Je hoort ‘m zo nu en dan nog wel eens op de radio, maar verder is het helemaal stil en lijkt ie langzamerhand meer en meer onder het stof der vergetelheid te geraken. In 2000 stond ie nog vijf keer in de Top 2000. Bij de laatste versie van deze niets ontziende oerkracht van de vox populi alleen nog met de klassieker Atlantis en dan ook nog eens schamel op het randje, positie 1949. Ik heb het over Donovan. Voluit Donovan Philips Leitch. Eén van de oervaders van het tegenwoordig weer o zo populaire singer-songwriter-genre.
In de sixties stond folk zo’n beetje gelijk aan protest. Eén van Donovans grootste successen was dan ook zijn versie van Buffy Sainte-Maries Universal Soldier, over de eeuwige soldaat, de eeuwige strijder ter linker- en rechterzijde, voor en tegen de machthebbers, met goede of slechte intenties. Het waren de magische jaren zestig, de hippies, klaar met die eeuwige strijd, kwamen met hun bloemen, love and peace, maharishi’s, yogi’s en yoga, meditatie en niet te vergeten de LSD en cannabis. Donovan’s identiteit sloot volledig aan op die beweging.
Eén van zijn wapenfeiten was dat Donovan de eerste muzikant was die wegens bezit van cannabis werd gearresteerd. Hij verbleef ook samen met The Beatles in India, die hij tot transcendente meditatie zou hebben bewogen. Ook aanwezig Brian Wilson en Mike Love van The Beach Boys, John Sebastian van Lovin’ Spoonful en filmster Mia Farrow. Een aardig lijstje. Daar heeft Donovan Lennon en McCartney ‘finger picking’ geleerd, die dat weer gebruikten bij onder andere Dear Prudence en Blackbird.
Omdat zij in dezelfde protesthoek zaten werd Donovan vergeleken met Bob Dylan. Onterecht bestaat het beeld dat Bob alles behalve gecharmeerd was van Donovan. Dat zou uit jaloezie zijn vanwege Donovan’s toenmalige succes. Een misverstand. Wel heeft Dylan de tand des tijds veel beter doorstaan en zijn betekenis voor de popmuziek is uiteindelijk veel groter. Donovan bleef hangen in het hippie-imago en dat houdt een keer op. Retro of niet. Neemt niet weg dat Donovan Philips Leitch enkele pareltjes heeft geleverd. Hij is niet voor niets opgenomen in de Rock & Roll én de Songwriters Hall of Fame.
Eén van die parels is het psychedelische Hurdy Gurdy Man (#5 in The Billboard 100 en Engeland). Niet geheel toevallig geschreven in India, samen met George Harrison. Het nummer heeft een nogal bewogen geschiedenis. Donovan wilde het aan Jimi Hendrix geven, maar zijn producer weerhield hem ervan. Vervolgens is het niet geheel duidelijk wie de gitaarpartij speelde (geestverruimende middelen?), Alan Parker, Allan Holdsworth of Jimmy Page. Donovan stelt Holdsworth, Page wijst zichzelf aan, waarbij moet opgemerkt dat rond Jimmy Page meerdere discutabele geschiedenissen spelen.
Helaas heeft Hendrix de Hurdy Gurdy Man nooit gespeeld, tenminste, het is niet vastgelegd. Je weet maar nooit. Wellicht duikt er nog eens een opname op, wat wel vaker gebeurt bij Jimi. Wel is het gecoverd door opperpsychonaut Steve Hillage en noise-punkers The Butthole Surfers. Het lied verhaalt over de Hurdy Gurdy Man die zingt over – hoe kan het anders – liefde en daarmee de Maharishi wekt uit zijn meditatie. Wie weet, worden ook de echte muziekliefhebbers wakker en krijgt de Hurdy Gurdy Man na vijftig jaar opnieuw de waardering die hij verdient. Voor optimale beleving: steek een blowtje op.
Wat ontbreekt in dit verhaal is het Tweede Leven van Donovan via moderne soundtracks van Gus van Zant, Wes Anderson en David Fincher. De Wiki pagina van Hurdy Gurdy Man noemt 14 soundtrack opnames. Maar de beroemdste is David Fincher’s Zodiac waarin een liefdespaar in de eerste vijf minuten wordt afgemaakt onder de sinistere klanken van dit nummer; het komt ook weer terug in de eindcredits.