Er zijn geen twee landen die een grens én een taal delen en die toch zo van elkaar verschillen als Nederland en België. Tenminste, als we de beroemde (Nederlandse) sociale wetenschapper Geert Hofstede mogen geloven. Dat uit zich ook zeker in de muziek. Zonder dat we nu willen doorschieten in cultuurrelativisme, kunnen we wel stellen dat wij bij Ondergewaardeerde Liedjes onze onderburen hoog hebben zitten.

Waar hem dat in zit? De Belgische muziekscene (en dan met name het alternatieve deel) lijkt een stuk, hoe zullen we dat zeggen, oorspronkelijker dan de Nederlandse. Waar we in eigen land nogal eens het gevoel krijgen dat nieuwe bands voor een belangrijk deel worden gepositioneerd als het Nederlandse antwoord op een Amerikaanse of Britse hype, komen er in Vlaanderen regelmatig nieuwe artiesten op die simpelweg nergens op lijken.

Daarom draait Studio Brussel Millionaire, Daan en Soulwax en hoor je bij 3FM Kensington, Chef’Special en Bløf. Daarom werden de Belgen in de jaren tachtig beroemd met New Beat en leerde de wereld ons in de nineties kennen van Happy Hardcore. Misschien is het wel Het Verdriet van België, een droevig besef van ellende, dat van Belgen zulke begenadigde muzikanten maakt. Het is de nimmer aflatende Helaasheid der Dingen die je door hoort klinken in de noten van onze Zuiderburen. Wij Nederlanders zijn wat dat betreft toch weer die kooplieden die vooral muzikanten een kans geven van wie we weten dat ze toch wel verkopen.

Of misschien zitten we hier wel weer eens ouderwets te stereotyperen, omdat we denken dat we het allemaal wel weer beter weten, zoals de Vlamingen ons toch al zien. Ach, soit. Zo lang we maar van hun prachtige muziek kunnen blijven genieten.

Keuze Hans Dautzenberg: Allez Allez – Allez Allez (1982)

Gratis fust

Op een dag stond hij voor de deur. Hij was familie. Een verre neef van mijn moeder, uit België. Hij nam ons mee voor een tochtje met zijn nieuwe Honda Prelude. Krap. Toerend door de groene schaduwen van de Ardennen, liet zijn sportieve rijstijl ook mijn moeder groen zien. Opgelucht haalde ze adem toen we weer thuis waren. De neef verdween net zo plots als dat hij was verschenen. Huiswaarts naar Luik. België was eventjes dichtbij geweest.

Luik, de stad van mijn grootvader, kende ik vaag als een grauwe verzameling half vervallen gebouwen aan een grijszwarte rivier. Niet een plek om bij stil te staan. Dat deden we later overigens wel regelmatig, in de file op weg naar Frankrijk. Het België van donkergroene bossen en donkergrijze steden uit mijn jeugd kreeg in de loop van de tijd meer kleur. Ik maakte kennis met de grandeur van Brussel met zijn grote lange avenues en kolossale paleizen. Winkelde in het kosmopolitische Antwerpen. En vond mijzelf op een nacht terug in één van de grootste studentendisco’s van het historisch rijk getinte Leuven.

Terwijl we ons op de excentrieke keuze van de lokale DJ vol energie overgeven aan de laatste dansrage, klinkt er plots een luide bel. De muziek stopt. Iedereen zet het op een rennen naar de bar. Wij, Nederlanders, blijven verbaasd achter. Er blijkt een gratis fust te zijn aangeslagen. Tegen de tijd dat wij het door hebben, is het fust leeg. We keren terug naar onze stek. De DJ start een nieuw nummer in. Allez Allez klinkt het. Aanstekelijk ritme. Ultiem dansbaar. Afrikaanse invloed. Laag voor laag neemt het nummer bezit van de aanwezigen. Niemand staat meer stil, alles beweegt, het golft, het rolt, het is één wezen en het roept Allez Allez. Dit is België. Tot. In. Mijn. Vezels.

Allez! Luisteren (en als je het feestje in het groot wilt vieren, kijk dan eens naar de video van het optreden op Werchter op 4 juli 1982).

