Toen de glamrock met haar kostuums, make-up, plateau-zolen en glitter in de muziek opdook was ik een puber. De muziek varieerde van bubblegum zoals The Rubettes tot de rockacts van David Bowie en Roxy Music. Eén van de leukste exponenten was The Sweet. Begonnen in 1968 als Sweetshop hadden ze in 1971 dikke hits met meezingers met een eeuwig voortdurend refrein zoals Funny Funny en Co-Co; het bijbehorende album daar aan tegen raakten ze aan de straatstenen niet kwijt.
De daaropvolgende jaren werden er louter singles uitgebracht, die vrijwel allen minimaal de Top 5 in de Europese landen behaalden met op de B-zijde een (hard)rocknummer als tegenwicht voor de bubblegum op de voorzijde. Tijdens hun concerten speelden ze vrijwel uitsluitend de B-zijden aangevuld met een rock & roll-mix, maar zelden de grote hits. Gaandeweg werden de composities van Chinn-Chapman vanaf Block Buster weliswaar steviger, maar The Sweet wilde hardrock spelen en niet langer een glamrockband zijn. Op beide albums uit 1974 zijn er nog maar 2 liedjes per plaat van dit componisten- en producersduo terug te vinden. Snel daarna werd gebroken met Chinn-Chapman en het daaropvolgende – door henzelf geproduceerde – album bestond nog uit louter zelfgeschreven liedjes, waaronder de klassieker Action. Maar het lied dat de koerswijziging definitief maakte was (toevallig?) Set Me Free: het openingsnummer van de elpee Sweet Fanny Adams.
Ik heb hun harde kant altijd veel beter gevonden dan de grote hits. Vanaf Hell Raiser (’73) werden de singles daarom wel interessant, omdat beide zijden gewoon lekkere rock was. Ja, ik geef het toe: ik ben een Sweet-fan. Hun (hard)rock deed absoluut niet onder voor de meer bekende bands uit dezelfde periode. In ieder geval kon je op het schoolplein hierover praten zonder dat de goegemeente in schaterlachen uitbarstte.
Overigens zou The Sweet in 1978 wederom voor een koerswijziging kiezen met het album Level Headed; een fantastische experimentele plaat met E.L.O., Alan Parsons en Led Zeppelin-invloeden. Een onderschatte klassieker. Het zou tevens het laatste album met de alcoholistische zanger Brian Connolly worden. De druppel was een optreden in Birmingham (Alabama) als support-act van Bob Seger, waarbij hij ten overstaan van enkele managers van hun platenlabel dronken en onsamenhangend ‘zong’ en kort in de set bewusteloos in elkaar stortte.
In 1984 gecoverd door de oervaders van de New Wave Of British Heavy Metal, Saxon.
Leuk artikel!
Feit dat het nummer meerdere keren gecovered is zegt eigenlijk genoeg over het nummer. Stryper heeft het in 2011 op een album staan. Maar er zijn meer covers te vinden.
Mijn oudere zus kocht ook de plaatjes funny funny, en later block buster etc van Sweet.
De B zijden draaide ze nooit. Mijn moeder en ik wel!