Muziek uit het Oostblok. Muziek. Oostblok? Maakten ze daar muziek dan? Mochten ze überhaupt muziek maken, anders dan partijliederen meezingen? Het Oostblok stond voor dictatuur, onderdrukking, werkkampen, kadaverdiscipline – al was het maar uit lijfsbehoud – en altijd anti-Westers. Popmuziek als westerse uitvinding was dus not done in de ogen en oren van de communistische leiders. Toch klopt dat beeld niet helemaal, kameraden, want er is wel degelijk muziek gemaakt en niet alleen op een balalaika of door het Don Kozakkenkoor. En na de val van het IJzeren Gordijn is het alleen maar beter geworden. Daarom: glasnost in de popmuziek. Het Oostblok in de schijnwerpers. Naslazdhat’sya (geniet).

Keuze Marcel Klein: Omega – Gyöngyhajú Lány (1969)

Kan je west?

Ik kom tot de ontdekking dat ik niet zoveel Oostblok-muziek ken eigenlijk. Een beetje voorbarig ingeschreven voor deze battle dacht ik, toen ik aan het zoeken was in mijn collectie.  Maar uiteraard kom ik wel wat moois tegen.

Omega is een Hongaarse band, opgericht in 1962 en in Hongarije eind jaren ’60 – begin jaren ’70 een populaire band. Een beetje symfonische, stevige rock, vaak in het Hongaars gezongen, maar ook populair in het vrije westen. Zeker in Duitsland. Dit nummer werd ook diverse talen vertaald, waaronder Duits en Engels. Toch heeft deze band in Nederland geen succes gehad. Dit nummer (vrij vertaald: Parels in haar haar) was het bekendste nummer van de band, en is ook door andere bands gecoverd (waaronder  Scorpions)

Omega bracht zowel achter het IJzeren Gordijn albums uit, als ook in het Westen en had eind jaren ’60 – begin jaren ’70 aan beide kanten van het Gordijn een trouwe schare aanhangers. In 1987 (dus voor het vallen van de Muur in Berlijn) stopte de band ermee om in 1994 hun comeback te maken. Met Transcendent, meer leunend naar symfonische hardrock, werd ook de Nederlandse markt bewerkt, mede omdat er een Nederlandse zanger (Edwin Balogh) op zong. Toch deed het album in Nederland niet veel.

Dit nummer sijpelde toch een klein beetje internationaal door, want zelfs Kanye West gebruikte het als sample in 2013 als outro op het nummer New Slaves. Alleen was hij één ding vergeten: toestemming vragen aan  de band. Blijkbaar had een oud label wel toestemming verleend, maar Gabor Presser startte in 2016 toch een rechtszaak tegen Kanye met als inzet 2,5 miljoen dollar. Deze zaak loopt nog steeds, en alhoewel Kanye West dit probeerde af te kopen voor 10.000 dollar, denkt Presser hier toch meer uit te kunnen halen.

Muzikaal is het een typisch eind jaren ’60 nummer, beetje psychedelica, en uiteraard ook weer teksten waar je niet echt wijs uit wordt. Zelfs in de vertaling naar het Engels toe niet. Het nummer zelf is gewoon goed en dan deze keer maar ‘gewoon’ in het Hongaars, dan gaat het maar niet over de tekst, maar hebben we het hier over goede muziek.

Keuze Willem Kamps: Omega – 20th Century Town Dweller (1975)

Opgenomen in een conservenfabriek

Het Szigetfestival in Boedapest heeft inmiddels internationale faam verworven en trekt jaarlijks veel bezoekers uit het Westen, maar er zijn meer festivals in wat voorheen het Oostblok heette: Exit in Novi Sad en Off in Katowice. Ook daar muziek van dance tot metal en van hiphop tot indie. Dergelijke happenings waren vroeger ondenkbaar. Toch was er een muziekscene ten tijde van de communistische regimes. Zo had je in Polen bijvoorbeeld SBB (Silesian Blues Band, wat later Szukaj, Burz, Buduj werd: zoeken, afbreken, bouwen). Een naam als een vijfjarenplan, wellicht gekozen om de geheime politie te misleiden.

