Iedereen heeft vast vroeger een cassettebandje (of CD) gemaakt voor op reis, met muziek voor onderweg of voor in de strandstoel.
In juli en augustus gaat de aandacht naar deze herinneringen.
In de zomer van ’77 verbleven we met een grote vriendengroep in een of ander ‘bois de nog wat’ van Parijs. We kenden elkaar van het lokale jongerencentrum De Sater. Er werd in groepjes gereisd. Zo reed ik mee met twee vrienden in een klein Hondaatje, een poor mans Mini. Richting de honderd begon het stuur als een drilboor te trillen. Gelukkig viel het karretje niet uit elkaar, al keek ik van de achterbank angstvallig om me heen naar mogelijke scheuren in de carrosserie. Via hartje Brussel en andere omwegen – je reed in die tijd op een landkaart – kwamen we uiteindelijk aan op de beoogde camping. Zo druppelde langzamerhand iedereen binnen en begon ook het druppelen van het bier.
Een grote tent fungeerde als kantine, want het weer hield niet over. Ook nadat een pot met zure mosselen over het grondzeil was gegaan bleven we er elke ochtend terugkomen. Elke dag zaten we opnieuw in de penetrante, niet te verwijderen, zurige vislucht. Het alternatief was in de zeikregen je ochtendbaguette met een eerste biertje wegspoelen. Tja, ook het vakantieleven is een aaneenschakeling van lastige keuzes.
Uiteraard trokken we ook de stad in. We bekeken ‘die verroeste boortoren’, vingen in het Louvre een glimp op van de bekoorlijke Mona Lisa en waren getuige van de aankomst van de Tour, waar we de Fransen, ondanks de winst van hun gedrogeerde landgenoot Thevenet, extatisch “Kupèr, Kupèr hoorden roepen naar nummer 2, Hennie Kuiper. Ook leerden we uiteindelijk dat het waanzinnig populaire restaurant Pietons niet bestond. Slechts een enkeling sprak Frans en die wist de anderen verbazingwekkend lang te leiden langs de talloze verwijzingen in de stad, vooral in de buurt van zebra’s: We lopen goed jongens!
Nabij de camping was een bowlingbaan met enkele spelcomputers, de eerste analoge exemplaren. Tennis, in zwart-wit, en Breakout, het wegschieten van gekleurde lagen steen met een steeds sneller schuivende cursor. Ook bevond zich in die ruimte een jukebox, waarin dagelijks en meerdere keren per dag centimes werden geworpen voor Oxygene IV van Jean-Michel Jarre. In die dagen niet bepaald ondergewaardeerd, maar je hoort ‘m nog maar weinig voorbijkomen. Als ik ‘m hoor, denk ik aan Parijs en aan Piet.
De steenlagen werden steeds sneller en verder afgebroken. De onderlinge strijd en rivaliteit was hevig, maar gaandeweg stond de enige en echte Breakout-Koning op: Piet ofwel ‘Breakout Pietje’. Hij stak met kop en schouders uit boven de andere slopers. Piet was eigenlijk nieuw in de groep, komen aanwaaien op de brommer. Samen met een ander had ie het hele teringeind naar Parijs op zijn opgevoerde Yamaha volbracht. Als gewaardeerde en gerespecteerde Breakout-Koning reed ie terug. Niet lang daarna reed ie voor de laatste keer. Een openstaande niet-analoge deur van een vrachtwagen werd hem fataal. A la mémoire de Koning Piet:
Volg Het Vakantiebandje op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
The Pilgrims – Lost Train
David Byrne & St. Vincent – Road To Nowhere
Frank O’Moiraghi – Show Me (Spacer)
Chris Rea – It’s All Gone
Tröckener Kecks – Ver Van Huis
Mafalda Arnauth – O Mar Fala De Ti
Eddie Vedder & Nusrat Fateh Ali Khan – The Long Road