De wraak van de goudvis. Het klinkt als een spannend kinderboek of een stripverhaal, al had het in de reeks van Suske en Wiske waarschijnlijk de Genadeloze Goudvis geheten, met op het omslag, naast een link kijkend, groot oranje mormel, een zwaar verliefde Tante Sidonia. Gelukkig blijft dat ons bespaard. Het gaat hier dan ook niet om strips of sprookjes maar om muziek; het derde album van Inspiral Carpets, Revenge of the Goldfish.

De band was een exponent van het Madchester-geluid, psychedelische indierock met invloeden van acid house en dance, waartoe ook The Stone Roses, The Charlatans en Happy Mondays behoorden. In Engeland was de band in de eerste helft van de jaren ‘90, zoals het hele Madchester-gebeuren, uitermate populair. Headliner op Reading (’90) en hun vier in die periode uitgebrachte platen bereikten achtereenvolgens de plaatsen 2, 5, 17 en 10 in de UK-albumlijst. Daarna was het klaar en ging de een na de ander zijns weegs om vanaf 2003 weer zo nu en dan bij elkaar en in 2014 nog met een vijfde plaat op de proppen te komen.

Plaat twee, The Beast Inside, en drie, van die goudvis, bevinden zich in mijn collectie, en het moet gezegd, ze staan boordevol heerlijke uptempo nummers, gekenmerkt door het typische, kreunende orgelgeluid van de Farfisa Compact Duo, bespeeld door Clint Boon. Die Farfisa is later nog van Boon geleend door Noel Gallagher voor het laatste Oasisalbum. Noel en Clint kenden elkaar uit de beginjaren van Inspiral Carpets, toen Gallagher hun nieuwe zanger wilde worden. Hij werd afgekeurd (de keuze viel – terecht – op Tom Hingley), maar hij mocht wel als roadie mee, om na twee jaar z’n eigen bandje te beginnen. De naam? Iets met een O of zo.

Boon stapte na de Carpets de studio in als radio-DJ (onder andere Xfm Manchester), wat ie tot op heden is blijven doen, naast de reünies van de band. Hij was ook daar succesvol en had meerdere beroemde gasten in zijn programma, van Flea tot Johnny Marr en van Florence Welsh tot Richard Ashcroft. Ook leverde hij meerdere tunes voor Granada TV, maakte hij muziek met The Clint Boon Experience en, een heel ander succesje, er is een bier naar hem vernoemd, Boon Army Ale, te krijgen in de Up Steps Inn in Oldham (mocht u in de buurt zijn).

In de punktijd verzamelde autodidact Boon taperecorders, microfoons, gitaren en toetsen, met de bedoeling thuis muziek te maken. De Farfisa vond hij via een kleine advertentie in een muziektijdschrift. Toen hij korte tijd later de andere bandleden ontmoette was het orgel het perfecte instrument om het geluid compleet te maken. Zoals hij zei: Oldham punks, een jaren ‘60 orgel en bloempotkapsels = de beste UK garageband ooit! Die uitspraak laat ik aan Clint Boon, al is Dragging Me Down zeker een topnummer. Tom Hingley mag dan zingen dat ie wordt afgekraakt. Mijn waardering blijft overeind.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.