1997. Terwijl Oasis en Blur nog maar eens een wedstrijdje doen wie het beste The Beatles na kan doen, komt Radiohead met zijn derde album, OK Computer. Na twintig jaar kunnen we wel zeggen dat dit de plaat is die de Britpop de broodnodige vernieuwing bracht. Vernieuwing waar niet iedereen op zat te wachten. Zo was platenmaatschappij EMI bij het horen van de plaat ronduit teleurgesteld. Ingewikkelde songstructuren, inktzwarte teksten, niet alleen gitaren maar ook elektronica en geen potentiële hitsingles. En dat voor een band die alles in zich had nu om écht naar het grote publiek door te breken. De commerciële verwachtingen werden drastisch naar beneden bijgesteld.
Op OK Computer staat dan wel geen Creep of Street Spirit, het album werd door critici direct de hemel in geprezen, waarna het ook een commercieel succes werd. Artiesten aan alle kanten van het muzikale spectrum noemen de plaat ook twintig jaar na verschijnen nog altijd een grote inspiratiebron.
Hoe groot de bewondering voor het album ook is, bijna niemand vindt alle nummers even goed. Iedereen heeft bovendien zijn eigen favoriet, zoals je in deze battle leest.
Keuze Eric van den Kieboom: Paranoid Android
Rapportcijfer
Dat OK Computer 20 jaar oud is, is voor mij duidelijk. Het allereerste nummer dat ik hoorde was Paranoid Android op een dinsdag in januari op 3FM of hoe het destijds ook heette. Mijn vrouw hoogzwanger van onze tweede en ik bewust werkzaam in de buurt, zodat ik snel thuis kon zijn. Mobieltjes waren er nog niet en bij hoge uitzondering kreeg ik een ‘pieper’.
Radiohead kende ik toen alleen nog maar van Creep en dat stond en staat nog altijd in mijn Top 10 aller tijden. Pas later ontdekte ik The Bends en dus ook Fake Plastic Trees en nog meer van die juweeltjes. Paranoid Android werd op de radio aangekondigd als ‘de nieuwe Bohemian Rapsody’ en zo werd ik dus al gelijk naar die radio toe gezogen. 6 minuten later vond ik die vergelijking niet eens zo slecht, veel tempowisselingen, etc. Nu is het niet zo dat ik totaal uit mijn plaat ga van de Bo Rap en een paar maanden later bleek ook Paranoid maar een gewoon nummer op een album met zoveel veel mooiere nummers.Het bleef ook steken in de Tipparade; een echte grote hit werd het niet.
Twaalf nummers op wat later bleek een legendarisch album. Negen liedjes die boven het rapportcijfer 8 komen, maar ook drie die rapportcijfer 4 nog niet waard zijn. Maar voor altijd zal ik Paranoid associëren met de geboorte van mijn dochter. Dus hoe oud OK Computer ook wordt: ik weet ervan, met mooie herinneringen aan januari 1997!
Keuze Ronald Eikelenboom: Exit Music (For a Film)
Wisselwerking
Het kwartje Radiohead valt bij mij altijd wat moeilijk. Creep vond ik bij verschijnen wel een aardig nummer, maar Pablo Honey is een album dat verder eigenlijk aan mij voorbij is gegaan. OK Computer beluisterde ik pas een jaar of vijf na verschijnen voor het eerst. In 2002 verscheen het album Largo van jazz pianist Brad Mehldau met daar op een interpretatie van Paranoid Android. En door die interpretatie ging ik naar OK Computer luisteren.
Toen er op de burelen van Ondergewaardeerde Liedjes gesproken werd over een OK Computer tribute riep ik dan ook meteen Exit Music (For a Film). Het nummer is één van de standaard nummers geworden van het Brad Mehldau Trio, al speelt hij het ook solo. Met het trio zijn er tot nog toe twee officiële opnames verschenen, uit 1998 en 1999, best vlot na het verschijnen van OK Computer. Solo is er een opname uit 2006, opgenomen tijdens het festival Jazz in Marciac.
