Normaal gesproken stikt het van de vliegen in de zomer, maar dit jaar kampen we met een aanzienlijke daling in de insectenpopulatie. Ondergewaardeerde Liedjes werpt zich dagelijks op als beschermer van de eendagsvliegen. De arme musici die beloftevol beginnen, maar van wie na één poging weinig tot nooit meer iets wordt vernomen.
Er zijn van die bands waarvan de verwachtingen huizenhoog zijn en waar het uiteindelijk allemaal net niet lukt. The Godz is zo’n band.
The Godz (uit Columbus, Ohio en niet te verwarren met de psychedelische rockers uit New York) bestond uit bassist Eric Moore, gitarist Mark Chatfield, gitarist/toetsenist Bob Goodwin en drummer Glen Cataline. En vrij opmerkelijk: ze zongen allevier, leadzang wel te verstaan.
Ze werden opgepikt door Casablanca, de platenmaatschappij van onder andere Kiss, en kwamen zo in het voorprogramma terecht van datzelfde Kiss, Judas Priest en Cheap Trick. De heren waren afkomstig uit het bikerwereldje en deden geen moeite om dat te verbergen. Daarmee waren ze de tegenpolen van uitbundig ge- en verklede acts als Kiss en Angel. Helaas betekende het óók dat ze regelmatig in aanraking kwamen met de sterke arm der wet.
Het eerste album verscheen in 1978, simpelweg The Godz geheten, en het had er alle schijn van dat het de doorbraak van het jaar ging worden. Producer Don Brewer (drummer van Grand Funk Railroad) had een geluid neergezet dat pas halverwege de jaren tachtig echt zou doorbreken: heavy (southern) rock, bombastisch, maar tegelijkertijd met buitengewoon meebrulbare refreinen. Het album bevatte zeven songs, waarvan als afsluiting een tien minuten durende cover van Candy’s Going Bad van onze eigen Golden Earring. De kritieken waren echter niet mals. Volgens Rolling Stone stond het voor ‘de ergste uitwassen van seventies rock’. Lekker, als je net je eerste plaatje uitbrengt. In de VS was de single Gotta Keep On Runnin’, in Nederland werd Under The Table als single uitgebracht. Het succes was beperkt, met als gevolg dat de hoge verwachtingen zich tegen de band keerden.
Nothing Is Sacred was nog maar een jaar later de opvolger van het debuutalbum, maar nadat Brewer vanwege een aantal ‘lastige persoonlijkheden’ in de band voor de productie bedankte, besloot een van de lastige persoonlijkheden, Eric Moore zelf, de productie te doen. Helaas was daardoor des te beter te horen wat Don Brewer op het debuut had gepresteerd. Tot overmaat van ramp raakte Moore betrokken bij een zwaar motorongeluk en was promotie daarmee meteen van de baan. Casablanca schopte de band eruit en het einde was daar.
Moore begon toch iedere keer weer opnieuw – met of zonder oorspronkelijke bandleden, en op enig moment ook The Outlaws’ Freddie Salem erbij. Zowel in de jaren tachtig als negentig en zelfs in dit decennium verschenen er albums, maar het leverde geen noemenswaardig succes op. In 2004 stonden ze zowaar op het Arrow Rock Festival. Van de bandleden op het debuut lijkt alleen gitarist Mark Chatfield een redelijk rimpelloze carrière te hebben kunnen opbouwen, met drie decennia in de band van Bob Seger.
The Godz hád heel groot kunnen worden, maar eigenlijk ging alles fout volgens het boekje. Het muzikale klimaat werkte tegen, de band ging zich te buiten aan drank, drugs en knokpartijen, en na het commercieel teleurstellende debuut en de ook muzikaal teleurstellende opvolger was het pleit beslecht. The Godz was voor altijd een eendagsvlieg.
Volg de eendagsvliegen op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
Billy The Kid – Loser
Johnny Guitar Watson – I Want To Ta Ta You Baby
Don Dixon – Praying Mantis
Jill Jones – Mia Bocca
Spin Doctors – Spanish Castle Magic
The Greatest Show On Earth – Real Cool World
https://open.spotify.com/album/4OL07kBib3otYgjUbLMkDi?si=xVSvTdGNRPGDm9GYQWi8yQ