Steve Miller en dan roepen de meesten The Joker, Fly Like An Eagle en misschien Abacadabra, maar dan doe je deze rasartiest tekort. Miller is thuis in vele genres en wordt vaak vergeten in de lijst van grote artiesten uit de vorige eeuw. Overigens heeft hij dit decennium nog twee studioalbums en een livealbum uitgebracht.
Tijd voor een kennismaking, dus!
Keuze Tricky Dicky: In My First Mind (1968)
Onontdekte parel
Voor degenen die Steve Miller (uit San Francisco) alleen maar kennen van de hits even een korte beschrijving van de man’s C.V. In 1968 bracht hij zijn debuutalbum (Children Of The Future) en Sailor uit. Een van de bekendste bandleden uit die dagen is niemand minder dan Boz Scaggs, die medio jaren zeventig als soloartiest zou doorbreken met Silk Degrees en de single Lowdown.
In 1973 brak Miller door met het album en de nummer één single The Joker. De opvolgers zette hem internationaal op de kaart: Fly Like An Eagle en Book Of Dreams. Eigenlijk had dit een dubbelalbum moeten worden, maar de platenmaatschappij wilde het risico niet lopen uit angst dat het niet zou verkopen. Na 1982 wordt het commercieel rustig, maar hij treedt nog steeds op, alhoewel hij tegenwoordig naar zijn oude liefde is teruggekeerd: de Blues(rock).
Zelden heb ik het zo moeilijk gehad met het kiezen van een track. Natuurlijk Fly Like An Eagle is ook door mij grijs gedraaid, maar de meesten kennen zijn oudere materiaal helemaal niet. En dat is zonde. Ik ben de eerste die toegeeft dat het soms wat inconsistent was en ver verwijderd van de eerder vermelde albums. Maar luister maar eens naar bijvoorbeeld Dear Mary, Living In The U.S.A., My Dark Hour (met Paul McCartney), Space Cowboy, Journey From Eden en mijn uiteindelijke keuze In My First Mind. Terug te vinden op de A-zijde van het debuutalbum Children Of The Future, dat door sommige critici als een Amerikaanse Sgt. Pepper wordt omschreven. Echter, de meeste liedjes waren al voor de release van dat iconische album geschreven – toen hij nog als schoonmaker bij een muziekstudio werkte.
In My First Mind is een psychedelisch lied waar veelvuldig gebruik gemaakt van de mellotron. Het is een onderdeel van wat men de Children Of The Future-suite noemt, omdat de gehele A-zijde psychedelisch is en de nummers in elkaar overvloeien. De Blues georiënteerde B-zijde is overigens ook niet te versmaden met Baby’s Calling Me Home (gezongen door Boz Scaggs).
Keuze Guido de Greef: Take The Money And Run (1976)
Klassieker
De Steve Miller Band heeft nooit de mythische status gekregen van andere seventies rockacts als Eagles of Fleetwood Mac. Ik denk dat het komt doordat Miller nooit een klassiek album heeft afgeleverd, maar ook omdat de songs niet zo alomtegenwoordig op de Nederlandse radio zijn als die van andere seventies acts. Toch, zet een Greatest Hits van de band op en je hebt een elpee die kan wedijveren met Hotel California en Rumours.
Het dichtst bij een klassieker kwam Steve Miller met het album Fly Like An Eagle. Prijsnummer van die plaat is ongetwijfeld de titelsong, maar ik heb een zwak voor Take The Money And Run. De rammelende gitaar van Miller, de handclaps (die ik altijd meespeel, maar nooit helemaal goed ‘time’) en bovenal, de Bonnie & Clyde-achtige verwikkelingen van hoofdpersonen Billy Joe en Bobbie Sue. Het wordt uiteengezet in één van de slechtste songteksten die ik ken. Leest u even mee:
Billy Mack is a detective down in Texas
You know he knows just exactly what the facts is
He ain’t gonna let those two escape justice
He makes his living off of the people’s taxes
De eerste keer dat ik het liedje hoorde, dacht ik: heb ik dat nou goed verstaan? Ja dus. Texas rijmt inderdaad op taxes. En Engels is niet mijn eerste taal, maar dan nog meen ik dat what the facts is grammaticaal niet helemaal correct is. En dan die laatste zin, wat is het nut daarvan? Mack krijgt betaald uit de staatsruif, oké. Is dat een probleem? Ik heb zwagers die betere sinterklaasgedichten schrijven. Maar wie krijgt niet meteen een glimlach op z’n gezicht bij dat drumintro, de eerste tonen van die gitaar, en de hoo-hoo-hoo in het refrein? Instant vrolijkheid in nog geen drie minuten.
