsavond een concert in het Celebrity Theatre in Phoenix. Hij werd er wereldberoemd mee, in Arizona dan. In 2006 riep de burgemeester van Phoenix 31 december uit tot ‘Jerry Riopelle-dag’. Een jaar later werd hij opgenomen in de Arizona Music and Entertainment Hall of Fame.
Buiten Arizona geniet Riopelle medio jaren 1970 alleen bekendheid in Nederland. Zo ongeveer op het hoogtepunt daarvan, treedt hij op 13 november 1975 op in RAI Congrescentrum als support act van Emmylou Harris. En steelt de show. Althans volgens de recensie van Peter Koops in NRC. Volgens de journalist is Riopelle die avond veel beter dan hoofd-act Emmylou, waarover hij schampert: Het blijft voor mij de vraag wat er nu zo mooi of ontroerend is aan deze tamelijk zieke vorm van muzikaal purisme (…). Kijk op de site van Gijsbert Hanekroot voor enkele mooie foto’s van het optreden.
Jerry Riopelle wordt geboren in Detroit en groeit op in Tampa, Florida. In Los Angeles zet hij muzikaal in de vroege jaren 1960 zijn eerste muzikale stappen. Hij drumt bij The Hollywood Argyles (van de hit Alley Oop) en werkt als schrijver en producer voor Phil Spector. De bekendste door hem geschreven en – geheel in Wall of Sound stijl – geproduceerde Spector-hit is The Thrill Is Gone van Clydie King, waarvoor hij ook het fraaie Missing My Baby schrijft. Qua Wall of Sound bereikt Riopelle zijn onbetwiste hoogtepunt met het nummer Home Of The Brave van Bonnie & The Treasures. Later in de jaren 1960 scoort hij nog meer hits. In 1967 ook met zijn eigen band The Parade, met het nummer Sunshine Girl. Hij gaat daarna werken bij A&M Records, waar hij doorgaat met schrijven en produceren. Zijn liedjes worden in de loop der jaren onder meer gecoverd door Meat Loaf (A Man and a Woman) en Kenny Loggins (Easy Driver).
In de jaren 1970 acht Jerry Riopelle de tijd rijp om zijn eigen albums uit te brengen. Tussen 1971 en 1982 brengt hij acht albums uit. Hierop werkt hij ook samen met zijn bandmaatjes uit The Parade, in het bijzonder Stuart Margolin die de oudere jongere lezers ook zullen kennen als acteur in diverse TV-series uit die tijd. Op zijn platen combineert Riopelle soepel country, blues, rock met New Orleans invloeden op een manier die ook wel doet denken aan het werk van Lowell George. Zelf noemt hij het ‘stomp’. Critici, Nederlandse popjournalisten voorop, zijn enthousiast. De artiest wordt in OOR uitgeroepen tot belangrijke ontdekking van 1974 en Het Parool schrijf: (…) Jerry Riopelle verenigt intense felheid en ontroerende melancholie tot één unieke stijl(…)”. Maar het publiek pikt het niet op, ook niet in Nederland. In de jaren ’80 verdwijnt Riopelle dan ook uit de spotlights. Behalve in Phoenix, Arizona dus.
Een representatieve keuze maken uit zijn werk vind ik nog niet makkelijk. Je bent hoe dan ook aangewezen op YouTube, waar gelukkig ook enkele niet meer verkrijgbare albums integraal te vinden zijn, zoals het fijne Saving Grace (1974). Van dat album is Blues On My Table een fijne keuze, maar we gaan hier toch maar voor het meer typische Naomi’s Song.
Mooie beschrijving van Jerry Riopelle’s muzikale leven dat met zijn overlijden helaas in 2018 tot een einde kwam. Heb altijd zijn muziek gewaardeerd. Bij mijn laatste verhuizing in 2020 bijna al mijn elpees weggedaan, behalve, u raadt het al, onder andere Saving Grace. Mooi album ook vanwege de hoes. In 1994 nog zijn album Hush Money, maar dan als CD, aangeschaft. Is ook de moeite waard. Jammer dat ik hem live niet heb mogen aanschouwen.