Keuze Erwin Tijms: Amnesia – Ibiza (1988)

De vergeten Belgische wereldheerschappij

DJ Dikke Ronnie zette toen in Antwerpen dat singletje Flesh op, maar speelde het af op 33 toeren met een hoge pitch erop. Later deed iedereen dat.

Nee, dit is geen tekst uit een verhaal van Nico Dijkshoorn. Het schijnt werkelijk het verhaal te zijn van New Beat, de dansmuziek die België in 1987 stevig neerzette als belangrijk muziekland. Terwijl in Nederland house nog niet echt doorbrak – het verhaal gaat dat de RoXY er bijna mee gestopt was vlak voordat het aansloeg – floreerde het in België. Niet zo verwonderlijk ook, want Front 242 met hun Electronic Body Music had er ook hun oorsprong. Combineer die indringende, Teutoonse klappen en diepe synths met acid house, houd het relatief langzaam en new beat verschijnt.

Acts zoals The Lords of Acid en Confetti’s waren het bekendst en The Sound of C stond zelfs kort in de Top 40. Maar dat was natuurlijk het commerciëlere werk. In de Belgische discotheken was het echte, diepe, meer duistere werk te horen, waar heel dance-minnend Europa op af kwam. België moet enige tijd echt het middelpunt van de danswereld geweest zijn.

Voor een tiener uit Beverwijk was het nog moeilijk om die muziek te horen: op de radio werd het  nergens gedraaid en toegang tot Internet kwam pas een paar jaar later. Ik was later dan ook verrukt met de eerste Turn Up The Bass-verzamelplaten, waar ook de klassiekers uit de new beat op te vinden waren. Mijn favoriet was Ibiza van Amnesia: diepe beats met een heerlijk indringend acid-geluidje erdoor. Het is nog altijd een prachtig nummer. Maar ook Rock To The Beat van 101 moet genoemd worden, want kiezen was moeilijk voor deze battle.

Bedenk wel: we hebben het over meer dan 30 jaar geleden. Latere iconen zoals Sven Väth zochten toen nog duidelijk hun stijl, waar de Belgen een uitgesproken eigen geluid hadden. Met verreikende invloed: uiteraard was het binnen enkele jaren gedaan met new beat zelf (het is tenslotte dansmuziek en was zelf ook een amalgaam van andere stijlen), maar de eerste grote house-acts bouwden weer verder op dit geluid en veroverden ook in commerciële zin de wereld. De invloed van new beat is nog heel goed te horen in het werk van Technotronic, dat natuurlijk ook uit België kwam. En daarna kwam de hele stortvloed aan acts uit de Eurodance, waarvan de eersten ook al uit België afkomstig waren. Zo bezien waren de Belgen pioniers in een stijl die al 30 jaar lang de muziek domineert.

Keuze Willem Kamps: Betty Goes Green – Life Long Devotion (1993)

Meeslepend, en beangstigend

Begin jaren negentig maakte ik de overstap van vinyl naar cd. De elpee zou op niet al te lange termijn verdwijnen (inmiddels weten we wel beter) en cd’s waren een stuk handzamer, helderder qua geluid en krasbestendig. Als verkooppraatje werd verteld dat je de nieuwe geluidsdragers ook kon gebruiken als onderzetter voor je biertje of als mini frisbee. Dat dit flauwekul was en er ook zoiets bestond als cd-rot wisten we toen nog niet. Dat bleek veel later pas.

Om de kleine schijfjes af te spelen kocht ik een home soundsystem. Daarop zat naast de mogelijkheid om cd’s en dvd’s af te spelen ook een tuner. Via de kabel – toen nog Casema, later opgegaan in Ziggo – kon ik dertig voorkeurzenders programmeren. Nooit gedaan. Ik vond één zender en die stond na zijn ontdekking in die tijd dagelijks aan: Studio Brussel. Een verademing ten opzichte van Radio 3. Geen flauwekulspelletjes, geen onzingeleuter, geen hoor-mij-eens-leuk-zijn-DJ’s. Wel: goeie muziek. En, logisch, veel Belgische bands.

