Folk is zo’n genre dat net zo vaak dood wordt verklaard als dat het tegendeel bewezen wordt. Maar sinds een jaar of vijf lijken we wel met een hele serieuze comeback te maken te hebben: de doorbraak van Mumford & Sons heeft de weg vrij gemaakt voor een hele trits aan mannen-met-baarden-bands als The Lumineers en Of Monsters and Men.
Wij zouden wij niet zijn als we niet nog een paar ondergewaardeerde folkliedjes voor je wisten…
Keuze Alex van der Meer: Fairport Convention – Crazy Man Michael (1969)
Luguber lief
De schoonheid van dit ogenschijnlijk eenvoudig folk liedje is niet eenvoudig te beschrijven; Woorden komen al snel te kort. De melodie is zachtaardig, de zangstem is sereen. Maar als snel ontdek je een donkere toon vanuit de teksten. De stem van Sandy Denny is als een engeltje maar ze zingt over de duivel en over waanzin. “You speak for the devil that haunts me.”
Persoonlijk word ik zeer geraakt door de klankleur, de stem en de tekst. Als krachtig volwassen 40+ kerel, kan ik dit nummer niet zonder enige emotie laten passeren als ik het hoor. Even stil staan, luisteren, soms een traantje.
Crazy Man Michael is een luguber lief murder-folk-ballad pur sang en bij de kenners van het folkgenre staat dit nummer en het album waar het vandaan komt, Liege & Lief, al hoog aangeschreven. Dit nummer verdient het echter om niet alleen te boek te staan als mooi folkliedje. Het is een dijk van een monument binnen het totale muzikale aanbod.
Een fantastisch artikel over het nummer en haar geschiedenis vind je hier.
Keuze Rob de Jager: Nick Drake – Three Hours (1969)
Na mijn ontdekking van Nick Drake heb ik zeker drie uur lang het album gedraaid, ik had blijkbaar wat in te halen
Ondergewaardeerd? Zeker door mij, tot ver in 2014. En blijkbaar niet alleen door mij. Nick Drake heeft zich volgens de overlevering altijd onbegrepen gevoeld gedurende de 26 jaar van zijn leven.
Ik snap nog steeds niet dat ik ‘m altijd heb gemist. Pas tijdens het volgen van het twitteraccount @nachtplaten werd ik op het spoor gezet. Het album Pink Moon uit 1972 kwam mij via drie nummers ter ore. Nick Drake liet mij niet meer los. Wat een betoverende stem, wat een sfeer, wat een melodie.
Het verlanglijstje inclusief Pink Moon ging 15 november 2014 mee naar Leiden. Pink Moon bleek uitverkocht, maar bij Velvet Leiden stond wel Five Leaves Left. Vriend Marcel roemde op overtuigende wijze de intensiteit van dat album. Het vinyl ging mee naar huis.
Wat een voltreffer! De stemming van het nummer Three Hours vind ik onpeilbaar. Probeer ‘m maar eens niet op te zetten, tijdens het ochtendgloren met een mok koffie binnen handbereik of later op de dag met mogelijk een hoofd vol melancholie, zo’n “three hours from sundown”. Dat heb ik dan ook gedaan. Op 16 november 2014 heb ik zeker drie uur lang hetzelfde album gedraaid. Dat is op zich natuurlijk een doodzonde, maar ik had blijkbaar wat in te halen.
Keuze Tricky Dicky: Gordon Lightfoot – The Wreck Of the Edmund Fitzgerald (1976)
Eerbetoon aan de overleden opvarenden
Lang heb ik getwijfeld. Neil Young, Harry Chapin, Joan Baez of iets Iers? Maar tijdens mijn wekelijkse strooptocht door de platen- en cd-kast stuitte ik op Gordon Lightfoot. De meesten kennen zijn Sundown en wellicht nog If You Could Read My Mind, in de jaren zeventig gecoverd à la disco door Viola Wills.
Gordon is in eerste instantie een componist, want velen hebben liedjes van hem geleend. En niet de minsten, Glenn Campbell, Waylon Jennings, Elvis Presley, Bob Dylan, Johnny Cash, Barbra Streisand, Frank Sinatra, (landgenoot) Neil Young en Eric Clapton tot aan Peter Tosh toe. Maar ook Herman van Veen en Gerard Cox wisten zijn composities te waarderen. De lijst is gigantisch lang.
