We hadden al geconstateerd dat liefdesverdriet een dankbaar onderwerp is voor een popliedje. Deze doet het ook altijd goed: de wereld deugt niet, en de politiek nog minder.

Dit is volgens onze vrienden van Radio 2 de Top 100 van de Protestsongs. Ooit. Maar wij doen niet aan de topliedjes.

Wij gaan voor de ondergewaardeerde liedjes. Fuck the world! 

Keuze Jan van Deursen: Elvis Costello – Tramp The Dirt Down

Als Thatcher begraven wordt, komt Costello naar het graf om de aarde aan te stampen

Weinig mensen verstonden de kunst om zoveel razernij los te maken bij popmusici als de Britse ex-premier Margaret Thatcher. Door de apostelen van de vrije markt geëerd als de dame die de Britse economie wist te saneren en het land uiteindelijk bevrijdde van de economische ellende tijdens de gitzwarte periode van de jaren zeventig en tachtig, zagen haar tegenstanders vooral de prijs die de arbeidersklasse daarvoor moest betalen: werkloosheid en bittere armoede. Vooral in de grote steden in het noorden en in Schotland kan men haar bloed wel drinken. Ook nu nog. In Inverness sprak ik afgelopen zomer een taxichauffeur die vond dat de vergelijking Thatcher-Hitler veel te ver ging. Voor Hitler.

Het Britse popicoon Morrissey ontsteekt in 1988 in blinde woede en nu eens niet aan het adres van vleeseters. In Margaret On The Guillotine (te vinden op Viva Hate, zijn eerste soloalbum uit 1988) stelt hij Thatcher onomwonden de vraag: ‘When will you die?’ De titel van het nummer zegt alles over de manier waarop dat moet gebeuren… De muziek van het nummer staat in schril contrast met de boodschap. Het kabbelt met een luie gitaar dromerig naar het einde toe, en net als je redelijk in slaap gesust bent, schrik je wakker door het onmiskenbare geluid van een vallend mes. Precies, subtiel is anders.

Daarom toch gekozen voor Tramp The Dirt Down (Spike, 1989) van de ietwat verfijndere Elvis Costello. Met zijn Ierse roots wordt hij vooral gedreven door het bloedige conflict in Noord-Ierland. Want o ja, dat was er ook nog! Ook Costello kan zich nauwelijks beheersen. Een lieflijke tin whistle en sferische uilleann pipes zetten de luisteraar hier en daar nog op het verkeerde been, maar de tekst laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Op de dag dat Thatcher begraven wordt, komt Costello met alle plezier even naar het graf om de aarde flink aan te stampen. Je kunt immers niet weten…

I’d like to live
Long enough to savour
That’s when they finally put you in the ground
I’ll stand on your grave and tramp the dirt down

Keuze Freek Janssen: Bob Dylan – Masters of War

Een aanklacht aan de hoge heren van de oorlog, die een ander het vuile werk laten opknappen

Je zou bijna denken dat Costello inspiratie heeft opgedaan bij Dylan. Daarover later meer (op het eind om precies te zijn).

Dat Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong is, hoeven we natuurlijk niet uit te leggen. Masters of War belichaamt waarom. Ik ben niet iemand die zich al te veel gelegen laat liggen aan teksten in muziek, maar voor Dylan maak ik graag een uitzondering.

Het liedje bestaat uit nauwelijks meer dan één akkoord en heeft geen refrein. Zo simpel dat je wel gedwongen wordt om naar de tekst te luisteren, maar spannend genoeg om je aandacht van begin tot eind vast te houden.

Masters of War is één grote aanklacht aan de ‘hoge heren’ die anderen de oorlog verklaren en soldaten het vuile werk laten opknappen. En hoe zij de maatschappij zo erg vergallen dat mensen zelfs bang zijn om een kind op de wereld te zetten. En voor degenen die zich beroepen op hun godsdienst om oorlog te voeren heeft hij ook een boodschap: Even Jesus would never forgive what you do.

Het venijn zit hem in het laatste couplet. Net als bij Costello dus.

