De wortels van sommige nummers liggen zo ver in het verleden, dat je nooit meer kan achterhalen hoe oud ze eigenlijk zijn. Van die liederen die -zoals we ze nu kennen- niet eens echt door een persoon geschreven zijn, maar zich in de loop van de tijd via verschillende barden ontwikkeld hebben. Het is dan ook vrijwel onmogelijk om zo’n nummer aan een bepaald persoon toe te schrijven, of is dat op zijn minst arbitrair. Zo’n nummer is Midnight Special.
De eerste keer dat ik met dit nummer in aanraking kwam, was in 1982. In mijn pyjama zat ik TopPop te kijken en werd opgeschrikt door een merkwaardig mannetje met een merkwaardig hoedje die een merkwaardig nummer zong. Vooral het gegeven dat de intro van het nummer in Engels werd gezongen (met een zwaar Amsterdams accent), voedde het vermoeden dat dit nummer nog wel eens een wat diepere grond kon hebben.
Latere analyse leerde dat Drukwerk het werk volledig gebanaliseerd had; zowel de melodie als de gangbare betekenis was behoorlijk verminkt. Een betere, meer oorspronkelijke uitvoering vond ik in de versie van Creedence Clearwater Revival. Het ademde in ieder geval meer de sfeer uit van het stamgebied van het werk; de oude, zuidelijke staten van Amerika.
Deze speurtocht was zo ongeveer het startschot van een hobby die na de digitale revolutie steeds intenser zou worden: het maken van muzikale ontdekkingsreizen.
Een vrij oppervlakkige perquisitie doet vermoeden dat het ‘origineel’ van Midnight Special afkomstig is uit 1934 van ene Lead Belly; een notoire draaideurcrimineel annex folk- en bluesmuzikant uit het begin van de vorige eeuw. Iemand die later werd gezien als zo’n beetje de grootvader van de zwarte muziek uit de States. Wat Lead Belly voor had op zijn voorgangers is dat hij ‘ontdekt’ werd door de broertjes Lomax. Alan en John Lomax hadden destijds een (goddelijke) missie: zoveel mogelijk opnames maken van, eh… ‘oorspronkelijke muziek’. Traditionals, voormalige slavenmuziek, blues die nog niemand had gehoord. Dat soort werk. Deze helden namen tienduizenden nummers op, zodat deze schatkamer niet verloren is gegaan voor het nageslacht. Alleen al met Lead Belly (soms als Leadbelly gespeld) namen ze honderden nummers op, waarvan sommige later erg bekend zouden worden, al dan niet gespeeld door een andere artiest. Denk hierbij aan nummers als Rock Island Line, Black Betty, The House Of The Rising Sun, Easy (CC) Rider, Cotton Fields, Gallows Pole, Where Did You Sleep Last Night, Goodnight Irene, enzovoorts. Toch is Lead Belly niet de eerste die Midnight Special ten gehore bracht.
De eerste bekende opname werd gemaakt in 1926 door Dave ‘Pistol Pete’ Cutrell, een lid van het cabaret-gezelschap de McGinty’s Oklahoma Cow Boy Band.. En: ja, dat is de juiste spelling van deze grappenmakers. Cow Boy. Het werd destijds uitgebracht onder de titel Pistol Pete’s Midnight Special en week af van de traditioneel overgeleverde tekst, waarvan de oudste exemplaren uit 1905 dateren. Het was een soort leuk bedoelde versie, net als Drukwerk. Twee jaar later nam de band, deze keer onder de naam Otto Gray & The Oklahoma Cowboys, het nummer opnieuw op, maar deze keer deden ze dat wat serieuzer en hielden vast aan de oude, opgetekende teksten.
Inhoudelijk gaat Midnight Special over hoop. Het verhaal doet de ronde dat gevangenen die een licht opvingen van de trein die Midnight Special werd genoemd, konden rekenen op een vervroegde vrijlating. Andere interpretaties zien meer een soort verlichting of een religieuze ervaring in het licht van de trein die richting Houston dendert. Hoewel de trein zelf natuurlijk ook metaforisch bedoeld kan zijn. Interessant is ook om te zien dat sommige andere nummers een gedeelde afkomst hebben met Midnight Special, maar qua inhoud wel dezelfde essentie hebben. Zo hebben Jumping Judy, Oh Berta en Yon Comes The Sargent dezelfde ‘basistekst’ als Midnight Special, en gaan ze bovendien alle drie over treinen. Dit roept de conclusie op de liedjes kunnen muteren, net zoals virussen.