En telkens weer doen de versies van Mehldau mij grijpen naar het origineel, al gebeurt het ook net zo vaak dat ik door naar Radiohead te luisteren er vervolgens voor kies om Brad Mehldau op te zetten. Echte grote muziek zorgt voor die wisselwerking.
Keuze Rob Gommans: Karma Police
Een droom
Karma Police: één van de meest on-ondergewaardeerde liedjes op het bepaald niet ondergewaardeerde album OK Computer. Toch wel de Tom-Dumoulin-anno-2017 onder het peloton hits dat de mainstream-schuwe band in de loop der tijd heeft gescoord. Niet de grootste (dat blijft Creep), maar wel stevig in de kopgroep qua singleverkoop, samen met No Surprises, Street Spirit en Paranoid Android.
Radiohead doet hier in het klein wat het later in het groot deed. De band gebruikte in de tekst één van de favoriete trucs van scenarioschrijvers, die er niet meer helemaal uitkomen: het was allemaal maar een droom. Thom Yorke’s gedachten dwalen af naar mensen van wie zijn stresslevel omhoog gaat. Maar wie precies? Willekeurige fans in het publiek? Middle managers (zoals hij zelf ooit verklaarde)? Kapitalisten? Meisjes met een Hitler-kapsel in het algemeen? Stuur de karma-politie erop af, is de boodschap. Lange tijd een running gag onder de bandleden; als er een kwade bedoelingen had, dreigde er altijd wel iemand met de Karma Police. Je oogst wat je zaait, immers.
Wat deze arm der oosters-religieuze wet precies aan straf oplegt, is niet helemaal duidelijk. Al wordt in de video bij het nummer een tipje van de sluier opgelicht wat betreft meedogenloosheid: een auto (met Yorke op de achterbank) achtervolgt een man. Die neemt het heft in eigen handen en steekt de ouwe Chrysler New Yorker in de fik. ‘This is what you get when you mess with us.’ In het liedje zelf heeft Yorke gelukkig geen pyromane neigingen. Op 2:35 komt hij bij zinnen. ‘Phew, for a minute there I lost myself.’ Hij dwaalde alleen maar wat af.
Ironisch genoeg deed de zanger dat in de OK Computer-periode zelf ook. Depressie, paranoia en de wens om te ontsnappen aan het leven als rockster voerden de boventoon. ‘I did have fun sometimes’, vertelde Yorke aan Rolling Stone. ‘But the public side of it, and the way people talked to me, even on the street, I could not fucking handle it.’ ‘Back then, the person I saw in the mirror kept saying: “You’re shit. Everything you do is shit. Don’t do that. It’s shit.’ Opvolger Kid A was misschien de manier om duidelijk te maken dat het allemaal maar een droom was. Dat zwaar experimentele album leidde de massa weer enigszins weg, en gaf Yorke ruimte om te ademen. Alles overziend een van de meest iconische, toegankelijke én benauwende Radiohead-tracks dus. Een zwaar bijzondere combi.
Keuze Ronald Eikelenboom: Fitter Happier
Het lelijke eendje
Een aantal weken terug zag ik tijdens het televisie kijken een poster aan de muur hangen met de tekst van Fitter Happier. Een soort motivational poster. Geen idee meer welke serie ik zag, daar is niks van blijven hangen. Die tekst daarentegen kan dan weken in mijn hoofd blijven rondzingen.
Fitter, happier
More productive
Comfortable
Not drinking too much
Het is het lelijke eendje van OK Computer, die slogan of reeks van slogans uitgebraakt door een Apple Macintosh. De overgang tussen de eerste helft en de tweede helft van het album. En toch, wie de moeite neemt om naar het nummer te luisteren hoort wel degelijke een majestueuze zwaan voorbijkomen.