And I hope that you die
And your death’ll come soon
I will follow your casket
In the pale afternoon
And I’ll watch while you’re lowered
Down to your deathbed
And I’ll stand over your grave
‘Til I’m sure that you’re dead.

Overigens heb ik Masters of War leren kennen door een cover van Pearl Jam. Ik weet niet welke ik mooier of beter vind: Dylan’s versie is ingetogener, bitterder. Die van Pearl Jam bozer (met name het stuk ‘there’s one thing I know, though I’m younger than you’), maar ook melodieuzer. Het zou niet de laatste keer dat Eddie Vedder zich door Dylan liet beïnvloeden. Op zijn solo-album Into The Wild bezingt hij de gekte van de voortrazende maatschappij in Society. Voor wie er nog over twijfelde of dit liedje is gebaseerd op Blowing in the Wind van Dylan, maakt Vedder een vette knipoog naar deze evergreen in de gitaarsolo.

Keuze Robert Arnold: The Disposable Heroes Of Hiphoprisy – Television, The Drug Of The Nation

One Nation under God has turned into One Nation under the influence of one drug… Television

Bij een battle over protestliederen mag de hedendaagse Woodie Guthrie niet ontbreken. Michael Franti zal in Nederland vooral bekendheid genieten door z’n optredens met Spearhead op de grote festivals. Met een mix van raggae, folk, hiphop, rock en funk brengt Franti’s Spearhead hun sociale onvrede en wens tot verandering aan de orde. Naast het zingen over allerlei sociale misstanden zet Franti zich ook in voor allerlei goede doelen. Ook maakte Franti een film waarin hij ‘the human cost of war’ onderzocht tijdens een reis naar Israel, de Palestijnse gebieden en Irak. Bevindingen hiervan zijn te vinden op het album Yell Fire (2006).

Voordat Franti met Spearhead aan de gang ging maakte hij deel uit van de avant-garde industrial jazz collective The Beatnigs en het daaruit voorkomende hiphop-genootschap The Disposable Heroes of Hiphopracy. Ook deze acts waren zeer geëngageerd, maar het geluid was veel rauwer dan op zijn latere werk. Het enige echte wapenfeit van The Disposable Heroes of Hiphopracy is het album Hypocrisy is The Greatest Luxury (1992) (één van de nummers van dit album is een bewerking van Dead Kennedy’s’ California Über Alles).

De eerste keer dat ik Television, The Drug Of The Nation hoorde was bij de opening van de Zooropa Tour van U2 in Rotterdam. Het was het eerste grote concert waar ik bij was en ik keek mijn ogen uit. Voordat U2 opende met Zoo Station raasde er een serie van filmpjes  voorbij waaronder een filmpje van George Bush Sr. (We will… we will… rock you) en fragmenten uit Riefenstahl ‘s Triumph des Willens en Olympia. Maar de echte start was Television, The Drug Of The Nation. De boodschap van The Disposable Heroes of Hiphopracy en U2 komen prachtig overeen. Pas op voor de macht van de televisie!

Iedere nadere uitleg over Television, The Drug Of The Nation lijkt overbodig, de tekst spreekt voor zichzelf. Luister  goed naar dit nog steeds actueel lijkende chanson (voordat u weer achter u kijkbuis kruipt) en onthoud:

T.V. is mechanized politic’s remote control over the masses (…) where image takes presedence over wisdom, where soundbite politics are served to the fastfood culture, where straight teeth in your mouth are more important than the words that come out of it.

Keuze Martijn Vet: The Waterboys – Old England

Omdat er meer was dan Rick Astley en Bananarama

Protestliedjes zijn van alle tijden, hoewel… Wie zijn de Bob Dylans, Barry McGuires of Boudewijn de Groots van onze tijd? Het gebrek aan engagement in de popmuziek lijkt een teken des tijds en dat gegeven is op zich al voer voor een protestsong, zou ik zeggen.

Maar goed, protestliedjes zijn heus niet alleen iets van de jaren zestig. Zelfs in de door gladde synthipop gedomineerde eighties maakten hitparade-artiesten zich druk om de toestand in de wereld. Zo scoorde UB40, toch al aardig in hun niets-aan-de-hand-periode, een grote hit met een protest tegen het beleid van, daar is ze weer, Margaret Thatcher.