Terug naar Boeda en Pest, al lang samengevoegd, maar ver voor Sziget. In 1962 al werd in de stad aan de Donau Omega opgericht (en bestaat nog steeds). Zoals velen in die tijd gestart als coverband. De eerste jaren is het een komen en gaan van bandleden. Het waarom is niet bekend, maar je zou bijna denken dat ze verdwenen naar de Goelag. Toch zal het wel loslopen want de band blijft bestaan en heeft in eigen land en bij de buren van het Warschaupact behoorlijk succes. Hun grootste hit is Pearls In Her Hair, maar daar kan je over lezen in de bijdrage hierboven.

Medio jaren zeventig tekenen ze bij Bellaphon, het Duitse label, bekend van Krautrock-acts als Nektar en Kraan. Het bandgeluid past in datzelfde straatje, evenals hun steenkolenengels, dat voor mij bij de charme van het genre hoorde. Ik kocht dan ook Omega’s Hall of Floaters in the Sky en Time Robbers, geen hoogvliegers als ik ze nu terughoor, maar dat ligt voor een groot deel aan de productie. De albums klinken alsof ze met een paar microfoons in een conservenfabriek zijn opgenomen – een blikken geluid. Toch staan er een paar lekkere nummers op en mijn favoriet is nog steeds 20th Century Town Dweller met lyrisch gitaarspel en, ja hoor, een aha-koortje. Luister en oordeel zelf over, zoals zij zelf zeiden, the greatest Hungarian Band you’ve never heard of.

Keuze Hans Dautzenberg: Pulnoc – City of Hysteria (1991)

Van Velvet Underground tot Velvet Revolution

In de bekende videoclip uit de film Don’t Look Back waarin Bob Dylan met een stapel borden met tekstfragmenten zijn liedje Subterranean Homesick Blues kracht bij zet, zien we op de achtergrond een bebaarde man met een ander persoon praten. De man met de baard is Allen Ginsberg. Hij is een van de leiders van de Beat Generation, een (Amerikaanse) groep schrijvers en dichters die furore maakt in de jaren ’50. Vanaf hun kennismaking in 1963 is Ginsberg tot aan zijn dood bevriend met Bob Dylan. Ook in de recent op Netflix verschenen docufictie Rolling Thunder Revue (1975) zien we Ginsberg voortdurend in de buurt van Dylan. Mooi is hun scene bij het graf van Jack Kerouac, die een glimp laat zien van de invloed van de Beat Poets op Dylan. Ginsberg is ook de bedenker van de term ‘flower power’.

Allen Ginsberg is dan ook en ware beroemdheid als hij in 1965 op uitnodiging van studenten optreedt in Praag ter gelegenheid van de 1 mei viering. In Praag wordt hij symbolisch gekroond tot Koning van mei (Králem majales).

Zijn optreden maakt veel indruk op de jonge Tsjecho-slowaken, maar wekt ook de interesse van de communistische geheime dienst. Korte tijd later wordt hij het land uitgezet. Maar het bezoek van de dichter werkt als pokon voor de opbloeiende hippie-scene in het communistische land. Rockbandjes, happenings en jeans schieten uit de grond. Communistisch leider Novotny reageert op de groeiende westerse culturele invloed met harde hand. Hij verliest daarmee de steun van veel invloedrijke gematigde partijleden. Begin 1968 wordt hij afgezet en vervangen door de hervormingsgezinde Alexander Dubček. Onder zijn leiding laat de partij de teugels vieren: censuur wordt opgeheven en cultuur bloeit op. Het is de ‘Praagse Lente’. In augustus 1968 is voor de Sovjet-Unie de maat vol en trekken tanks Praag binnen. De orde wordt hersteld. Tsjecho-Slowakije wordt ‘genormaliseerd’.