Dankzij Studio Brussel maakte ik kennis met Noordkaap, het Gorki van Luc de Vos, de crossover van Ashbury Faith, Mad Dog Loose, het bluesy Soapstone, dEUS natuurlijk, Metal Molly, Hooverphonics triphop, Soulwax en ga zo maar door. Oh ja, het grungy The Dildo Warheads niet te vergeten, alleen al vanwege de gevleugelde naam. Veel van die bands bevonden zich al gauw in mijn zich gestaag uitbreidende cd-verzameling. Zo ook Betty Goes Green, tot onvrede van zanger/gitarist Luc Crabbe ooit het Vlaamse Nirvana genoemd. Inderdaad. Een verkeerd etiket.

Hun tweede album, Hunaluria, is geproduceerd door Mike Rathke, gitarist en producer van Lou Reed’s New York-album, waardoor ook contact met Reed werd gelegd. Plaat drie, Hand Some,  werd in New York geproduceerd, eveneens door Rathke, en daar speelde ome Lou een gitaarsolo bij It’s Been a Long Time. Reed was vervolgens onder de indruk van hun vierde Hedonic Tone en vroeg Betty zijn voorprogramma van zijn Europese tour te doen. Toch bleef de band, vooral door de pers, ondergewaardeerd.

Mijn eerste kennismaking met Betty was de tweede single van Hunaluria, Life Long Devotion. Het liedje viel en valt nog steeds goed. Het begint speels, lijkt een niemendalletje. Echter, éné Roger moet elk pleziertje voorbij laten gaan, want zijn vrouw vindt dat alleen zíj aandacht nodig heeft, hun hele leve lang. Pas in het refrein komt die opgelegde devotie in volle omvang naar voren, mede door toetseniste/zangeres Nathalie Duyver, die als een ware sirene het herhalende devotion echoot. Het is dan oppassen dat je je niet laat meeslepen, frontaal botst en nooit meer loskomt uit haar egocentrische armen. Meeslepend, en beangstigend. Ik kan niet anders zeggen.

Keuze Eric van den Bosch: Wizards Of Ooze – Fuzzball (1994)

Belgenfunk

De Belgenpop was niet aan te slepen in de jaren negentig. Een band die indertijd desondanks steeds onder de radar is gebleven, is Wizards Of Ooze.

Dat is hoewel volstrekt onterecht wel begrijpelijk. Het was namelijk geen überhippe indiepop, noise of electropop, het was moddervette funk. Begin negentiger jaren werd de band in Antwerpen opgericht door toetsenist Wim Tops en toetsenist/gitarist Peter Revalk. Aanvankelijk begon de band (toen nog onder de naam Vibes Ahead Alliance) als jazzdancegezelschap, maar na een aantal liveoptredens met een uitgebreidere band evolueerde de muziek naar wat Wizards Of Ooze werd. Die uitgebreide band omvatte naast een drummer en bassist nog twee blazers en live soms achtergrondzangeressen erbij.

Na de albums The Dipster (1994), Bambee!(1996) en Almost…Bikini (1999) was de koek op. De verkopen van het laatste album vielen tegen, de Duitse platenmaatschappij ging failliet en de de band viel uiteen. Revalk en Tops richtten zich vooral op schrijven, techniek en productie. Vorig jaar verscheen nog wel een restjesalbum, The Unheard Tales Of Helga Schröder.

The Dipster blijft het fijnste album, simpelweg omdat daar de minste muzikale compromissen werden gesloten. Wijdepijpenfunk met modernere invloeden als lounge en triphop was het, een beetje zoals de Beastie Boys dat deden op The In Sound From Way Out. Wie James Brown noemt heeft overigens ook gewoon gelijk, net zoals sommige wat softere songs (Trippin’, bijvoorbeeld) ook wel aan Jamiroquai doen denken.

Zang was geen noodzaak. Live konden ze twintig minuten swingen met alleen “Big Mama” als tekst. De teksten waren kort en leken vooral op klank samengesteld. Logisch, want het was slechts de aanleiding om Hammondorgel en Moog te laten janken, met krachtige ritmepartijen en uitzinnige blazers als aankleding. Zo ook bij het kleine hitje Fuzzball:

Fuzzball, You’re my Taj Mahal,
‘cos you got it all, Fuzzball
Fuzzball, You’re my baby doll,
And now I’ve got it all, Fuzzball

Wizards Of Ooze: de beste Belgenpop waar u nooit van had gehoord.

