Mensen gaan dood. Zo gaat dat. De dood maakt net zozeer onderdeel van het leven uit als het volzuigen van de longen met verse zuurstof. Het is uiteindelijk onvermijdelijk. Voor velen gelukkig pas na een jaar of 80-90, maar soms ook eerder.
Hoe pijnlijk ook, we moeten er een keer aan geloven. Zo ook bekende artiesten. Het feit dat men iets moois heeft gemaakt dat vaak vele miljoenen mensen heeft geraakt en blijft raken, ook na iemands dood, maakt het voor het gevoel wellicht nog wat tragischer. En wat zijn het er eigenlijk veel als je er over nadenkt. Tom Petty, David Bowie, John Lennon, Nina Simone, Aretha Franklin, B.B. King, Janis Joplin, Elvis Presley, Amy Winehouse, Kurt Cobain, Freddie Mercury, Dusty Springfield, André Hazes, Jimi Hendrix, George Harrison, Roy Orbison, Michael Jackson, Whitney Houston, George Michael, Charles Aznavour, Otis Redding, Frank Sinatra, en ga zo maar door. Het zijn er veel. Een naam die echter altijd ontbreekt als het om grote muzikale doden gaat, is die van Phil Lynott. En na al die jaren vind ik dat niet kunnen. Phil Lynott was een zeer groot muzikaal talent dat nooit stil heeft gezeten.
In de tumultueuze jaren ’70 brak hij door als excentrieke frontman van de band Thin Lizzy. Hij richtte niet alleen de band op, maar was ook de hoofd-tekstschrijver, zanger en bassist. Dat laatste leerde hij zichzelf aan, en het lag hem. Zijn herkenbare stijl van bassen, zou nog veel navolging krijgen.
De band had veel succes in de jaren ’70 met hits als Whiskey In The Jar en The Boys Are Back In Town. Toch begon de band langzaam uit elkaar te vallen aan het begin van de jaren ’80. Na het opstappen van hun manager en enkele leden die het tevens voor gezien hielden, bleek ook nog eens dat Lynott, wat velen eigenlijk stiekem al wisten, steeds verder wegzakte in zijn verslaving aan hoofdzakelijk drugs. De situatie werd onhoudbaar en in 1983 stapte hij op als frontman. Het deed hem geen goed. Zijn heroïnegebruik nam een vlucht, en lieten hem niet meer los. Steeds vaker was hij ziek, had hij last van astma, en werd steeds onberekenbaarder. Het leidde begin 1986 tot een tragisch einde. Alle drank en drugs hadden hun destructieve taak gedaan. Na enkele weken op de intensive care overleed hij aan hartfalen ten gevolge van een bloedvergiftiging. De grote man uit Dublin was op slechts 36 jarige leeftijd uitgezongen.
Wat Lynott voor mij zo bijzonder maakt, is het feit dat het haast duizelingwekkend is wat deze man in zijn korte leven allemaal gedaan heeft. Hij schreef muziek, poëzie, zong in meerdere bands, nam twee soloplaten op, toerde heel de wereld over met Thin Lizzy, maakte onderdeel uit van Jeff Wayne’s War Of The World, nam muziek op met alles en iedereen, was groot voetbalfan én aandeelhouder van Manchester United, maar bovenal een beretrotse Ier. Je kunt veel van hem zeggen, maar niet dat hij niet het maximale uit het leven heeft gehaald.
Zijn eerste soloplaat, Solo In Soho, kwam uit in 1980. Op dat album is bijna alles in samenwerking met andere artiesten, allen bevriend met Lynott. Het beste nummer is naar mijn bescheiden mening en zonder enige twijfel King’s Call. Het nummer is een prachtig eerbetoon aan de 3 jaar eerder overleden King, Elvis Presley.
It was a rainy night the night the king went down
Everybody was crying it seemed like sadness had surrounded the town
Me I went to the liquor store
And I bought a bottle of wine and a bottle of gin
I played his records all night
Drinking with a close, close friend
Die eerste zin is gelijk de beste beschrijving van het nummer. Het klinkt een beetje gruizig. Het klinkt regenachtig. Het klinkt als een soort film-noir.
Now some people say that that ain’t right
And some people say nothing at all
But even in the darkest of night
You can always hear the king’s call
You can always hear the king’s call…
Het mooie is dat het gitaarspel instant herkenbaar is. Het kan haast niet anders dan dat dit Mark Knopfler is. En dat is dan ook zo. Knopfler speelt gitaar en de solo had niet misstaan in een willekeurig nummer van Dire Straits. Net als de rest van het nummer overigens. En dat is een zeer groot compliment lijkt me. King’s Call is misschien wel één van de fijnste platen uit de 80’s.
Phil Lynott. De Ier in hart en nieren. De duizendpoot. Een muzikaal genie. Laten we het daar gewoon eens wat vaker over hebben. En alsjeblieft, laten we hem nooit meer vergeten.
Mooi geschreven, mooi eerbetoon aan geweldige muzikant.
Wel 1 van de zeldzame opnames waar Mark met ene Tremelo arm speelt