Een kleine maand later richt bassist Milan Hlavsa de band The Plastic People Of The Universe op. De band wordt sterk beïnvloed door werk van The Velvet Underground, The Fugs en Frank Zappa & The Mothers of Invention. PPU ontwikkelt zich tot de leidende psychedelische band in het land, mede doordat men zich weigert aan te passen aan de ‘normalisatie’. Daardoor wordt in 1970 de werkvergunning van de band ingetrokken en in 1972 volgt een verbod om op te treden in Praag. Onder invloed van saxofonist Vratislav Brabenec besluit de band in deze tijd alleen nog eigen nummers te spelen, vaak gecomponeerd op basis van teksten van dissidente dichters als Egon Bondy. De muziek wordt  experimenteler. Optredens van PPU worden een kat-en-muis-spel met de politie. In maart 1974 vindt het ‘České Budějovice Massacre’ plaats wanneer fans op weg naar een concert, zeer hardhandig door de politie verjaagd worden. Het wordt gezien als een keerpunt.

De band wordt in 1976 samen met enkele andere dissidenten gearresteerd. Het proces dat volgt en het speelverbod dat wordt opgelegd is de aanleiding tot de oprichting van de mensenrechtenbeweging Charta 77. Een van de leidende figuren van die beweging is de latere president Václav Havel. Onder zijn leiding wordt het land in 1989 tijdens de ‘Velvet Revolution’ verlost van de communisten en vervolgens opgesplitst. Hij zal nog tot 2003 president van Tsjechië zijn.

PPU zal vanaf 1977 een underground band blijven. Met behulp van onder andere voormalig bandlid Paul Wilson, een Canadees, worden meerdere albums opgenomen en (vooral) in het Westen uitgebracht. In 1984 gaat de band – moegestreden – uit elkaar. In 1988 richten drie PPU leden de band Půlnoc waarvan het album City Of Hysteria hoge ogen gooit bij de critici. Op initiatief van Václav Havel komt PPU in 1997 – 20 jaar na Charta 77 – weer bij elkaar.

Muzikaal is PPU een recalcitrante puber. Dwars, anders, zich afzettend tegen structuren en tradities. Dat maakt het boeiend, maar niet gemakkelijk. Veel materiaal is er niet te vinden. Voor de liefhebbers is er wel een 2 uur durende documentaire hier.

Keuze Joop Broekman: Laibach – In The Army Now (1994)

Nog steeds zo rebels als bijna 40 jaar geleden

Wat is de overeenkomst tussen Rammstein en Laibach? Jawel, roots van het achter het voormalig IJzeren Gordijn. De Ossies gaven toe schatplichtig te zijn aan de Slovenen, die zich wel zagen als een Rammstein voor volwassenen.  O ja, en Laibach is Duits voor Lubljana. Dat was niet het enige wat gezeik gaf, vlak na het ontstaan van de groep in 1980.

Een voorliefde voor elementen uit het nazisme, maar ook het Rusland van Jozef Stalin biedt de groep meer dan genoeg inspiratie. De Joegoslavische autoriteiten zagen dit totaal niet zitten en verbieden de groep om op te treden. Twee jaar later mag het dan wel, maar na een interview zijn de rapen gaar. Een verbod op live-optredens en het voeren van de bandnaam met als bonus de markering achter hun namen dat ze dissidenten zijn.

De communisten houden de band niet in toom. Er volgt een Europese tournee, stiekem live spelen in hun thuishaven en in 1985 dan het eerste album, gauw gevolgd door meerdere platen. De muziek? Zeg maar industrial. Letterlijk. Laat een troep soldaten marcheren en onorthodox zingen in een fabriek, terwijl de officieren op allerlei slagwerk te keer gaan. Omgeven door onheilspellende soundscapes. In West-Europa groeit de schare fans. Het Engelse label Mute biedt de band een contract aan. De (toen nog) Joego’s besluiten het roer om te gooien. Zingen in het Engels en Duits, en covers. Het album Opus Dei betekent in 1987 de doorbraak.

De aanpak door de band spreekt steeds meer liefhebbers aan. Ehm, covers? De originelen worden radicaal onder handen genomen. Fans van Queen (One vision) en Opus (Life Is Life) staan nu nog met hun oren te klapperen. Het wreed verbouwen van bekende nummers wordt het handelsmerk van Laibach. Net als hun uitstraling die lang controversieel is. Bij optredens kijk je naar een groep nazi-officieren en waan je je echt in het Duitsland van net voor WO II. Tijdens interviews gaat de groep graag in op de verheerlijking van het nazisme en het stalinisme, waarvan de leden nog steeds vaak genoeg beschuldigd worden. Veel journalisten vatten het verkeerd op, en trappen er met boter en suiker in, zoals die van (Muziekkrant) Oor.