Keuze Alex van der Meer: Das Pop – Forever (2000)

Ik ❤

Ik heb nooit getwijfeld over België. Als ik koers kijk doe ik dat bij de Belg op Sporza. Radio luisteren? StuBru! Stoofvlees mag gewoon met chocola, en we drinken er Rochefort nr. 10 bij. Lekker met dikke frieten. Voor de 1000ste keer lees ik Het Spaanse Spook en er was zelfs een tijd dat ik alles kocht en las van de auteur Herman Brusselmans. Cultureel gezien valt er genoeg te genieten. Uiteraard ook qua muziek. Ik denk meteen aan Gorki, Hannelore Bedert, Noordkaap, Front 242, Flip Kowlier, Zita Swoon, dEUS, Jacques Brel, en nog vele anderen. En ook aan Das Pop.

Das Pop komt bij me bovendrijven aangezien dat één van die Belgische acts is die ik meermalen heb gezien. De keer dat ze op clubtour waren bij ons in het land – vlak nadat het debuutalbum was verschenen – kan ik me nog heel goed herinneren. Het was al erg goed wat daar werd neergezet. Wat een volwassen band al, zo zelfzeker, en wat een leuke nummers. Het album, I ❤,  maakte bij mij dan ook aardig wat overuren. En elke keer had ik een ander nummer als favoriet.

Forever is heel lang echter niet dat favoriete nummer geweest. Ik heb getwijfeld over Forever. Ik stond in dubio. Nam geen enkel risico. Het was vaak een kwestie van overslaan, want ik vond het niet goed passen bij de rest van het album. Te drammerig, weinig beklijvend. Laat staan iets voor de eeuwigheid. Tegenwoordig denk ik er heel anders over. Het is een relatief hard nummer. Het beukt behoorlijk. Maar het hoge elektro-gehalte en de lekkere heftigheid van het nummer spreekt me nu juist erg aan. Met name omdat er toch stiekem genoeg variatie aanwezig is om het langdurig spannend te houden. Van dik hout zaagt men een mooi beeldje. Een pop parel. Sterker nog, een Das Pop parel.

Keuze Peter van Cappelle: Milow – Born In The Eighties (2006)

Zijn autobiografie in 4 minuten

In zijn thuisland heeft Jonathan Vandenbroeck alias Milow sinds 2006 een succesvolle carrière weten op te bouwen. In Nederland kwam het helaas niet verder dan die ene grote hit met de 50 Cent cover en twee bescheiden hits. Dat is jammer, want Milow heeft meer te bieden dan een akoestische cover van een R&B nummer dat weliswaar in het begin wel heel verrassend was. Totdat het ook die cover was die een grote Top 40 hit werd en kapot werd gedraaid op radiozenders.

Op zijn debuutalbum The Bigger Picture uit 2006 staat één nummer dat mij altijd heeft ontroerd. Het nummer viel mij direct op toen ik het hem live hoorde spelen op een klein festival op een klein podium in 2008. Vlak voordat het eerder genoemde Ayo Technology werd opgepikt en een mega hit werd. Het nummer Born In The Eighties is zijn persoonlijke autobiografie in 4 minuten, maar ook een ode aan zijn generatie. De generatie die werd geboren in de jaren ’80 en opgroeide in de jaren ’90.

Ik ben zelf eind jaren ’80 geboren, dus meer opgegroeid in de jaren ’00 dan de jaren ’90.  Toch is de tekst denk ik voor velen die ouder wordt grotendeels herkenbaar. Vrienden om je heen gaan trouwen en stichten een gezin, terwijl jij jezelf nog steeds aan het ontwikkelen bent en je eigen weg probeert te ontdekken.

Keuze Henk Tijdink: Buurman – God, Ik En Marjon (2008)

Muzikaal overspel

Een blogje over het meest ondergewaardeerde liedje uit België. Dat is alsof je moet kiezen wie je lievelingskind is. Of het lekkerste biertje. Of je lievelingsbroek (ja, mannen hebben dat probleem ook). En in het land van dEUS, Balthazar, Admiral Freebee, Zita Swoon en K3 is er gewoon te veel keus.

Complicerende factoren zijn er ook nog. Ten eerste bestaat er het grote risico dat mijn keus hetzelfde is als die van muzikale broeder en medeblogger Freek. Als een echte Derk Bolt heeft hij zijn volledige stamboom uitgezocht (tot in de 14de eeuw). Daaruit blijkt dat we geen familie zijn. Het enige dat ons nog rest is een DNA-test om het onomstotelijk vast te stellen.

