Opeens werden ze weer eens gedraaid op de commerciële radio. Gewoon, in januari 2020, klonk er eindelijk weer eurodance door de speakers. En nu eens een keer niet het geijkte werk van 2 Unlimited of T-Spoon, maar het betrekkelijk onbekende Find Me van Jam & Spoon. Een luisteraar was namelijk op zoek naar dit specifieke nummer, dat vervolgens traditiegetrouw de ether in werd geslingerd. Enthousiast sprak ik via Twitter mijn bewondering uit voor dit prachtigs en kreeg tot mijn verrassing bijval van de DJ van dienst.
Al had ik het veel te laat door. En dat was jammer, want ik had hem graag geattendeerd op een ander werkje van het Duitse duo. Ze waren me destijds al opgevallen toen ze met Right In The Night net geen Top 10-hit scoorde. Find Me was de tweede single en toen kwam… Angel.
Het gebeurt me niet vaak dat ik tranen in mijn ogen krijg bij het horen van een liedje. De eerste keer dat het mij overkwam, was ik een jaar of 9 en luisterde ik nog volop naar de platen van mijn vader. The House Of The Rising Sun van The Animals kwam voorbij en opeens stroomden de tranen mij over de wangen. Zodanig dat mijn ouders bezorgd boven kwamen vragen wat er allemaal aan de hand was. Ik vind het liedje zo mooi!, antwoordde ik snikkend.
Het zou jaren duren voordat ik opnieuw een dergelijke ervaring had. De oude LP’s hadden inmiddels plaats gemaakt voor cassettebandjes met muziek waarvan hoogstens bij mijn vader de tranen in de ogen sprongen. Alleen dan om een geheel andere reden. Maar toen ik Angel van Jam & Spoon hoorde, greep het mij naar mijn strot en kon ik die tranen niet meer tegenhouden.
Het was ook gewoon een prachtige plaat. Alles klopte… de opbouw van het nummer, de engelachtige vocalen van Plavka, de melodielijn, de tekst. Ik had nooit gedacht dat zoiets mogelijk was in ‘mijn’ genre. Jam & Spoon bewezen mij in 1995 echter het tegendeel. En hoewel de tranen niet meer zo rijkelijk vloeien als toen, kan ik ook nu nog steeds geweldig genieten van dit meesterwerkje.