Elk jaar is er minder interesse om twee minuten simpelweg even (letterlijk) stil te staan bij de offers van onze (groot)ouders. Hoe moeilijk is het om heel even niet te praten of te appen. Respect is een gevleugelde term die vaak te onpas in de mond wordt genomen. 4 mei is een uitgelezen moment om het te tonen. Even reflecteren naar donkere tijden van onderdrukking, massamoord en verschrikkelijke honger en de mensen die zich opgeofferd hebben, zodat wij in vrede mogen leven. Natuurlijk ligt het gebrek aan interesse voor een groot gedeelte bij de ouders, maar onze overheid is ook niet zonder schuld. Waarom is 5 mei niet gewoon een jaarlijkse vrije dag? Is het de Calvinistische inslag of een dringende wens van de grootindustrie?
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de Dag van de Arbeid (1 mei). Vrijwel heel Europa is vrij, maar in Nederland moeten we de handen laten wapperen. Als slap excuus werd Koninginnedag een dag eerder gebruikt, want twee dagen achter elkaar vrij….poei. Nederland staat samen met Groot-Brittanië stijf onderaan qua nationale feestdagen. Waarschijnlijk krijgen de eilandbewoners er één bij om de Brexit te herinneren en te vieren. Oké, geintje. Maar wij staan ook onderaan qua wettelijk verplichte minimale vakantiedagen (20 per jaar), terwijl de Brexiteers van 28 vakantiedagen mogen genieten. Wat dat betreft kan je beter naar Finland emigreren, want zij hebben 15 feestdagen en minimaal 24 vakantiedagen. Frankrijk, Zweden, Denemarken en Spanje volgen met een totaal van 36 dagen. Bovendien willen veel omliggende landen een feestdag die op een zondag valt vaak met een dag vervroegen of verlaten. De enige die in Nederland iets vervroegd is de Belastingdienst door tegenwoordig in februari een aanslag te sturen over inkomsten in datzelfde jaar die je nog helemaal niet ontvangen hebt. Leuker kunnen we het niet maken.
Maar laten we op 4 mei om acht uur ’s avonds gewoon allemaal even stil zijn. Laat de vliegtuigen even een extra cirkeltje maken, stop de treinen, zet de auto even langs de kant, zet de muziek uit, leg die iPhone neer en bovenal…..hou je mond. Hoe mooi zou het zijn indien Nederland eventjes totaal stil is en in een massa-reflectie de doden eert en de fysiek en geestelijk getraumatiseerden oorlogsslachtoffers bedankt voor hun inzet voor vrede.
In 2013 kwam David Bowie met een nieuw album, The Next Day. De opvolger van Reality (2003) en een afsluiting van zijn Berlijn-periode. Op een moment dat vrijwel iedereen dacht dat hij met muzikaal pensioen was gegaan. Een magistraal album dat helaas en volledig onterecht de Brit-awards aan de Arctic Monkeys moest laten. Bowie ontving wel de (troost)prijs als beste mannelijke solo artiest. En bij de Grammies werd het album door een live-verzamelaar van Led Zeppelin verslagen. Kom op zeg; Zep is natuurlijk een geweldige band met fantastische tracks, maar een winnaar moet toch iets nieuws en verrassends uit de hoge hoed toveren?
Eén van de vele hoogtepunten op The Next Day is I’d Rather Be High. Een lied over een uit de oorlog terugkerende soldaat die geestelijk volledig erdoor heen zit. Hij kan de stap terug in de normale maatschappij niet maken.
I’d rather be high.
I don’t want to know.
I’m trying to erase these thoughts from my mind
De surrealistische clip laat de andere kant van de oorlog zien. Feestvierende soldaten en burgers die het einde van de oorlog vieren met daarbij beelden van geweld. Een herinnering aan de zinloosheid van oorlog.