Daarnaast bestaat er het risico dat ik met mijn keus een vrouw beledig. Ja, een vrouw. Want het liedje van mijn keus gaat over ene Marjon. En zo heet mijn vriendin nu net niet. Maar dat is dan nog niet zo’n probleem. Het probleem is dat mijn collega wel Marjon heet. En ze is tevens lezer van dit blog. Dus het risico bestaat dat mijn vriendin denkt dat ik een oogje heb op mijn collega. Of mijn collega denkt dat ik een oogje op haar heb, omdat het duidelijk een liefdesliedjes betreft.

Beide scenario’s zijn niet echt wenselijk. En, voor alle duidelijkheid, ook niet waar. Het lijkt me voor iedereen daarom ook maar beter om dit onderwerp te laten rusten. Maar het moge duidelijk zijn dat bloggen zo makkelijk nog niet is.

Tot de orde. Buurman heet de band en in 2008 bracht de band van voorman Geert Verdickt het album Rocky Komt Altijd Terug. Hun eerste single heette God, Ik En Marjon en dit is in Nederland geruisloos voorbij gegaan. De mooie single Middellandse Zee heeft in Nederland nog enige airplay gehad. Maar verder bleef het stil rondom Buurman. Althans, in Nederland.

God, Ik En Marjon is een mooi liedje waarin de ik-persoon zich tot God wendt. Wanhopig verliefd is hij op Marjon. En radeloos is hij dat God hem in het ongewis laat.

Ik ben nochtans sinds kort ook gaan geloven.

Maar Hij geeft geen duidelijkheid over die ene vraag:

God, ik en Marjon. Hoe zit dat tussen ons?

En het geloof in God wordt zwaar op de proef gesteld. Want is Hij niet ook de aanstichter van alle mannelijke onzekerheid?

En neen dit kan geen toeval zijn
En ik verdenk Uw Goddelijk brein
Kan’t zijn dat U ook na de uren vrouwenlijven zit te kleien?

Hoe het afloopt, dat weten we niet. In de liefde moet je het niet te veel van God laten afhangen. Daarbij, Hij heeft het ook druk.

Maar God de vader, hij sprak zacht
Ik kom vanavond of vannacht
Hoewel ik denk dat ik ook nog ergens anders wordt verwacht.

Keuze Frans Kraaikamp: Intergalactic Lovers – Bruises (2011)

Blauwe plekken op mijn ziel

Al jaren ga ik naar muziekfestivals om me te laven aan nieuwe muzikale prikkels. Mijn favoriete feestje is toch wel Into The Great Wide Open! Eén van de meest indrukwekkende edities van het festival is voor mij 2011 geweest. Wat een programma was er dat jaar! Om wat namen te noemen: Laura Marling, Michael Kiwanuka, Agnes Obel, Bettie Serveert, dEUS, Eefje de Visser, James Vincent McMorrow, Junip, Kurt Vile & The Violators en het Belgische bandje Intergalactic Lovers! Bij deze Belgen-battle mag Intergalactic Lovers wat mij betreft niet ontbreken..

Intergalactic Lovers had in 2011 nieuw materiaal uit met hun debuut album: Greetings & Salutations wat ze live te horen brachten. Ondanks dat het optreden binnen was geprogrammeerd – in de vaak schreeuwerig klinkende Bolder – was het een heel fijn optreden. Eén van de prijsnummers die ze speelde was het nummer Bruises. Bruises heeft een prachtige gelaagdheid en opbouw. In basis is het een lekker gitaar tokkeltje waar subtiel op doorgebouwd wordt door de rest van de band. Heerlijk zijn de trage overstuurde gitaarsolo’s, die zorgen voor het nodige bombast. De stem van zangeres Lara Chedraoui heeft een rijke kleur en zuigt me verder het nummer in. Ze zingt:

What once was is now gone
By the bruises on my soul
Bruises on my soul
What once was is now gone
By the bruises on my soul
Bruises on my soul

Ik heb gekozen voor een live versie van Bruises uit 2015 in het AB in Brussel. Een hele mooie versie vind ik. Check deze band als je het nog niet kent. Het is één van de vele parels van onze zuiderburen!