Miller liet zich bij het schrijven inspireren door de lange autoritten die hij als kind maakte, en de liedjes die hij meezong met de autoradio. Misschien kwam hij zo ook op het idee om een eerbetoon aan twee jeugdige bandieten te schrijven, die trouwens (spoiler alert) uit de handen van Billy Mack wisten te blijven.
Miller en z’n band namen tegelijk met Fly Like An Eagle een tweede album, Book Of Dreams, op. Die plaat zou een jaar later verschijnen en bevat Jet Airliner, Swingtown, Winter Time en Jungle Love. Wat een klassieker zou het zijn geweest als ‘ie van die twee platen één elpee had gemaakt.
Keuze Marcel Klein: The Window (1976)
Een aap slingerend in de boom!
Tot een paar jaar geleden kende ik eigenlijk niet veel van deze man en zijn band. Vanuit mijn jeugd weet ik nog dat ik Abracadabra nog wel leuk vond en later Fly Like An Eagle, maar dat was het dan wel zo’n beetje. Later ben ik toch alle albums eens gaan luisteren, maar het bijzondere is toch wel dat ik er weinig nummers aan over heb gehouden die ik echt de moeite waard vind.
The Window is echter wel een uitzondering. Deze ballad bleef wel hangen en heeft alleen al vanwege het bijzondere begin een streepje voor. Het nummer komt van het album Fly Like An Eagle en begint met een stevig Hammondorgel, terwijl daarna de ‘hook’ van het nummer begint. In mijn optiek is dit nummer een mooi voorbeeld van wat Steve Miller in zich heeft. Het is het laatste nummer op het album, maar ook een beetje een buitenbeentje. Het is het enige nummer van het album, waarop Lonnie Turner en Gary Mallaber (The band op dat album) niet eens meespelen. Zoals al geschreven heeft het Hammond B3 orgel (het meest bekende orgel van Hammond) een bijzondere plek op dit nummer, zeker aan het begin en aan het eind.
Met vreemde klanken begint en eindigt dit nummer. Wellicht moet dit ook een beetje een space-karakter meekrijgen, want ook het album ademt dit qua teksten wel een beetje uit. De tekst, maar ook de clip van Youtube versterken dit wel.
Ask my baby what she wants to be
She’ll say a monkey swingin’ in a tree
Ask my baby what she’s thinkin’ of
She’ll say there’s nothing greater than loveWell, look through the window
Tell me what do you see
A beautiful planet
Peace and harmonyThink love you’re surrounded
We are one you and I
Gather your leaves together
There’s only love until we die
Until we die
Een liefdesliedje? Het lijkt er wel op. In ieder geval is de schrijver dat wel. Verliefd. En door die verliefdheid lijkt het er op dat hij alles positief ziet. Wellicht wel vanuit de ruimte. Als hij uit het raam kijkt ziet hij de onze aarde, waarop vanaf afstand vrede en harmonieus geleefd wordt. Het past allemaal ook bij de sfeer van dit nummer en hoe Steve Miller ook zingt. Relaxed en laidback. Zoals een aap slingert in de bomen! En dat geluid mogen we dan ook wel eens horen in deze bijzondere tijden, waarin het lijkt of we elkaar het licht in de ogen niet gunnen.
