Op #667 in de Snob 2000
He not busy being born is busy dying schreef Bob Dylan in mijn geboortejaar. Hoewel ik volgens deze wijsheid sindsdien dus bezig ben te sterven, houdt mijn dood mij niet zo bezig. Dat geldt ook voor de meeste popmuzikanten. Zij staan over het algemeen in de bloei van hun leven en bezingen voornamelijk de liefde. Zou je denken.
Maar er zijn in de popmuziek toch heel wat liedjes over de dood. Soms gaat het over een geliefde. Maar in voorkomende gevallen ook wel eens over een collega, meestal omgekomen als gevolg van één der slechte gewoontes (drank/drugs/snelle auto’s/vliegreizen/zwembaden/vrienden of een combinatie daarvan), die het leven van een muzikant met zich meebrengt. Daarnaast lijkt er een heel subgenre te bestaan aan moordliedjes, bezingen sommigen niet de ware dood maar le petit mort en laat ik het geflirt van vele metal bands met de do(o)d(en) ook maar even buiten beschouwing.
Het gekozen perspectief in de liedjes is over het algemeen dat van de achterblijver(s). Zij treuren of nemen afscheid. En dat is waar R.E.M.‘s Try Not To Breathe zich onderscheid. Dit is het verhaal van de laatste momenten gezongen vanuit het standpunt van de stervende. Een monologue intérieur. Berustend, maar wel zelfbewust. Hier is iemand aan het woord die waardig terugkijkt én met opgeheven hoofd vooruit kijkt. Het heft in eigen handen houdt. Niet bang voor the reaper draait de ik-figuur in een prachtig melancholische wals het einde tegemoet.