Gaandeweg de jaren wordt het coveren wat minder, en worden er meer eigen bedenksels opgenomen. De band heeft ondertussen de nodige wijzigingen ondergaan, en de leden houden er ook allerlei sideprojects op na. In 2004 volgt dan eindelijk de Rammstein cover (een bijzondere versie van Ohne Dich). Ook klassieke muziek en de meest bekende volksliederen krijgen een make-over. En 2015 treden ze als eerste Westerse popgroep op in Noord-Korea.

Laibach is een veelzijdige act. Ken je ze nog niet en zoek je dé instapplaat? Begin met Opus Dei, en volg vanaf daar het pad. De periode ervóór is alleen geschikt voor luisteraars met een sterke maag. Of voor liefhebbers van bijvoorbeeld Throbbing Gristle en (vroege) Coil.

Keuze Jeroen Mirck: Goran Bregović – Kalasnjikov (1995)

AK-47

Ooit was Oostblok een heel gangbaar begrip, net als Koude Oorlog en Derde Wereld. Dat was in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de wereldpolitiek redelijk overzichtelijk was. Na de val van de Berlijnse muur werd alles ingewikkelder. Het grootste kruitvat van Europa werd toen het voormalige Joegoslavië. Als je mij vraagt welke muziek uit Oost-Europa me het meest is bijgebleven, kom ik in die bloedige Balkan uit. Bij een extravagante speelfilm Underground van de Servische regisseur Emir Kusturica, waarin we twee Joegoslavische vrienden volgen vanaf de Tweede Wereldoorlog tot de burgeroorlog die het eigen land eind vorige eeuw verscheurde.

Underground blonk uit door excentrieke beelden, waar Fellini zijn vingers bij zou hebben afgelikt. Het geheel werd ondersteund door een memorabele soundtrack van de componist Goran Bregović, die er vol in kletste met een enorm ensemble. Meerdere liedjes werden brassband-klassiekers, zoals het aanstekelijke Kalasnjikov. Eerst die prikkelende blazers, daarna het met een uptempo-drumritme ondersteunde boom, boom, boom, boom, boom! Een heerlijk nummer, dat je brein na de eerste beluistering nooit meer verlaat. Alsof je een AK-47 leeg schiet boven je hoofd. Beter kon de Joegoslavische chaos van rond de eeuwwisseling niet worden verwoord.

Keuze Erwin Herkelman: PPK – ResuRection (2000)

Meer dan een verzameling piepjes

Toen ik deze Oostblok-battle aanging, móest er naar mijn idee wel een liedje uitrollen in de categorie Inna, O-Zone of Akcent. Heerlijk natuurlijk, maar niet per se kwaliteitsmuziek. Wél muziek die de zomer altijd perfect weet te vatten in vier minuten. Geen diepgravende teksten, soms zelfs tegen het ordinaire aan, vrolijke melodietjes, lekker zomerse vibe, beat eronder… Fijne niets-aan-de-hand-pop die elk jaar weer hoog in de diverse zomerlijstjes terug te vinden is.

Tótdat ik mij realiseerde dat PPK óók uit het Oostblok afkomstig was. Het Russische trance-duo uit Rostov-aan-de-Don had in 2001 één hit met ResuRection. En laat dat nou nét een van mijn favoriete platen uit het begin van de nieuwe eeuw zijn. Mysterieus, misschien zelfs een beetje angstaanjagend met dat Russische gebrabbel erin, maar met een melodie – of zo u wilt, een verzameling piepjes – die staat als een huis. Ik heb het een paar keer door een volle festivalhal horen galmen en dat betekende keer op keer kippenvel.

ResuRection was gebaseerd op het thema van de Sovjet-film Siberiade uit 1979 en het ‘gebrabbel’ was een sample uit het radiocontact met kosmonaut Yuri Gagarin tijdens zijn eerste ruimtereis. Het was dan ook bedoeld als een ode aan dit historische moment. 