Keuze Joop Broekman: Jet Airliner (1977)
Goed gestolen
Van Steve Miller Band ken ik alleen de hits. En ik kan ook nog zeggen dat ik zijn hits op de radio gehoord heb toen ze in de hitlijsten stonden. Geen idee of zijn muziek nu nog zou kunnen, tussen al dat zielloze dance- en autotunegeweld op de populaire zenders. Maar in de jaren ’70 had je niet zo heel veel keuze. Je hoorde bij de meeste stations (en dat waren er toen nog niet zo veel) vaak dezelfde populaire nummers. En ik vond de muziek van Steve Miller prima, maar ook weer niet zo goed dat ik daar een single of elpee van moest hebben.
Kijkend naar zijn lijstje met populaire nummers, dan vind ik na al die jaren Jet Airliner nog steeds het lekkerst. Misschien wel door die meerstemmige zang, waar als ik als kind al vrolijk van werd. Zo’n nummer dat jaren later dan af en toe nog eens voorbij komt op een oldies station. En je moet het in z’n geheel horen, voor je verder zappt met de zenderzoekknop. In mijn herinnering lijkt Jet Airliner vaak op Rock’n Me. Zeker als je het een tijd niet hebt gehoord.
Wat ik nog niet wist, is dat Jet Airliner niet van Steve Miller zelf is. Hij scoorde er een top 10-hit mee in 1977, en het is te vinden op zijn album Book Of Dreams. Maar vier jaar eerder werd het nummer al geschreven en uitgevoerd door Paul Pena. Deze Amerikaan van Kaapverdische afkomst bracht in dat jaar zijn tweede plaat (New Train) uit. De release viel echter in het water door contractuele meningsverschillen met het label waarvoor de plaat was opgenomen. Producer op New Train was Ben Sidran, toevallig ook toetsenist in de band van Steve Miller. En Sidran neemt op een dag een onuitgebracht exemplaar van New Train mee naar zijn bandleider, die er wel wat in ziet om Jet Airliner van Pena opnieuw op te nemen. Het levert Pena een tijdje inkomsten uit royalties op. En die kan hij goed gebruiken, want zijn muziek slaat niet aan bij het grote publiek.
Jet Airliner gaat over Pena’s vliegreis van Boston naar Montreal voor een optreden. Muziek maken en optreden blijft hij doen, ondanks het gebrek aan successen. In 2000 wordt dan eindelijk New Train officieel uitgebracht. Naast de erkenning voor het album krijgt hij er helaas ook een ontsteking aan de alvleesklier bij. Helaas was hij toen al diabetespatient. In 2005 overleed hij aan de complicaties van beide ziektes.
Keuze Jan-Dick den Das: Wintertime (1977)
Zin in de winter
Vijf regels een paar akkoorden veel meer is het niet en toch zijn het de ingrediënten voor een prachtig nummer. Wintertime ooit het B-kantje van de single Swingtown. Beide nummers staan op het tiende studioalbum van de Steve Miller. Het album Book Of Dreams wat in 1977 werd uitgebracht. En dat B-kantjes mooi kunnen zijn en misschien wel mooier dan het A-kantje bewijst Wintertime, hoewel Swingtown ook gewoon heel mooi is.
Steve Miller een artiest die de blues en psychedelische muziek prachtig wist te verbinden. Nu is Wintertime alles behalve een bluesy nummer, maar het heeft zeker een psychedelisch randje. Het is zo’n nummer wat je op je koptelefoon moet luisteren. Alle instrumenten vervullen een hoofdrol, niet constant maar wel op het juiste moment. De mondharmonica bespeeld door Norton Buffalo is prachtig en heeft wel die bluesy touch, de baslijn is mooi en neemt je mee de winter in. Alle bladeren zijn bruin, die koude dunne wind, en de vogels zijn naar andere oorden gevlogen waar de zon wel schijnt.
