Denk je aan een muzikale familie, dan denk je meteen aan de familie Von Trapp. Maar die bestaat alleen in de film. Nee, een echte muzikale familie: daarvoor moet je bij de dames en heren McGarrigle-Wainwright zijn.
Vader Loudon Wainwright III (1946) is een Amerikaanse (folk)singer-songwriter met een respectabele 23 studio-albums op zijn naam. Hij trouwde met de Canadese Kate McGarrigle (1946-2010), die ook kon bogen op een carrière als folkzangeres en liedjesschrijfster. Ze schreef en speelde jarenlang samen met haar zus Anna McGarrigle. Tussen 1975 en 2005 bracht dit zusterlijke duo maar liefst 10 albums uit.
Kate en Loudon kregen twee kinderen: Rufus (1973) en Martha (1976) Wainwright, die allebei in de voetsporen van hun ouders traden. Rufus is de bekendste van de twee: hij heeft een wereldwijde schare fans en naast zijn werk als singer-songwriter schrijft hij ook klassieke muziek. Martha ken je misschien van haar vocale bijdrage aan Snow Patrol’s Set the Fire to the Third Bar, of van haar eigen studio-albums (ze maakte er 7 sinds 2005).
En er is een derde generatie op komst: Rufus is dan wel getrouwd met een man, maar hij heeft een dochter samen met Lorca Cohen. Precies, de dochter van Leonard Cohen. Viva Katherine Wainwright Cohen is pas 7 (ze werd geboren in 2011), maar het is best interessant om te speculeren over de grootse muzikale prestaties waartoe die genencombinatie kan leiden.
O ja, en dan is er ook nog Lucy Wainwright Roche. Hoe past die in het plaatje? Na zijn scheiding kreeg Loudon een relatie met zangeres Suzzy Roche. Uit die relatie werd in 1981 Lucy geboren; zij is dus het stiefzusje van Rufus en Martha.
Keuze genoeg dus voor deze familiale battle!
Keuze Freek Janssen: Rufus Wainwright – Across The Universe (2002)
Als je dit kunt, als zanger, dan ben je een grote
Als een andere artiest een liedje van The Beatles overtreft met een cover, dan geef ik dat niet heel graag toe. En al helemaal niet als het gaat om een liedje dat velen zullen kennen van een reclame. Maar toegegeven: de manier waar Rufus Wainwright Across The Universe vertolkt is toch echt wel mooier dan hoe The Beatles dat deden op The White Album.
Ik vermoed dat dat van alles te maken heeft met de opnamekwaliteit / dan wel -techniek. De versie van Wainwright is een stuk gladder, dat zeker, heeft niet de rauwe randjes die Lennon er wel in legde – ondanks de aanzwellende koortjes in het refrein.
Hoe dan ook: als je dit kunt, als zanger, dan ben je een grote.
Keuze Marèse Peters: Rufus Wainwright – Dinner at Eight (2003)
Familiare strubbelingen omgezet in een prachtig nummer
Ik stel me zo voor dat het muzikale gezin McGarrigle-Wainwright de hele dag rond de piano zat, of toch in elk geval met een gitaar op schoot. Gezellig samen liedjes zingend en schrijvend, van het ontbijt tot aan het slapen gaan.
Bij de Von Trapps ging dat gemusiceer er allemaal heel braaf en harmonieus aan toe. Bij de Wainwrightjes was dat niet echt het geval: met zoveel artistiek-eigenwijze persoonlijkheden in één huis was het onvermijdelijk dat er zo nu en dan met deuren werd geslagen. Nadat Loudon en Kate uit elkaar gingen, had Loudon naar verluidt veel minder aandacht voor zijn kinderen dan voor zijn eigen carrière. En toen Rufus populairder dreigde te worden dan zijn vader, vond die laatste het best lastig om daar blij mee te zijn.
Tja, en wat doe je als je een artiest bent? Dan verwerk je je emoties in je liedjes. Zo schreef Loudon bijvoorbeeld het schattige Rufus Is A Tit Man (1975) over zijn pasgeboren zoontje, later kwam daar A Father And A Son (1992) bij – over de fikse ruzies tussen tiener Rufus en veertiger Loudon. Over Martha schreef Loudon onder meer Pretty Little Martha, Five Years Old en Hitting You.
De kinderen lieten dat niet op zich zitten. Zo zingt Rufus in Dinner At Eight over een fikse ruzie die vader en zoon kregen tijdens een etentje, en werpt hij zijn vader voor de voeten dat hij hun gezin in de steek heeft gelaten:
Why is it so
That I’ve always been the one who must go
That I’ve always been the one told to flee
When it fact you were the one long ago
Actually in the drifting white snow
You left me
(En naar wat Martha bedoelt met Bloody Mother Fucking Asshole, hoef je niet echt te raden.)
