Elk jaar ging ik met de zwemvereniging naar Sheffield. Officieel om aan zwemwedstrijden mee te doen (goed weetje: ze zwemmen in Engeland aan de linkerkant), maar in de praktijk kwam daar weinig van terecht. Door het vele stappen waren we zo brak dat we al blij waren als we bleven drijven.

Bij elk bezoek gingen we een middag winkelen in Meadowhall, een gigantisch winkelcentrum. De meeste van m’n medereizigers liepen van de ene naar de andere kledingwinkel, ik installeerde mezelf in de plaatselijke HMV en kwam die pas anderhalf uur later uit. Ik had een missie: minutieus de bakken uitpluizen, op zoek naar singles van m’n favoriete bands voor de b-kantjes.

Oktober 2005 was er een hype. Een lokale hype nog wel, want al maanden ging de naam van Sheffields trots Arctic Monkeys de ronde. Geezers, die het uitgaansleven van de Engelse staalstad bezongen. Dronken feestjes, knokpartijen, one night stands, dat werk. Ik volgde de Britse gitaarscene op de voet en de timing van m’n bezoek aan Sheffield was perfect: hele wanden van de platenzaak stonden vol met debuutsingle I Bet You Look Good On the Dancefloor. Natuurlijk schafte ik die aan.

Ik had een bijbaantje als muziekbibliothecaris. Regelmatig adviseerde ik m’n leidinggevende welke CD’s hij voor de collectie moest aanschaffen. Waar hijzelf een enorme kenner van funk en hiphop was, vertrouwde hij op rockmuziek op mijn expertise. Ik liet ‘m weten dat het debuut van Arctic Monkeys, gepland voor januari 2006, een must was. Hij was sceptisch: Gaat dat wel lopen?’ O, dit wordt een hit, verzekerde ik hem.

In de maanden erna groeide de hype uit tot een Hype. Een paar weken voor de release raadde ik m’n leidinggevende aan een tweede exemplaar in de pre-order te zetten, wat we alleen bij heel grote artiesten deden. Nouja, als jij dat denkt, verzuchtte hij.

Tegen de tijd dat Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not uitkwam, waren de Arctic Monkeys geen Hype meer, maar een HYPE. Dat merkte ik toen m’n leidinggevende naar me toe kwam: Ze vragen nu al naar die plaat, zal ik een derde exemplaar aanschaffen?

In dezelfde tijd deed ik de muzieksamenstelling voor Radio 1. Het meeste contact ging via e-mail, maar soms belde de redactie me. Tijdens zo’n telefoongesprek hoorde ik de presentatrice iets vragen.
Ze vraagt of je iets hebt van de Arctic Monkeys, vroeg de redacteur.
Alle respect voor de presentatrice, maar dat zelfs zíj over de Arctic Monkeys begon, was veelzeggend. Ik had alle muziek van de band in m’n bezit, maar twijfelde of het geschikt was voor Radio 1, indertijd een vrij conservatieve zender als het op muziek aankwam.
Mardy Bum kan wel, besloot ik, en ik stuurde de mp3 toe.

Achteraf heb ik een beetje spijt dat ik niet The View From The Afternoon heb gekozen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.