Normaal gesproken stikt het van de vliegen in de zomer, maar dit jaar kampen we met een aanzienlijke daling in de insectenpopulatie. Ondergewaardeerde Liedjes werpt zich dagelijks op als beschermer van de eendagsvliegen. De arme musici die beloftevol beginnen, maar van wie na één poging weinig tot nooit meer iets wordt vernomen.
In 1987 startte éné Kurt Cobain een bandje, maar het duurde nogal voordat hij een goede naam gevonden had. Achtereenvolgens noemden ze zichzelf Skid Row, Fecal Matter en Ted Ed Fred om uiteindelijk bij Nirvana uit te komen. Ik besef dat het toen aanzienlijk moeilijker was om na te gaan of de naam al in gebruik was, maar Skid Row bestond al. De nieuwe naam leverde uiteindelijk ook problemen op, want in Engeland had Nirvana al in 1967 haar eerste singles en een psychedelisch album uitgebracht: The Story of Simon Simopath. Het allereerste conceptalbum ooit en dus nog voor bekende conceptalbums zoals S.F. Sorrow (The Pretty Things), Tommy (The Who) en Days Of Future Passed (The Moody Blues). Behalve de Engelse Nirvana bleek er ook nog een Nirvana in Los Angeles te bestaan, zodat er een financiële regeling met beide bands getroffen werd om de naam te mogen blijven gebruiken.
Afijn, de Nirvana uit Seattle is natuurlijk geen eendagsvlieg, maar de Engelse Nirvana was geen hoogvlieger. Het eerste album bracht hen weinig succes, maar de opvolger The Existence of Chance Is Everything and Nothing While the Greatest Achievement Is the Living of Life, and so Say ALL OF US werd aanzienlijk beter ontvangen en leverde hen zelfs een hit op: Rainbow Chaser. De allereerste Britse opname geheel opgenomen met ‘phasing’. Overigens lijkt de albumcover van Amerikaanse Nirvana’s Bleach wel heel erg op die van All Of Us. Een terugkerend probleem was dat de band feitelijk slechts uit twee man bestond: de Ier Patrick Campbell-Lyons en de Griek Alex Spyropoulos, die samen alle vocalen verzorgden. Hun muziek leende zich ook niet goed voor akoestische live-optredens.
Hun derde album Black Flower (1970) werd door Island-producer Chris Blackwell afgewezen, waardoor ze gefrustreerd naar Pye Records overstapten en het album onder een andere naam (Dedicated To Markos III) alsnog werd uitgebracht. Het werd een complete zeperd, waarna Spyropoulos de ‘band’ verliet. Campbell-Lyons maakte in zijn eentje nog een laatste succesloos album (1971).
In de negentiger jaren kwam er hernieuwde interesse in hun muziek, zodat de mannen weer bij elkaar kwamen om een (heel slecht) album op te nemen gevolgd door nog meer albums bestaande uit oud werk in een nieuw jasje. Als geintje wilden ze Nirvana Plays Nirvana opnemen met covers van Nirvana-liedjes waaronder Lithium. Het overlijden van Kurt Cobain deed hen (gelukkig) besluiten dit project los te laten.
Ongeacht, Rainbow Chaser is een geweldige single dat in Engeland de 34ste plaats wist te bereiken. Mede dankzij dit marginale succes werden ze door de Franse televisie uitgenodigd om op te treden in het programma Improvisation On A Sunday Afternoon met Salvador Dali. In elke hoek stond een band die om beurten musiceerden varieerend van pop, jazz, experimentele muziek en Noord-Afrikaanse traditonele muziek. De crème de la crème van de Parijse beau-monde waren aanwezig. Natuurlijk was Dali te laat, maar dat maakte hij goed door met twee Bengaalse tijgers en twee mooie jonge vrouwen aan zijn arm binnen te komen. Gedurende twee uur speelden de bands hun reportoire en gooide Dali verf op een doek en door de studio. Campbell-Lyons: That afternoon was and still is the high point of my performing days.
Volg de eendagsvliegen op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
Billy The Kid – Loser
Johnny Guitar Watson – I Want To Ta Ta You Baby
Don Dixon – Praying Mantis
Jill Jones – Mia Bocca
Spin Doctors – Spanish Castle Magic
The Greatest Show On Earth – Real Cool World