Iedere familie heeft zo z’n eigen strubbelingen. Maar niet iedere familie gunt je een inkijkje in hun persoonlijke problemen. En ze maken er zeker geen prachtige liedjes over. Deze ondergewaardeerde familie moeten we dus koesteren!
Keuze Ronald Eikelenboom: Rufus Wainwright – Zing! Went The Strings Of My Heart (2007)
Rufus does Judy
De familie Wainwright. Voor mij is dat diep in onderste regionen van ondergewaardeerde liedjes. Eigenlijk kan ik van geen van allen een liedje opnoemen. De enige naar wie ik wel eens geluisterd heb is Rufus, en dan eigenlijk ook alleen maar zijn Rufus Does Judy at Carnegie Hall album. Een album vol Great American Songbook liedjes gemodelleerd naar Judy Garlands’ live album Judy At Carnegie uit 1961. Hetzelfde podium, dezelfde setlist, dezelfde poster voor het evenement, alleen een mannetje in plaats van een vrouwtje die de liedjes zingt.
Typisch Rufus? Ik zou het niet weten. Maar mooi is het wel.
Keuze Tricky Dicky: Martha Wainwright – Proserpina (2012)
Moederskindje
Keuze zat zou je zeggen, maar in alle eerlijkheid zijn de interessante liedjes van de Wainwright familie voor mij op twee handen te tellen. Mijn databank informeerde mij zelfs dat ik maar twee tracks van hen in de kast heb staan en dat is – gezien de hoeveelheid – meer een uitzondering dan een regel. Geen idee waarom, maar de luisterliedjes van bijvoorbeeld leeftijdsgenoot James Taylor vind ik vele malen beter dan die van Loudon Wainwright III. Zijn ex-vrouw en moeder van zijn twee kinderen, Kate McGarrigle, zingt weliswaar mooi, maar verreweg de meeste liedjes pakken mij niet.
Zoon Rufus vult de ene hand helemaal zelf, maar zijn liedjes zijn of al geblogd of staat in die andere jaarlijkse eindlijst. Stiefzus Lucy Wainwright Roche heeft geen warme stem, dus ik besloot vandaag uit het oeuvre van Martha te kiezen. Maar ook dat bleek niet bepaald een sinecure, want er was verdomd weinig dat mij direct aansprak. Nu ik er over nadenk….waarom doe ik eigenlijk mee aan deze battle? Soms moet je gewoon eerlijk zijn en er voor uit komen dat een bepaalde stijl of stemmen niet mijn kopje thee zijn.
Ik stond op het punt om het op te geven en van een bijdrage af te zien; het zou de allereerste worden sinds januari 2015. Gedurende mijn overpeinzingen en de tijd dat ik het bovenstaande geschreven heb draaide YouTube gewoon een mix van Wainwright-liedjes en ineens hoorde ik de eerste tonen van een lied dat mijn aandacht direct greep. WTF?
Een rustig intro van de piano met een viool op de achtergrond; volledige rust als het ware en dan de breekbare stem van Martha. Come Home To Mama, zingt ze. Het hele lied heeft een klassieke uitstraling en dan die hoge gillende stem, bijna als een sirene. Kippenvel. It’s the last song my mother wrote, and of course I also think that she wrote it for me, and for Rufus.
Het lied blijkt Proserpina te heten en gaat over een sage. De godin Ceres creëerde de vier seizoenen, maar houdt elk jaar de oogst van zes maanden achter uit protest over de schaking van haar dochter door Pluto, heer van de onderwereld.
Keuze Tricky Dicky: Rufus Wainwright, Martha Wainwright & Anna McGarrigle – (Talk To Me Of) Mendocino (2012)
Finale versie, letterlijk en figuurlijk
Ik gaf het al aan in het bovenstaande blogje: de muziek van Kate & Anna McGarrigle heeft niet hét voor mij. Desalniettemin is hun debuutalbum in 1976 een pareltje in de folk en mét de onverwachte Franstalige hit Complainte Pour Ste-Catherine. De absolute uitschieters zijn Heart Like A Wheel en (Talk To Me Of) Mendocino; beiden zijn overigens gecovered door Linda Ronstadt.
Kate McGarrigle overleed in 2010 op 63-jarige leeftijd aan het zeldzame kanker van de weke delen. De diagnose werd in 2006 gemaakt en twee jaar later richtte ze een fonds op voor meer erkenning en onderzoek. Haar laatste optreden was zes weken voor haar dood in de Royal Albert Hall met Martha en Rufus en ongetwijfeld zal (Talk To Me Of) Mendocino gezongen zijn.
Echter, de allermooiste uitvoering van dit lied is die van Rufus en Martha met zus Anna op de piano. Opgenomen kort naar haar overlijden en de emotie druipt van het lied af. De stemmen van Martha en Rufus samen zijn magisch.
Talk to me of Mendocino
Closing my eyes I hear the sea
Must I wait, must I follow
Won’t you say come with me
[polldaddy poll=10022169]