PPK nam het liedje op in 2000 en stelde het beschikbaar via een gratis MP3-site. Dat werd zó vaak gedownload dat de Russen een contract kregen bij het label van tranceheld Paul Oakenfold. En met succes: het werd een grote hit. In ons land reikte het plaatje tot de tweede plaats in de Top 40, maar ook in België en Engeland scoorde het goed. Maar hoe groot de hit destijds ook was, op de radio komt het eigenlijk nooit meer voorbij. Deze battle was dan ook de uitgelezen mogelijkheid om het plaatje weer even in de spotlights te zetten.

Keuze Stefan Koopmanschap: Bogdan Raczynski – Długa Podróż W Chmurach (2001)

Vanaf die eerste tonen intrigeerde en emotioneerde het me

Ik leerde Bogdan Raczynski in 1999 kennen toen hij zijn album Samurai Math Beats uitbracht. Overspannen ritmes en freaky melodietjes zorgden voor hele energieke muziek. Ik vond het fantastisch, dus daarna checkte ik ook Boku Mo Wakaran en Thinking Of You. Het paste prima in mijn muzikale smaak in die periode, dus ik kon er geen genoeg van krijgen en draaide met name Samurai Math Beats erg regelmatig.

In 2001 was daar ineens een nieuwe EP. Deze werd al gepresenteerd als ‘anders’. Ik bestelde de EP blind maar al snel bleek hoe anders het was. Bogdan wou terug naar zijn roots, wou zijn afkomst onder de loop nemen. De EP genaamd Muzyka Dla Imigrantów bevatte muziek gemaakt met traditionele Poolse instrumenten, en hoewel Bogdan wel de nodige effecten gebruikte voelde het hele album echt heel traditioneel aan. Zelfs alle titels en teksten op de hoes waren in het Pools

Hoewel het heel anders was dan het andere werk van Raczynski kon ik het heel erg waarderen. Ik vermoed dat het komt omdat het de eerste track van de EP is (de kennismaking met deze EP), maar met name die eerste track, Długa Podróż W Chmurach, pakte me echt enorm. Vanaf die eerste tonen intrigeerde en emotioneerde het me. En dat heeft me niet meer losgelaten. Het pakte me zelfs zo dat toen ik zag dat er een oostblok-battle zou komen ik direct wist dat ik hierover moest schrijven. Nog steeds, na al die jaren, is dit top of mind. Fantastisch!

Keuze Ronald Eikelenboom: Quidam – They Are There To Remind Us (2007)

Verdwenen winkels, verdwenen bandjes

Van sommige winkels is het eeuwig zonde dat ze zijn verdwenen. CD-Idee in de Schoutenstraat was zo’n winkel. Een wat weinig zeggende naam maar met twee liefhebbers achter de kassa die zo weggelopen zouden kunnen zijn uit High Fidelity van Nick Hornby of Telegraph Avenue van Michael Chabon. En het belangrijkste: met een grote voorliefde voor progrock. De eigenaar verweet het sluiten van de winkel aan het gebrek aan klanten en het illegaal downloaden van cd’s; zelf denk ik wel eens dat het specialiseren in progrock misschien niet de meest slimme zet was. Desondanks ben ik blij met alles wat ik er ooit heb ontdekt en weggesleept. Aan mij heeft het niet gelegen.

Ik herinner mij dat ik die winkel een keer binnen liep om vervolgens stokstijf te blijven luisteren. Het drumspel klonk als jazz, daaroverheen speelde iemand piano, vervolgens fluitspel, wat meestal erg lullig klinkt maar dit keer niet, en toen een stevige gitaarsolo. Verbijsterd vroeg ik waar ik naar luisterde. Dit is goed he? Komt uit Polen maar ze zingen gewoon Engels. Het bleek Quidam te zijn, en het album Alone Together. Ik heb nog een half uur staan luisteren en nam daarna het enige exemplaar mee naar huis.

Het was het vijfde album van de band. Op de eerste drie albums had de band een zangeres en die zong in het Pools. In 2002 gaat de band uit elkaar om twee jaar later weer bij elkaar te komen, zonder zangeres maar met een Engels zingende zanger. Het eerste album in deze bezetting leverde de band enig internationaal succes op, in bescheidde mate. Het daarop volgende album is Alone Together, nog beter, nog strakker. Vervolgens duurt het vijf jaar voor het volgende album Saiko uit komt, en verrassing: gewoon weer in het Pools gezongen. En daarna? De website is sindsdien niet meer bijgewerkt, nieuwe muziek is er niet meer verschenen, en dat ene cd winkeltje in Alkmaar die hun platen verkocht sloot de deuren.