In the winter time
When all the leaves are brown
And the wind blows so chill
And the birds have all flown for the summer
I’m callin’, hear me callin’, hear me callin’
De sfeer die het nummer uitstraalt laat zich niet meteen vangen in woorden, maar het is wel zo’n nummer wat het goed doet bij een snorrende houtkachel, een glas rode wijn en samen luisteren daar dit pareltje. En als je het beeld compleet wil maken dwarrelt de sneeuw langzaam naar beneden. Zoals gezegd vijf regels en een paar akkoorden meer is het niet, maar het gaat vooral om dat meer. Less is More zou ik zeggen en daar kan je soms niet genoeg krijgen. Laat die winter maar komen!
Keuze Marco Groen: Macho City (1981)
Welcome to the entertainment
In een lang vervlogen tijdperk bestonden er nog geen digitale informatiedragers, laat staan streamingsdiensten, die een dusdanig muziekaanbod hebben dat je er scheel van ziet. In de vergane muziek-era moesten we het doen met analoge geluidsdragers; een groef in een stuk vinyl bracht via een naald van geperst diamant-materiaal de hoognodige herrie tot ons. Dit had zijn beperkingen. Een daarvan was de duur. Zo was het bijvoorbeeld geen uitzondering dat een kant van een plaat slechts een nummer bevatte. Een voorbeeld hiervan is Tubular Bells van Mike Oldfield, Echoes van Pink Floyd en Macho City van Steve Miller. Dit laatste nummer beslaat een hele kant van het album Circle of Love uit 1981.
Steve Miller is zo’n duizendpoot die er geen enkel probleem mee heeft om gelijktijdig aan meerdere albums te werken. Eerder deed hij dat met Fly Like An Eagle en Book Of Dreams, om later hetzelfde kunstje uit te halen met Circle Of Love en Abracadabra. Zijn veelzijdigheid maakt tegelijkertijd dat de man niet zo makkelijk in een vakje valt te stoppen. Bovengenoemde albums hebben allemaal een eigen karakter. Hetzelfde zie (hoor) je vanzelfsprekend bij onderlinge nummers. De hele wereld kent The Joker gedeeltelijk woordelijk meezingen, maar wie dan daarna Macho City hoort, zal zich wellicht nauwelijks kunnen voorstellen dat het hier dezelfde artiest betreft.
Some people call me the space cowboy; een niet onlogische beschuldiging na het beluisteren van Macho City. De eerste paar minuten lijkt het nog een ‘normaal’ nummer te worden, maar daarna komt de luisteraar terecht in een universum die doet denken aan de eindeloze Chihuahua-woestijn, waarin cowboys door een desolaat landschap het vee van Roswell naar Albuquerque proberen te krijgen. Een vreemd beeld wanneer je bedenkt dat Macho City eigenlijk gewoon een disco-nummer is met een vage politieke ondertoon. Het zal vooral de verrassing en de absurditeit geweest zijn van het nummer dat de muziek in 1981 maakte. Een ruimtecowboy op acid. Het is overigens wel een disco-nummer waar nauwelijks op te dansen valt en gelijktijdig een van de weinige uitgaves binnen dat genre waar Nile Rodgers geen handje in heeft gehad, want Steve kan prima zelf produceren.
Wie Macho City probeert te begrijpen komt bedrogen uit. Zoals Gary Mallaber, de drummer op Circle Of Love (en Abracadabra) stelt: Macho City was really just more of a rhythmic stance. It was kind of a cartoon, we felt. I don’t think we had a full song or an embodiment of composition to really deliver a great message. It wasn’t something I consider to be true song composition. It was a rhythmic stance akin to what those South Central bands were doing with a computer and keyboards.
Ook na 16 minuten en 24 seconden ben je dus nog geen steek wijzer geworden.
[crowdsignal poll=10644430]
Leuke weetjes: Steve heeft een bekende Godfather nl. Les Paul die een vriend van de ouders van Steve was. De ouders waren zelfs Best Man en Martin of Honor bij het huwelijk van Les Paul en Mary Ford in 1949.