Een opbeurende naam, de Hamers van de Tegenslag. Die heb je toch liever niet in je gereedschapskistje liggen. Dat belooft weinig goeds bij het klussen. Alsof je je eigen hersens in gaat slaan. Beter is om de Hammers te draaien tíjdens het doe-het-zelven. Het kan niet anders, maar dan is de klus ongetwijfeld snel geklaard. Wat een vaart, wat een drang, wat een verlangen spreidt dit Californische zestal – twee dames en vier heren – ten toon.
Aanvankelijk luidde de bandnaam Unholy Cadaver – ook oergezellig – maar dat werd rond de eeuwwisseling dus Hammers of Misfortune, naar het ruim veertien minuten durende gelijknamige nummer van de enige Unholy Cadaver-plaat. Dat kadaver ligt ergens in de death metalhoek, met dat diepe, lage gebral. Eén van de weinige dingen in de muziek die ik nooit heb begrepen, grunten, rahhhh. Een rare, kinderachtige uiting. Bewaar dat lekker voor een of ander creatuur in een fantasyfilm. Spannend!
Dead Revolution uit 2016 is het zesde album van de Hammers. Een heerlijke retroplaat. Terug naar de hardrock, Deep Purple-style, maar dan wat rafeliger, met Black Sabbath- en Iron Maiden-achtige hooks en riffs. Helaas bevatten hun eerste albums ook wat van die maffe grunts. Wijsheid komt met de jaren, dus ook bij bandleider, componist en gitarist, John Cobbett, al had ie daar een burn-out voor nodig. Spelen in meerdere bands en programmeur zijn van een metalclub bleek teveel van het goede.
Het geluid van Dead Revolution past in het rijtje dat startte met hun derde album The Locust Years. Vanaf daar schurkt de metal dichter aan tegen de progrock, al wordt het gelukkig nergens bombastisch of gekunsteld. De Hammers beuken gewoon verder en verder, door en door, alleen hier en daar een stapje terug, soms met een flard folk, vermoedelijk om het geheel in ogenschouw te nemen; waar waren we, wat moeten we nog doen? En rrrrang, doo-ka-doo-ka-doo-ka-doo-ka – daar gaan ze weer!
Tja, het is lastig kiezen voor een tip, maar ik ga gemakshalve voor het titelnummer. Dat is, zeker als kennismaking, redelijk goed te behappen en geeft een behoorlijk beeld van de Hammerssound. Lekker up tempo, de wat koortsachtige zang, flitsend gitaarwerk en dat hamerende arpeggio orgelspel, waarbij Sigrid Sheie klinkt als het nichtje van Jon Lord. Ik zal en kan me er verder niet mee bemoeien, maar de Snob 2000 zou niet helemaal de Snob 2000 zijn zonder de dames en heren van de Hammers of Misfortune. U weet wat u te doen staat!