Het is 1984, anderhalf jaar na het uitkomen van Love Over Gold. Je denkt dat er nooit meer een mooier nummer uit zal komen dan Telegraph Road. Het gitaarspel, de opbouw en vooral de lengte van de song maken het voor jou tot iets hemels. Alchemy komt uit en kost een vermogen, ƒ 33,90. Zoveel geld heb je nog nooit uitgegeven aan een elpee. Je besluit een avond Carnaval te skippen om dat te kunnen bekostigen. Mijn moeder is woest dat je zoveel geld voor zoiets belachelijks betaald. Ik denk daar duidelijk anders over. Telegraph road staat er in een live uitvoering op en dat alleen is al dat geld meer dan waard. Maar er staat meer op; Tunnel of love, Sultans of Swing en Once Upon In The West tikken met gemak de 10 minuten aan. Langzaam raak je verknocht aan ‘lange nummers’
1984 is ook het jaar van de 1000ste Top 40. Hello van Lionel Richie staat op 1 maar dat is bijzaak. Ter gelegenheid van die Top 40 wordt een boekje uitgebracht met de tot dan toe grootste hits uit 1000 Top 40’s. La danse de Zorba staat op 1 maar ook dat is bijzaak, want in het boekje staat natuurlijk reclame van de platenmaatschappijen. Zo ook van EMI. Eén van de EMI advertenties is het album Fugazi van Marillion. Zowel de hoes als de naam van de band zijn prachtig al heb ik geen idee hoe je dat uitspreekt. In de lectuur die ik lees (OOR, Hitkrant) is de naam mij ook nog nooit opgevallen en je hebt dus geen idee of het wat voor je is. Langzaam vergeet je de naam tot een jaar later. Kayleigh komt uit en je bent op slag verliefd,wat een song. Die stem en die gitaarsolo wow!
Natuurlijk schaf je een tijdje later de elpee aan en minuutje 3:42 van liedje vier veranderen in een klap mijn kijk op popmuziek. Wat is dit mooi en gaaf. De gitaarsolo van het vorige liedje (Lavender) terug laten komen in het volgende liedje (Bitter suite) en ook de solo van liedje vijf komt later nog eens terug maar te laat; ik ben al helemaal om. Het begin van mijn adoratie voor symfonische muziek (want zo schijnt deze muziek te heten). Ook Fugazi wordt natuurlijk aangeschaft, want ik heb inmiddels een krantenwijk en dus geld. Maandenlang wisselen die twee albums elkaar af op je pick-up.
Totdat ik besluit om op het fietsje naar Breda te gaan om te kijken of ze bij Bullit iets meer van Mu-ril-jun hebben. In Oosterhout houdt het wel op bij Fugazi en Misplaced Childhood. Bij Bullit val ik van de éné verbazing in de andere. Er blijkt een apart vakje voor Marillion te zijn. En daar staat best veel in, natuurlijk de 12” van Kayleigh en Lavender; dat had ik wel verwacht. Maar op beide staat niet zo heel veel bijzonders vergeleken bij de 7”. De hoezen van alles wat er staat zijn prachtig, behalve van de plaat die achterin het vakje staat. Die is geheel zwart en juist die pik ik eruit. Het blijkt de 12” te zijn van Market Square Heroes. Twee liedjes op kant A is raar, in een flits denk je aan de Ramshorn 12”s uit je platenkast die ook geen B kant hebben, Maar dan je draai je hem om en de cijfers rammen gelijk je hoofd binnen 17:15 !!!!! 17:15, ik kijk nog een keer goed en het staat er echt 17:15 .
Drukfouten op labels zijn geen zeldzaamheid. Baker Street van Gerry Rafferty duurt op City to City bijvoorbeeld 5:60, dus ik besluit Grendel – want zo heet het bewuste nummer – maar eens te beluisteren. Horloge in de aanslag en gaan. Maar het blijkt geen drukfout, maar de beste song die je ooit gehoord hebt. Het outro doet je denken aan Hotel California maar daar houdt de vergelijking wel op. Mag hij nog een keer? vraag ik beleefd aan de verkoper en ruim een kwartier later herhaal ik de vraag. Totdat je beseft dat het ineens bijna 1 uur later is. Snel reken je ƒ 13,90 af en fiets in een wereldrecordtijd de 12 kilometers naar huis. En nog sneller eet ik mijn inmiddels koude avondeten op en trek mij terug op mijn kamer en de tijd vliegt voorbij.
Nu 32 jaar later mag je concluderen dat Telegraph Road en Grendel ondanks de duizenden en duizenden nummers die ik daarna hoorde nog steeds fier overeind staan.
Mooi, herkenbaar verhaal. In de tweede of derde van de middelbare school, leerde ik van een broer van de vriend van mijn zus Real to Real van Marillion kennen.Een fantastische live plaat, met Assassin als mijn persoonlijke favoriet. Fugazi bleek al net zo mooi, maar Script for a Yester’s Tear was het helemaal. Al snel waren alle platen op TDA C90 cassettes getaped en stond het prachtige logo op mijn boekentas. Ook werd ik lid van de Marillion fanclub. Via het gestencilde clubblad leerde ik dat er een nummer van 18 minuten bestond als B-kant van een 12inch. Aangezien ik die nergens kon tapen, werd de eerste 12inch van mijn leven aangeschaft. Helemaal zijn prijs waard, want naast de duur van bijna een complete plaat, was Grendel echt het meest bijzondere dat ik ook had gehoord. Volgens het fanclubblad bleek het te lijken op klassiekers als Supper’s Ready van Genesis, die ik toon ook ben gaan luisteren. Toen kwam Misplaced Childhood uit, met Kayleigh. Ineens kende iedereen ‘Meriljun’ van Kayleigh en moest de mystiek van ‘voor Kayleigh’ met hand en tand verdedigd worden alsof ik ze zelf had uitgevonden. Ik heb jarenlang een t-shirt van Grendel gedragen: blauw met dat masker. Hetzelfde masker als Fish in de video droeg met de live opname. Een Shakespeareaans drama werd daar door Fish opgevoerd. Ik ben nooit meer zo onder de indruk geweest van een nummer…