Of ze het meenden? Ongetwijfeld. Ze hadden immers al eerder, en heel wat overtuigender, van leer getrokken tegen Madam Medusa. Maar nu… Op dezelfde melodie hadden ze net zo goed een ode aan de dreadlock kunnen zingen.
Hoe anders is dat voor mijn bijdrage aan deze battle. Ook Old England gaat over het verval van het Verenigd Koninkrijk, maar bij het horen van dit epische protestlied heb ik toch nog altijd de neiging vol verontwaardiging met de vuisten op tafel te slaan en “Schande!” te roepen. Dat opzwepende ritme! Die scheurende saxofoon! Dat overweldigend mooie laatste couplet waarin de band bijna berustend gas terug neemt!

Er zijn subtielere, literair meer verantwoorde en invloedrijkere protestsongs gemaakt, maar deze is voor mij de parel uit de tijd waarin we het vooral moesten doen met Rick Astley en Bananarama.

Keuze Bas van Sambeek: Dead Kennedys – I Fought The Law

Het rechtsysteem is krom geworden, de slechteriken winnen

I Fought The Law is een veelgecoverd nummer. De overige versies gaan over defaitisme. I fought the law and the law won: niemand is sterker dan de wet. De schijnbaar recalcitrante tekstwijziging …and I won is ironischer dan op het eerste gezicht lijkt. De tekst van de Dead Kennedys lijkt niet zoveel weg the geven als je de achtergrond van het nummer niet kent. Beer, sex, Twinkies en Gonna write my book and make a million zouden kunnen wijzen op een frivool pretpunknummer. Alleen zinsnedes als I blew George and Harvey’s brains out with my six gun!, I’m the new folk hero of the Ku Klux Klan en You can get away with murder if you got a badge zijn wat verontrustend.

De achtergrond van dit nummer is de moord op Harvey Milk en George Moscone, in Nederland waarschijnlijk alleen bekend vanwege de film Milk met Sean Penn. Harvey Milk was de politieke en sympathieke belichaming van de homorechtenbeweging in het San Francisco van de jaren zeventig. Zijn conservatieve tegenhanger was Dan White, een blanke politicus en ex-politieagent. De perfecte schoonzoon met een keurig kapsel en een prettige glimlach. Later zou White het gemeentehuis inlopen en de burgemeester George Moscone neerschieten. Vervolgens bracht hij Harvey Milk met zes schoten om het leven.

Harvey leek een belofte te zijn voor een nieuwe generatie politiek; de protestgeneratie en homogemeenschap zouden eindelijk het systeem aan hun kant krijgen. Maar de moord op Harvey Milk werd gevolgd door een strafzaak die balanceerde op het randje van absurditeit. Eén van de argumenten die werd aangehaald was ‘The Twinkie Defense’. De verdediging van White pleitte dat zijn hersenen waren aangetast door overmatig gebruik van fastfood. Toen de overwegend conservatieve jury een tape hoorde waarop White vertelde hoe moeilijk hij het destijds had, werd hij vrijgesproken van moord met voorbedachte rade en werd slechts veroordeeld voor doodslag.[bron]

I Fought The Law And I Won uit 1987 toont de problemen van democratische rechtsstaten over de hele wereld. Mensen die beschermd zouden moeten worden door de wet, omdat ze hun democratisch recht uitoefenen worden vermoord en de moordenaar komt vrij om twijfelachtige redenen. Het is een ontwikkeling die alleen maar sterker lijkt te worden en het recht krom maakt. De ironische draai in de cover is een treffende illustratie van deze absurditeit.

(Om de ironie uit het nummer compleet te maken, beloofde zanger Jello Biafra in zijn campagne voor het burgermeesterschap een standbeeld van moordenaar Dan White. Zodat mensen rotte eieren en tomaten naar hem konden gooien.)