Sinds 1962 scoort Lightfoot hits; eerst in Canada en sinds 1970 in de V.S. en over de plas. In 1976 schreef en zong hij The Wreck of the Edmund Fitzgerald in herdenking van de ramp op Lake Superior in november 1975, waarbij alle 29 opvarenden vermist zijn tijdens een hevige storm. Het schip is uiteindelijk gevonden. Minder bekend is dat hij tussen optredens in regelmatig op bezoek ging bij de familie van de slachtoffers. De ballade is gecoverd door onder andere The Dandy Warhols en The Butthole Surfers.
Hoe kreeg ik de plaat in handen? Vele vrienden en bekenden reisden in de jaren zeventig regelmatig naar de V.S., London of Hong Kong, en zij waren zo vriendelijk (tegen betaling, natuurlijk) om singles en elpees mee te nemen. Meestal koos ik aan de hand van de binnenhoes van een elpee of louter op gevoel, of de (exotische) naam van de uitvoerende(n). Soms was de laatste issue van Billboard de raadgever. Behalve dat platen veel goedkoper waren dan in Nederland, kreeg ik een grote variëteit van muziekstijlen van veelal (toen) onbekende(re) muzikanten in de schoot geworpen. Ondanks deze kieswijzer heb ik nooit een plaat gekregen waarvan ik spijt had, en allen zijn mij nog steeds dierbaar.
Eigenlijk is het een beetje saaie plaat; de melodie kabbelt voort en Gordon verhaalt over de ramp met zijn ietwat nasale stem. De folkpuristen noemen dit een mixolydie. Whatever… c’est le ton qui fait la musique. Is het de boodschap? Is het de welgemeende emotie? Tot op de dag van vandaag kan ik het niet verklaren, maar toch verveelt dit lied mij niet. Kennelijk denken er in Canada en de V.S. nog vele miljoenen hetzelfde over, want het is nog steeds een veel gedraaide plaat op de ‘classic rock’ radio stations.
Keuze Jan van Deursen: Kate & Anna McGarrigle – Kitty Come Home (1977)
Met een borrel op wordt het zakdoekenwerk
Het is alweer een jaar of vijf geleden dat Kate McGarrigle overleed. Als ze nog wel eens genoemd wordt, dan vooral als de moeder ván… Van Rufus en Martha Wainwright. Dat ze jarenlang samen met haar zus Anna een prachtig folkduo vormde, raakt nu al ondergesneeuwd. Een titelloos album uit 1975 staat bij de fijnproevers nog altijd bekend als een iconisch debuut waarop ook meteen hun enige echte hitje, Complainte Pour St. Cathérine, te vinden is. Dát is dus niet zo ondergewaardeerd.
Dat is wel Kitty Come Home, parel op de opvolger Dancer With Bruised Knees. Het liedje balanceert vervaarlijk op die dunne scheidslijn tussen briljant-ontroerend en edelkitsch. Maar, zeker met een borrel op, wordt het oprecht zakdoekenwerk. Jarenlang heb ik gedacht dat het ging over een overleden kindje waarover diep getreurd wordt en dat bijna gesommeerd wordt om terug te komen. Trieste toetsen – piano en orgel – orgel begeleiden de hartverscheurende samenzang van de Canadese zusjes.
Zoekend op het internet stuitte ik op een verhaal dat uit de mond van zoon Rufus zou zijn opgetekend. De Kitty uit het liedje was ‘gewoon’ een koosnaam voor zijn moeder. De tekst, geschreven door Anna, was een dringend advies aan Kate om haar man, Loudon Wainwright III, nu eindelijk eens te dumpen en met de twee kleintjes terug te keren in de Canadese moederschoot: ‘come home to our love and concern’. We weten immers allemaal (uit allerlei andere liederen uit de McGarrigle/Wainwright-clan) wat voor een labbekak van een vader die Loudon was.
Het zal vast aan het lied gelegen hebben, dat het er uiteindelijk inderdaad van gekomen is.
Keuze Henk Tijdink: The Pogues – The Old Main Drag (1985)
Schilderen met muziek, Shane MacGowan kan dat
Afgelopen weekend heb ik carnaval gevierd. Als Jack Sparrow verkleedde Groninger heb ik een topavond in Etten-Leur gehad! Leuke mensen, (genoeg) bier en carnavalsmuziek… Als muziekliefhebber kan ik veel hebben en een twee-kwarts maat is prima. De diepgang van de teksten ging dit jaar niet veel verder dan: “Als ge dot bent, groeit er gras op oewe bol”…
Van carnaval is het een makkelijk bruggetje naar folkmuziek. Want carnaval is folkmuziek. Jammer dat het merendeel van de Brabanders denkt dat daar dan nog een housebeat in gemixt moet worden. Gelukkig is Pater Moeskroen ook geregeld de revue gepasseerd. Een ondergewaardeerde feestband met leuke (en dubbelzinnige) teksten.