Keuze Tricky Dicky: Climbing Up The Walls
Blik achter de gordijnen
Wellicht ben ik de enige hier die Radiohead en hun albums slechts aardig vind. Ook toen OK Computer uitkwam – en na vele malen beluisteren – had ik niet het gevoel dat de nieuwe Beatles opgestaan waren. Ik besef dat het album door sommigen vergeleken wordt met Sgt. Pepper, maar dat schiep een heel nieuw muzikaal landschap en ik vraag mij af of OK Computer over 50 jaar nog steeds dezelfde impact heeft.
Het heeft tot drie jaar geleden geduurd, voordat ik de ceedee uiteindelijk kocht en dan nog vanwege de prijs. Het lag in de uitverkoop-bak voor € 5 en dat is ook een verschil met de Fab4; hun albums gaan nog steeds voor het volle pond. Natuurlijk staan er schitterende liedjes op OK Computer, maar evenzo draakjes. Persoonlijk vind ik Paranoid Android overschat, maar Subterranean Homesick Blues geweldig evenals Exit Music. En No Surprises is een steengoed nummer, maar inmiddels behoorlijk mainstream geworden en te vaak gehoord.
Maar mijn uitgesproken favoriet van het album is Climbing Up The Walls. Een gevoel dat mijn vrouw krijgt wanneer ik dit draai, overigens. Het lied geeft inderdaad een onaangenaam gevoel. Alsof je van alle kanten tegelijkertijd aangevallen wordt en in de hoek gedrukt wordt. De overstuurde zang, het ritme en het gitaarspel maken het tot een dreigend geheel.
Ik kan mij niet herinneren waar, maar ik heb ooit eens gelezen dat Thom Yorke in een gesticht voor geesteszieken gewerkt heeft ten tijde van een wetswijziging waarbij de zorg teruggeplaatst werd naar de gemeenschap. Hij vond dit ongelofelijk, want er zaten mensen bij die zwaar gestoord en gewelddadig waren. Climbing Up The Walls gaat over deze mensen, over uit angst niet kunnen slapen wanneer de gordijnen niet dicht zijn, over het monster onder het bed, over hallucinaties en waanbeelden.
Een kanttekening: live komt het gevoel van de studio-uitvoering niet helemaal uit de verf en op de collector’s edition staat een Zero 7 mix, die er een chill gevoel aan hebben gegeven. Deze versie slaat de plank volledig mis en op zulke ogenblikken ben ik blij dat bijvoorbeeld Sir Paul als een bok op de haverkist van de Beatles zit.
In de gekozen clip is de muziek gecombineerd met beelden uit de film Donnie Darko. Over een jongen die geplaagd wordt door hallucinaties en door zowel zijn familie als klasgenoten niet begrepen wordt. Hij ontvangt opdrachten van een man in een konijnenpak en moet voor hem allerlei misdaden plegen.
Keuze Freek Janssen: No Surprises
Wat klinkt als een sussend slaaplied is eigenlijk de jaloezie van een bang en risicomijdend persoon
Van alle liedjes op OK Computer is No Surprises er niet eentje die meteen opvalt. Sterker; op het eerste gehoor is het een niemendalletje, een ongevaarlijk tussendoortje waarin de luisteraar even tijd heeft om bij te komen van de zwaar verteerbare melancholische tracks.
Na een luisterbeurt of honderd (ik heb ze niet geteld) is No Surprises het liedje wat misschien wel het meest overeind blijft. Het is misschien wel het meest gelaagde nummer op OK Computer. Niet omdat je er steeds iets nieuws in ontdekt (muzikaal is het allemaal niet bijzonder ingewikkeld), maar omdat je steeds meer, draadje bij draadje, de tragiek ontwaart van het nummer. Terwijl het klinkt als een sussend slaaplied, horen we hier eigenlijk gedachten van een extreem bang en risicomijdend persoon die met enige verbazing en jaloezie kijkt naar een ander, de ‘You’ in de tekst. Ik wil in mijn leven het liefst no alarms and no surprises, jij lijkt zo tired and happy, bring down the government. Al die energie, waar haal je het vandaan?
Overigens is dat ook maar mijn interpretatie; op internet zijn ook verschillende andere te vinden, waarbij ik de variant die bovenaan de comments op Songmeanings staat heel plausibel vind:.