Keuze Edgar Kruize: A Perfect Circle – Pet

Ga maar rustig slapen, wij zorgen wel dat de boemannen wegblijven

De jaren dat George Bush jr. president van de Verenigde Staten was, zouden in theorie een boel aan protestliedjes opgeleverd kunnen hebben. Maar gek genoeg heerste er tijdens zijn regime een soort gelatenheid. Als een artiest het al waagde iets te zeggen (denk aan Dixie Chicks) dan volgde direct een boycot van hun muziek in heel Amerika. Andere bands en artiesten kwamen met halfbakken protestnummers. Neil Young die Let’s Impeach The President zong, hij kreeg er Grammy nominaties voor. Maar niemand nam het protest – mede vanwege Youngs Canadese afkomst – heel serieus. En als Eddie Vedder van Pearl Jam met een mal carnavalsmaskertje op Bushleaguer zong, lag daar in Washington ook niemand wakker van.

A Perfect Circle legde het er minder dik bovenop, maar heeft tussen de regels door in hun nummer Pet een heel venijnig commentaar geleverd op de ‘war on terror’ die vanuit de Bush administratie werd opgezet. Pet is het tiende nummer op het album Thirteenth Step uit 2003. Tekstueel geen woord over de president, maar een metafoor waarin de zangstem iemand maant om maar lekker te gaan slapen en nergens zorgen over te maken. Hij zal wel zorgen dat de ‘boemannen’ wegblijven. Er is weinig fantasie voor nodig om de parallellen te zien met de manier waarop de regering Bush de oorlogen in Irak en Afghanistan heeft doorgedrukt en tegen de Amerikaanse bevolking willens en wetens heeft gelogen, dan wel informatie heeft achtergehouden. Wie kritische vragen stelde, werd afgeserveerd met ‘Either you are with us, or you are with the terrorists’. Ga maar rustig slapen, wij zorgen wel dat de boemannen wegblijven.

Pet start rustig, maar word gaandeweg opgestuwd door de steeds feller klinkende frontman Maynard James Keenan in de rol van persoon die koste wat het kost de ander stil en slapend wil houden. Tel daarbij de effectieve en heerlijk ronkende gitaarpartijen van Billy Howerdel, die bij tijd en wijle als een luchtalarm gieren en het geheel alleen maar verder opstuwen en je hebt een van de meest machtige tracks die A Perfect Circle ooit opnam. Een nummer dat de band zelf ook van groot belang vindt, getuige het direct er op volgende Lullaby dat als het ware door de melodielijn als slaapliedje te herhalen de voorgaande track nog eens onderstreept. Een jaar na de release van Thirteenth Step bracht A Perfect Circle het protestalbum eMOTIVe uit, dat goeddeels uit covers van protestnummers bestond. Hierop werd nogmaals benadrukt hoe de band tegenover de oorlogsmachine van de toenmalige regering stond. Een van de weinige ‘eigen’ nummers op dat album is Counting Bodies Like Sheep To The Rythm Of The War Drums. Het vervolg op Pet, met grotendeels dezelfde tekst maar dan op een meer grimmig muzikaal palet gekwakt. Maar ondanks dat grimmige karakter, haalt deze versie het niet bij het machtige origineel.

Laten we er maar over gaan stemmen. Tegen de uitslag kan niet worden geprotesteerd.

Foto: Tori Nefores

[polldaddy poll=6841979]

9 comments

  1. Als ik zo vrij mag zijn, dan zou ik een uitleg toch wel zeer kunnen waarderen. Waarom is Bob Dylan de koning én de keizer van de protestsong?
    Zie, ik heb daar zo mijn eigen gedachten over, die niet noodzakelijkerwijze correct zijn. Des te meer reden om te willen weten waarom…

    groet,

    Tom

    1. Hij is toch wel degene die in de jaren 60 het genre stevig in het zadel heeft geholpen. Natuurlijk waren er al protestzangers voor hem, waar hij dan ook weer zijn inspiratie vandaan haalde (Guthrie met name). Maar met The Times They Are A Changin’ was hij wel de eerste die zwaar politiek beladen teksten bracht en tegen de politiek ageerde.

      Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd waarom jij (als Dylan-kenner, denk ik?) het er niet mee eens bent :).