Keuze Erwin Herkelman: Tourist LeMC – Koning Liefde (2015)

Een lief liedje van een rapper

Ik ben opgegroeid in een tijd dat Amerikaanse rappers elkaar simpelweg overhoop schoten als ze het niet met elkaar eens waren. En ook in Nederland was er destijds volop rivaliteit. Al werd dat vooral beslecht met woorden: rappers vonden zichzelf vooral helemaal geweldig en de rest was gewoon kut.

Toen ik voor het eerst het liedje Koning Liefde hoorde, was ik dan ook verrast. Geen heftige, politieke boodschap, geen sneren naar collega’s, geen schuttingtaal maar een hartstikke lief liedje. Een verzoek om vergiffenis van een rapper die terugkijkt op een periode in zijn leven waarin hij de mensen om zich heen nogal eens teleurstelde. Dáár moesten mijn oren even aan wennen. En dat had niet alleen te maken met het Antwerpse dialect waarin hij rapte. Al paste dat perfect bij de inhoud van het nummer en maakte dat het liedje zo mogelijk nóg sterker. Maar een hiphop-artiest als singer-songwriter, een troubadour bijna, dát was nieuw voor me. Tourist LeMC haalde zijn inspiratie uit de Franse hiphop uit het midden van de jaren ’90. Een scene waarvan wij in ons land maar weinig van hebben meegekregen: alleen Manau haalde hier destijds de Top 40 met hun heldenepos La Tribu De Dana.

Koning Liefde is een single waarmee hij voor het eerst de hitlijsten haalde. Niet in Nederland overigens. Hier heeft hij zelfs nooit in de Tipparade gestaan. Maar wel in zijn vaderland, waar hij tot plek 17 kwam. Een ijkpunt in zijn carrière. Er volgden daarna nog diverse hits in België waarvan Horizon de absolute topper was. In de Vlaamse Top 50, een hitlijst met alleen maar singles van Vlaamse bodem, stond hij in 2016 maar liefst 20 weken bovenaan. Vlak na de aanslagen in Brussel werd het voor de Belgen een baken van hoop.

Keuze Martijn Janssen: Trixie Whitley – New Frontiers (2015)

Op zoek naar nieuwe geluiden

Zoals velen hier heb ook ik een zwak voor de muziek van onze zuiderburen. Samen met vrienden zijn optredens van onder andere Admiral Freebee, dEUS of Zita Swoon/Stef Kamil Carlens vaste prik als ze weer eens Nederland bezoeken. Een gemeenschappelijke draad tussen die artiesten is dat ze allen proberen iets nieuws te brengen, verder te gaan dan het standaard rockgeluid. En dat geldt zeker ook voor de optredens van Trixie Whitley.

Ik heb al eens eerder geschreven over de prachtige nummers die Trixie Whitley maakt. Toen had ze alleen nog maar haar album Fourth Corner uit, een krachtige collectie nummers geworteld in de blues en soul en de moerassen van het zuiden van de Verenigde Staten, maar toch helemaal van deze tijd. Sinds die tijd verscheen tweede album Porto Bohemica, restjesverzamelaar Sway en komt binnenkort, als het goed is, haar nieuwe album uit. Een voorproefje daarvan liet ze afgelopen mei al horen tijdens een aantal optredens in Nederland. En het lijkt dat ze verder is gegaan op de weg die ze met Porto Bohemica al was ingeslagen. De nummers zijn wat elektronischer geworden, wat meer gebaseerd op toetsen en minder op swampy gitaren. Wat is gebleven is haar indringende stem, die je nog steeds binnentrekt in haar universum.

Mijn keuze is een nummer van Porto Bohemica met de treffende titel New Frontiers, want Trixie Whitley verlegt nog steeds haar grenzen, maakt nog steeds muziek die weet te prikkelen. Ik kijk dan ook uit naar haar optredens eind dit jaar (onder andere in Breda, Sittard en Amsterdam).