Ik kan het echter niet over mijn hart verkrijgen om geen stukje te schrijven over mijn eerste muzikale liefde. En het was geen kalverliefde! Ik ben steeds meer gaan houden van deze band. Aanvankelijk de feest en up-tempo en feestnummers, maar later juist de ballades.
Vragen naar het favoriete nummer van deze band in onmenselijk. Kiezen van het een is afwijzen van het ander. En dat doet pijn. Maar als ik toch wat moet afwijzen: The Body of an American (wat een opbouw!), Rain Street (als een film zonder beelden) en niet te vergeten Hell’s Ditch (een gesproken gedicht over de Spaanse Burgeroorlog.
Vandaag kies ik voor The Old Main Drag. Zo klein, zo treurig, maar zo filmisch, dat er geen beelden nodig zijn om het op je netvlies te zien. Dat is folkmuziek voor mij: schilderen met muziek en tekst! En dat schilderen, dat kan Shane MacGowan van The Pogues. En net als een mooi schilderij vergeet je de ballades van The Pogues nooit meer.
Veel carnavalsplaten worden wel weer vergeten. Dat zal deels aan de kwaliteit van die platen liggen, maar waarschijnlijk zal de alcoholconsumptie ook een belangrijke bijdrage aan het vergeten leveren…
Keuze Freek Janssen: Bob Geldof – The Great Song of Indifference (1990)
Meligheid van de vleesgeworden verschilligheid
Toen Bob Geldof met dit pareltje op de proppen kwam, was folk nou niet bepaald populair. Folk, dat was The Dubliners.
Ik kon het destijds wel waarderen, als jochie van 11. In mijn geheugen zit The Great Song of Indifference in hetzelfde hoekje als Fiesta van The Pogues, die ook eind jaren tachtig hun hoogtijdagen beleefden. En met een beetje fantasie kun je Roodkapje van Pater Moeskroen in hetzelfde rijtje noemen. Deze drie liedjes hebben wel één ding gemeen: we hebben hier te maken met een melige variant van folk.
Toch heeft Geldof hier natuurlijk een hele serieuze boodschap: onverschilligheid is de oorzaak van alle kwaad. En dat mocht hij toen zeggen, als eindbaas van Band Aid. Hij was de vleesgeworden verschilligheid, nog voordat de VARA hiermee ging pronken.
En verder word ik gewoon nog altijd blij van The Great Song of Indifference.
Keuze Frans Kraaikamp: Lou Rhodes – One Good Thing (2010)
Dit is muziek die je over dertig jaar nog steeds ademloos zult luisteren
Folkliedjes zijn me door de jaren heen steeds dierbaarder geworden. En of het nou meer de singer-songwriter kant van Nick Drake, of het rauwere werk van Sandy Denny is, de stem is – zoals vaak – datgene wat je triggert om het keer-op-keer te blijven luisteren. En voor mij geldt: heb je geen stem die ver boven de middelmaat uitkomt, dan kom je niet bovendrijven in dit genre. Alles draait om de stem – en niet minder belangrijk: het gitaarspel. Voor mijn bijdrage heb ik gekozen voor een liedje van Lou Rhodes.
Lou Rhodes (50!) is bekend als frontvrouw van Lamb. Persoonlijk vind ik Lou Rhodes een intrigerende mooie vrouw met een bijna engelachtige stem! De albums van Lamb – het debuut Lamb en What Sound – zijn meesterwerken en zijn dan ook zeer succesvol geworden. Maar wat niet vergeten mag worden is dat ze 3 geweldige (solo) folkplaten op haar heeft naam staan. Haar eerste album Beloved One (2005) is misschien wel een van mijn meest favoriete platen uit de zero’s. Ik heb voor deze battle echter gekozen voor One Good Thing van haar gelijknamige album uit 2010. Een back to basics album dat ze in een kleine studio opnam bij Lamb’s Andy Barlow.
One Good Thing kwam tot stand nadat ze kort daarvoor haar zus was verloren (die zelfmoord pleegde) en nadat haar relatie op de klippen was gelopen. In deze mini docu vertelt Lou over deze periode waarin ze het album maakte. One Good Thing gaat over hoe je jezelf weer bij elkaar raapt na een moeilijke periode. En dat gaat prima samen met folkmuziek. Dit is muziek die je over dertig jaar nog steeds ademloos zult luisteren…
Ik wel in ieder geval!
And all it takes is
One good thing to happen
Yeah all it takes is
One good thingAnd all of life
Is just a trick of the light
And change will come just as day
Follows the night
[polldaddy poll=8660470]
Hoofdafbeelding: Fairport Convention