    2. Allereerst dank voor je reactie.
      Waar ik moeite mee heb – en ik weet ik ben daar wat kinderachtig in – is dat Bob Dylan met de regelmaat van de klok wordt afgeschilderd als ‘protestzanger’. De protestliederen maken een dusdanig klein deel uit van zijn omvangrijke oeuvre, dat het op mij altijd wat krom overkomt om hem neer te zetten als protestzanger. Al zijn zogenaamde protestsongs bij elkaar maken – schat ik – nog geen 10% van zijn oeuvre uit.
      Het is niet zozeer dat ik het er mee oneens ben, het is eerder – in mijn ogen – een omvangrijke carrière reduceren tot een handvol songs.
      ‘Masters of war’ – het nummer dat je uitgekozen hebt – is denk ik inderdaad een fantastische protestsong, maar dat maakt Bob Dylan nog niet tot een ‘protestzanger’. Het is één nummer, meer niet. En dan, we protesteren allemaal wel eens. Toch? Ik protesteerde onlangs nog toen de bank mij een forse rekening stuurde voor ‘bewezen diensten’, maar omdat één keer geprotesteerd hebt, maakt mij dat niet tot een (immer) protesterende. Zoiets.
      Misschien heeft Bob Dylan nog wel het meest geprotesteerd tegen het label ‘protestzanger’ dat hem ooit is opgedrukt. Misschien dat daar wel mijn ‘overgevoeligheid’ vandaan komt als het gaat om Dylan-de-protestzanger.

      groet,

      Tom

    3. Tja, als je gaat protesteren tegen je imago als protestzanger, dan schiet het inderdaad niet op ;). Ik ben het overigens met je eens dat zijn oeuvre veel meer is dan dat. Maar zijn belangrijkste bijdrage aan de popmuziek (naast de fantastische teksten) is toch wel dat hij een hele generatie protestzangers heeft voortgebracht. In Nederland hadden we Boudewijn de Groot of Armand niet gehad zonder Dylan.

    4. Zouden we muzikaal gezien zoveel armer zijn wanneer we Armand en De Groot hadden moeten ontberen? Persoonlijk vind ik van niet. Maar misschien ben ik geen goede graadmeter aangezien ik (bijna) uitsluitend naar de muziek van Bob Dylan luister. Veel andere muzikanten hebben inderdaad iets ‘opgestoken’ van Dylans protestliederen en songteksten, in dat opzicht is dat een belangrijke bijdrage geweest aan de popmuziek. Maar is een bijdrage aan de ontwikkeling van de popmuziek een reden om naar iemands muziek te luisteren? Misschien om er iets van op te steken, niet om er van te genieten.
      De belangrijkste reden om naar Dylans muziek te luisteren (en er zijn er zeker meer dan één) is voor mij toch wel Dylan-de-zanger. Ik kan me dan ook wel vinden in de oude reclameslogan: ‘Nobody sings Dylan like Dylan’.
      Het aardige is dat uitgerekend een klassiek geschoolde zanger (Ian Bostridge) heeft aangegeven dat Dylans manier van zingen niet alleen een grote bijdrage heeft geleverd aan zijn eigen manier van zingen, maar ook vindt hij dat alle zangers (van klassieke muziek) naar Bob Dylan zouden moeten luisteren omdat nou juist dáár wat valt te leren.
      Enfin, ik dwaal af van het onderwerp. Genoeg ook voor nu.
      Succes met je uitstekende website. Het was me een genoegen om van gedachten te wisselen.

      groet,

      Tom

  2. He Tom, we zijn op dit moment een battle aan het voorbereiden over het meest ondergewaardeerde Dylan-liedje. Je bent uiteraard meer dan welkom om mee te doen! En als je nog andere fans kent voor wie dit iets zou kunnen zijn, laat maar weten!

    1. Hallo Frans,
      Lijkt mij een leuke uitdaging. Vertel maar wat (en hoe) ik kan doen (deelnemen). Andere liefhebbers van Dylans muziek kan ik mogelijk benaderen via mijn weblog. Neem anders even gewoon via de mail contact op, misschien is dat nog handiger.

      groet,

      Tom

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.