Keuze Henk Tijdink: Lucky
Love triangle
Muziek, emotie en geheugen vormen samen een love triangle. Muziek roept altijd herinneringen op en van bijna al mijn albums weet ik nog waar ik ze gekocht heb. In mijn herinnering altijd gekoppeld aan vakanties, vriendschappen en kalverliefdes. De tijd dat je CD’s kocht, die ‘goeie ouwe tijd’. De tijd dat de conciërge jouw muziek nog gewoon, op verzoek, in de kantine draaide (dEUS, Nirvana, The Offspring). De tijd van cassettebandjes sturen naar vakantieliefdes.
Het verhaal van OK Computer ken ik nog goed. Het was een mooie, zonnige dag in juli 1997 en ik was net 19 geworden. Niet beseffend dat ik op een kruispunt stond. De middelbare school met een jaartje verlengd, maar nu toch klaar. Studeren was de logische stap. Maar nu was het nog ‘niemands-tijd‘. De dagen doorkomen met het schilderen van het huis van de overburen, af en toe zwemmen met wat kameraden, een paar weekjes Zuid-Frankrijk en wat bijverdienen in de bouwmarkt van mijn oom in Borculo. De toekomst aan de voeten, maar er geen besef van hebbend.
Bij de plaatselijke platenzaak in Borculo heb ik op een zonnige dag in juli 1997 het album beluisterd. Het vage Paranoid Android was als single uitgebracht en had me nog niet overtuigd. En ook na het hele album OK Computer beluisterd te hebben was ik nog niet verkocht. Het album The Bends was fabuleus en Creep natuurlijk ook. Heerlijk zwelgen in de tekst over onbeantwoorde (en tevens onuitgesproken) verliefdheden. Maar dit…??
Vaag, sloom en ik miste tempo en het ouderwetse gitaargeluid. Maar vanwege alle positieve recensies en een onbewust aangewakkerde interesse heb ik het gekocht. Bovendien: als pretentieuze post-puber moest ik het toch hebben?! En dan houdt mijn herinnering op. De love triangle doorbroken. Heb ik het de volgende jaren veel beluisterd? Vast niet, anders wist ik het wel.
Pas de laatste jaren luister ik OK Computer weer wat vaker en nu pas hoor ik de schoonheid, creativiteit en perfectie. Het nummer Lucky is voor mij favoriet. Sloom, slepend, het zware geluid van de bass, de monotone en nasale zang van Thom, uiteindelijk toewerkend naar de mooiste vijf seconden van het hele album waarin ‘it’s gonna be a GLO-HO-HO-RIOUS DAY’ een sublieme maar subtiele vocale en emotionele uitbarsting is. (voor de liefhebber: tussen 2.25 en 2.30)
De schoonheid zit in die kleine dingen. En om Cruijff te citeren: je snapt het pas als je het doorhebt. Dat is voor mij Radiohead. Dat is voor mij OK Computer.
Keuze Martijn Vet: The Tourist
De laatste twee minuten nemen alle twijfel weg
Een in-your-face-opener als Smells Like Teen Spirit heeft de plaat niet. Afsluiter The Tourist is bepaald geen A Day In The Life. En zoals ook uit deze battle blijkt, vinden zelfs veel fans dat er mindere nummers op staan (mijn duit in dat zakje: Let Down verdient het predicaat B-kantje nog niet).
En toch staat ook voor mij vast dat OK Computer een meesterwerk is. Het zijn de laatste twee minuten van het door gitarist Jonny Greenwood geschreven The Tourist, die bij mij steeds weer alle twijfel wegnemen. Thom Yorke heeft geen tien seconden stilte nodig om zijn ‘slow down’ overtuigend te laten klinken. Het gitaarsolootje lijkt niet spectaculair, maar gaat in al zijn spookyness door merg en been. En zo moet ik na de afsluitende ‘ting’ altijd even op adem komen, zoals ik dat na het beluisteren van ieder meesterwerk moet.
Tja, hoezo ondergewaardeerd?