Ik houd van muziek die rijpt. Natuurlijk, het is ook heel gaaf als een liedje meteen bij de eerste luisterbeurt aanspreekt, maar de beste nummers moeten een beetje ‘aan je groeien’ (er is geen mooie vertaling voor grow on you).
Artiesten die er lang over doen om door te breken vind ik ook fascinerend. Dat zijn zangers en zangeressen die er al meters op hebben zitten, die al aan soul-searching hebben gedaan, die zichzelf al talloze keren opnieuw hebben uitgevonden voordat ze een groot publiek bereiken.
Eefje de Visser zag ik voor het eerst in 2011 op het podium, als voorprogramma van Racoon in de W2 in Den Bosch. Negen jaar geleden was ze dus al bezig, en goed ook, maar 2020 lijkt helemaal het jaar van Eefje de Visser te worden. En hoewel haar nieuwe plaat echt wel tof is, verdient haar oude werk ook een beetje herwaardering. Zoals Hartslag. Al was het maar vanwege het ritme (hartslag) en de prachtige tekst.
Ik slaap alle moed bij elkaar.
Ik zou zeggen dat mooie liedjes onder je huid moeten kruipen. Het repertoire van Eefje de Visser valt wat mij betreft overigens niet in die categorie.