Keuze Ronald Eikelenboom: Fleddy Melculy – Brood (2016)

Kneiterharde humor

Eigenlijk begon het als een gimmick. Jeroen Camerlynck van de Vlaamse rockband De Fanfaar ergerde zich geel en groen aan pubermeisjes en jongetjes die rondliepen in bij H&M gekochte T-shirts van bands als The Ramones, Iron Maiden en Metallica. Het verhaal gaat vervolgens dat de geest van Pantera’s Dimebag Darrel Camerlynck influisterde om de metal te gaan redden. Het eerste resultaat was de single T-shirt van Metallica.

Een aantal maanden later volgde debuutalbum Helgië met behalve de ergernis over foute band shirtjes ook andere ergernissen zoals vegetariërs, zoekgeraakte sleutels, jazz of het feit dat het brood op is als je honger hebt.

Klagen en mopperen is niet zo moeilijk, wie af en toe zijn tijdlijn op Facebook bekijkt weet dat, maar als je dat met de nodige humor weet te brengen, en op een spijkerhard bedje van metal, dan heb je goud in handen. Genoeg om een brood te kopen.

Keuze Tricky Dicky: Drive Like Maria – Nighthawk (2017)

Plankgas

Vrouwen achter het stuur, bloed aan de muur. Mannen kunnen gemiddeld wel degelijk beter rijden dan vrouwen, maar doen dit niet. Ze kunnen ook beter omgaan met een auto en hebben meer gevoel voor autorijden, maar vrouwen hebben weer een beter reactievermogen en ze schatten verkeerssituaties beter in. Bovendien veroorzaken ze minder schades én minder hoge schades, nemen ze minder risico’s en kunnen ze beter multi-tasken onder druk. De heren zijn ook veel eerder afgeleid in de auto, want veel ongelukken worden veroorzaakt omdat hun aandacht naar een goed (of schaars) geklede vrouw uitgaat. En om het maar te staven met een bewijs: toen Eva Herzigova op een grote affiche in een beha poseerde vonden er massale verkeersongelukken plaats doordat de kwijlende chauffeurs niet langer naar de weg en het verkeer keken.

Uit onderzoeken blijkt ook dat juist aanzienlijk meer mannen te hard in het verkeer rijden en de heren die betrokken zijn bij een ongeval heel veel vaker betrapt worden op rijden onder invloed: een schrikbarende 92%! Vrouwen hebben daaraantegen wel vier keer vaker kans op een lichte aanrijding. Het sterke geslacht dient dus wat vaker in de spiegel te kijken, want de kans op muurvervuiling is vele malen groter door hun (rij)gedrag.

De Belgisch-Nederlandse trio Drive Like Maria lijkt terug te grijpen op de stelling, maar niets is minder waar. De band ontleent haar naam aan de zus van coureur Mario Andretti. Zijn zus Maria was een van de eerste vrouwelijke coureurs. Zij was nogal berucht om haar rijstijl, ook op de gewone weg. Daar kwam al snel een gezegde uit. Hoe onbegaanbaar de weg soms ook lijkt: If you want to get there in time, you’d better drive like Maria.

Is de band Belgisch? De meningen zullen verdeeld zijn, maar er zijn een tweetal redenen om ze in deze categorie te scharen. Ten eerste worden ze op wikipedia als een Vlaamse band gezien. Wellicht vanwege zanger-gitarist Björn Awouters. En ten tweede hebben ze een Belgisch management. Ze bestaan sinds 2005, maar de grote doorbraak is er nog niet van gekomen. Onbegrijpelijk, want sinds hun debuutalbum (2009) treden ze regelmatig op festivals op en hebben onder andere in China en de V.S. op het podium gestaan.

Hun laatste album Creator Preservor Destroyer kwam vorig jaar uit. Er staan een aantal geweldige tracks op: Tiny Terror, When The Lights Go Down en Forget. Maar de albumopener is het meesterwerk. Nighthawk begint rustig met een donker bluesy geluid om na een dikke minuut over te gaan op keiharde rock & roll.

Een beetje als het rustige rijden van de vrouwen en het scheurwerk van de mannen.

Keuze Danny den Boef: Kommil Foo – Kom Hier Dat Ik U Graag (2017)

Zoals het hoort

Aan de man die ’s ochtends opstaat
bij wie het leven als een natte
dweil keihard in zijn gezicht slaat
− die met de moed der wanhoop
zijn koffie drinkt, zijn krant leest,
zijn dikke hond uitlaat −

Kijk. Dat zijn de openingen. En hoe. Kommil Foo, de band waarover het in dit geval gaat, komt onmiskenbaar uit Vlaanderen. Ik zeg bewust Vlaanderen. Ik hou van Vlaanderen. Ik heb het, laat ik me politiek correct uitdrukken, een stuk minder op Wallonië. Maar ik hou van Vlaanderen. Laten we het gezellig houden.