Keuze Annamarie Broek: Peter Nalitch & Friends – Gitar (2010)

Zoet en zuur

Waarom die? Het doet me denken aan een van mijn kroonjaren (2009), die ik nu eens zonder financiële begrenzingen kon vieren. We kozen voor het Dolhuys, wat een leuke zaal heeft mét catering en muziekmogelijkheden. In die tijd groeiden de bomen nog net even tot in de hemel, zodat speeltuinverenigingen hun zaaltjes niet wilden, hoefden of durfden te verhuren! Muziek en dans, dat leek ons wel wat als jongverliefden.

De jacht op leuke en beschikbare dansmuziek, nog vrij legaal/illegaal te downloaden, kon beginnen. In de Volkskrant was toen zo’n rubriekje over leuke muziekjes met aardige clipjes. Peter Nalitch werd daarin nadrukkelijk aanbevolen. Je kwam op zijn site, kon zijn CD downloaden en daar een bedrag naar keuze voor betalen. Goh, dat was leuk! Het bleek een opname van een concert in Moskou, met een buitengewoon enthousiast publiek. Alle nummers waren uiterst swingend en dansbaar. De website is helaas niet meer te vinden, omdat die lijdt aan error 404.

Maar we hadden ook aan mijn broer gevraagd of hij ‘een paar nummertjes’ wilde spelen, samen met zijn muzikale vrienden. Toen de dansvloer zich vulde met danslustige gasten, begon de band een tamelijk ondansbaar repertoire te spelen. In de pauze zetten we dan snel de muziek van Peter Nalitch & Friends op, maar langer dan één nummer mocht dat niet duren! Toch konden we wat swingen op dat éne nummer: Gitar! Iedereen vond het prachtig. Het live-optreden was een klein minpuntje op een verder perfecte avond. Wat was het eigenlijk lief van mijn broer om zoveel muziek te willen spelen, ook al was dat niet onze bedoeling. Bij mijn volgende kroonjaar zal mijn broer niet meer komen spelen. Hij overleed onlangs aan de gevolgen van een hard en ongeregeld muzikantenbestaan.

Peter Nalitch werd een beetje bij het Russische establishment ingelijfd door zijn deelname aan het Eurovisiesongfestival van 2010, waar hij als elfde eindigde met een liedje dat ik niet tot het einde toe kan en wil horen.

Op de weergave van zijn concert stonden andere nummers die minstens even goed en dansbaar waren, veelal met dat echte Balkantintje. Gitar is het enige leuke liedje waar ik een clip bij kon vinden. Nalitch drijft hierin de spot met alles en iedereen, vooral zichzelf.

Keuze Tricky Dicky: Voyvoda – Изток (Iztok) (2012)

Mooie belofte

Toen ik van deze battle op de hoogte gesteld werd besefte ik direct dat ik nauwelijks bekend ben met muziek uit landen als Polen, Tsjechië of Roemenië. Veel verder als Sexepil uit Hongarije (met Nederlandse inbreng) en Manon Meurt uit Tsjechië kwam ik eigenlijk niet, maar ik vond het aan mijn stand verplicht om er iets meer werk van te maken. Dat heb ik geweten, want na veel zoeken was ik muzikaal gezien nog geen steek verder. Het merendeel wat ik beluisterde bleek meestal (te veel) metal. Pussy Riot kwam voorbij en alhoewel ik het idee achter de band steun is de muziek ondermaats.

Uiteindelijk bleef ik steken in Sofia, Bulgarije. De basis van een dark-wave band genaamd Voyvoda, die wisselend in het Bulgaars en het Engels zingen. Hun liedjes gaan over de geschiedenis van de Balkan en de vrome rebellen en hun leiders (genaamd Voyvodas). Hun debuutalbum kwam in 2008 uit (The Confederacy), gevolgd door Iztok in 2012 en Armenia in 2014 met daarnaast enkele singles en EP’s. En toen werd het stil. Hun Facebookpagina bracht mij niet veel verder dan een bericht dat ergens tussen 28 april en 5 mei 2018 hun nieuwe album uit zou komen: Confessions Of A Macedonian Bandit. Niet dus; we leven inmiddels meer dan een jaar verder en nog altijd nop.