Het theater-duo Kommil Foo, bestaand uit de broers Raf en Mich Walschaerts, treden al sinds eind jaren ’80 op en genieten in Vlaanderen een relatief grote populariteit. De naam is een verbastering van het Franse Comme Il Faut, iets dat zoiets als zoals het hoort betekent. Naast hun theater en cabaret, of eigenlijk als onderdeel ván hun theater en cabaret, schrijven en brengen de heren geweldige muziek uit. Het is muziek waarbij het in alles om de teksten draait. Teksten die met de prachtige Vlaamse tongval en typische bewoordingen in al haar naakte schoonheid gebracht worden als een fluwelen deken die neerdaalt over de luisteraar.

Dit nummer is mijn favoriet. Het duurt lang, want wees eerlijk, waar hoor je nog een nummer van bijna 10 minuten, maar dat is allesbehalve erg. Het geeft het nummer als een fijne fles wijn de tijd te rijpen.

Aan die man, die moedige man,
die man die weigerde te haten, ook
al werd hem het grootste onrecht
van de wereld aangedaan − aan
die dichter die moest zwijgen, die
moest kruipen, maar die in zijn
eigen hoofd steevast pal rechtop
bleef staan − aan elke godvergeten
zuiper in elke godvergeten kroeg,
die meebrult met het refrein

Het houdt simpelweg niet op met de teksten. De één nog fraaier dan de ander. En dan zijn we nog niet eens bij het refrein. Dat waanzinnige refrein. Dat bloedstollend mooie refrein.

Kom hier, kom hier dat ik u aan
mijn borst druk − kom aan mijn
hart, dat ik mijn hand haal door uw
haar − dat ik u kan vragen of ge
iets wilt drinken, koffie misschien,
eventueel een glas wijn − en dat gij
dan kunt zeggen dat ge liever alleen
wil zijn, ook goed − maar misschien
hebt ge zin om te praten − om te
vertellen wat er op uw hart ligt, op
uw schouders drukt, elke twijfel,
elke gemiste kans, elke niet gestelde
vraag − wat ge in de loop der jaren
allemaal hebt beloofd en geloofd en
waar ge nu misschien spijt van hebt
elke overwinning, elke nederlaag −
kom hier, dat ik u draag − kom hier,
dat ik u draag

Elke keer als je het nummer luistert, komt er weer een laagje schoonheid bovenop. Elke keer wordt het nummer nét even wat mooier. De muziek weet ongepolijst te raken, zonder opsmuk. Gewoon effectief raak.

Kommil Foo. Comme il faut. Zoals het hoort.

Keuze Freek Janssen: Flying Horseman – Reverie (2018)

Alsof je verdwaald bent in een donker, eng bos. Met wolven

Meedoen aan deze battle is voor mij niet zozeer een kwestie van het kiezen van een liedje; wat veel belangrijker is, is dat ik er heel veel niet kan kiezen.

Een kleine twee jaar geleden schreef ik al een bloemlezing van de Vlaamse pophistorie in de hoop om een paar plaatjes de Snob 2000 in te duwen. En mijn hemel, wat is er sinds die tijd alweer veel moois voorbij gekomen… Zo ben ik erg gecharmeerd van alles wat Warhaus uitbrengt, dat geldt ook voor Belgisch nieuwe talent Tamino. De nieuwste albums van Daan en Soulwax zijn wederom niet te versmaden.

Wat dan te kiezen? Ik ben dit keer maar voor de keuze gegaan van de band die – ondanks twee eerdere blogs – nog steeds Ondergewaardeerde Liedjes maakt. Flying Horseman, dat is een geval apart. Live schijnen ze briljant te zijn, maar hun studiowerk vind ik ook al heel, heel fijn. Vooral dit onheilspellende nummer, Reverie. Alsof je verdwaald bent in een eng, donker bos vol met wolven.

[polldaddy poll=10114888]

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.