Ik heb daarom maar gekozen voor Iztok; het titelnummer wat weer zoiets als het oosten betekent. Althans volgens google translate, maar die slaan de plank regelmatig mis. De hoes van het album (en in de clip) is een beeld wat ik mij van het grauwe Oosten voor de val van de muur goed kan herinneren. Oude trams, armoede en kleurloos. Mensen die nauwelijks hun mond durfden te openen, omdat iedereen een spion kon zijn en de angst voor een nachtelijk bezoek van de politie. Murw gebeukt door het systeem en hun leiders.

Keuze Marco Groen: Decapitated – Never (2017)

Zuidpolen

Wie een duikje neemt in het wel en wee van Decapitated komt er al snel achter dat de Poolse heren een nogal roerige geschiedenis achter de rug hebben. In 2007 bijvoorbeeld, was de band onderweg voor een optreden in het Wit-Russische Gomel, toen zij met hun tourbusje in botsing kwamen met een – met boomstammen beladen – vrachtwagencombinatie. Een ongeval dat de toenmalige drummer en broer van oprichter Waclaw Kieltyka, Witold ‘Vitek’ Kieltyka niet overleefde. Hij was niet het enige slachtoffer; zanger Adrian ‘Covan’ Kowanek raakte door het ongeluk in coma. Daar raakte hij wel uit, maar een volledig herstel lijkt er niet in te zitten. Covan kan niet zelfstandig functioneren, heeft intensieve zorg nodig en kan slechts zeer moeizaam spreken. Hij heeft de band dan ook verlaten.

Dit was overigens niet de laatste keer dat de Polen een kusje van een ander motorvoertuig kregen. Onderweg naar een optreden in New Orleans werd wederom de bus in elkaar gereden. Dit keer was de afloop wat minder dramatisch en bleef het bij materiële schade. De tour samen met GWAR en American Sharks kon snel weer voortgezet worden.

De volgende rampspoed was tijdens een tour in de Verenigde Staten waarbij een, wat we tegenwoordig als een ‘verwarde vrouw’ zouden omschrijven, de band beschuldigde van ontvoering en verkrachting. Een aanklacht die volkomen ongegrond bleek te zijn. Maar Amerika is nu eenmaal Amerika en wanneer je dan middenin de MeToo-hype in zo’n situatie terecht komt, dan kan je als buitenlandse band evengoed maandenlang een stilleven door de tralies gaan bekijken. Na vier maanden lieten de autoriteiten alle aanklachten vallen. Er was geen enkel bewijs en de dame in kwestie had al vaker het Openbaar Ministerie getart met indianenverhalen. Ze had wel enkele blauwe plekken op haar armen, maar getuigen wisten te melden dat deze afkomstig waren van haar ge-berkserk in de moshpit, tijdens een concert van Decapitated.

Meer dan genoeg drama voor drie bands dus. Gelukkig is hun muziek niet drama. Hooguit bij vlagen dramatisch (in de betekenis van: aangrijpend). Een leuk voorbeeldje hiervan is het nummer Never van Anticult, alweer het zevende album van de Technische Death Metal-spelers. Een nummer waarop voornamelijk Michal Lysejko, de vervanger van eerdergenoemde Vitek, behoorlijk aan zijn trekken lijkt te komen. Het nummer lijkt dan ook helemaal geschreven voor een doorgewinterde sportdrummer. Om het visueel te maken: hier een linkje van de kunsten die Lysejko vertoont tijdens dit liedje. Vooral live, op een geadviseerde vijf meter afstand van het podium, is dit nogal overweldigend te noemen en zorgt het voor de ononderdrukbare behoefte om nog dezelfde avond een shirtje van de band te scoren. Een soort hidden-sound-systems, zoals we die kennen van reclamebureau Multilul van Jiskefet. Een extra beloning is een keurig handje van de man achter de merchadise-tafel.

[polldaddy poll=10349445]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.