Ik was bezig met mijn voorbereidingen voor mijn radio-uitzending ‘After Hours’: blues en jazz (met de nadruk op blues). Een plugger kwam binnen, zag dat ik geen tijd had en legde een stapeltje CD’s neer. Nieuwsgierig als ik ben ging ik toch even kijken, want wellicht had hij wat blueswerk achtergelaten, maar helaas….de gemiddelde pop. Niets wat ik mijn programma zou draaien. Wel was er één single, die mijn aandacht trok. Was het de diep trieste blik van de zangeres op de hoes; zielig op een bankje met de handen in het haar? De titel deed vermoeden dat ze een reputatie had om de verkeerde man uit te zoeken.
I could be so jealous of someone like me
Someone has it all, yet they just don’t see
I shut out acceptance so I won’t get hurt
And move on to the next one, who will treat me like dirt!
Patti Rothberg werd ontdekt toen ze op haar gebruikelijke stek in het metrostation liedjes stond te zingen, gewoon voor de lol. Haar debuutalbum heette dan ook Between The 1 And 9: een mix van blues, folk-rock en alternatieve rock met een knipoog naar haar jeugdhelden Janis Joplin en The Allman Brothers. Het werd als één van de meest inspirerende albums in een lange tijd gezien. Er was zelfs een hit(je) in de U.S.A. te noteren: Inside. In Nederland hadden ze echter voor een andere track gekozen. Vele optredens volgden, maar twee jaar later leek ze van de aardbodem verdwenen. Het platenlabel ging failliet en niemand was geïnteresseerd. Ze besloot na een pauze van 4 jaar nieuwe liedjes in eigen beheer op te nemen, en alhoewel het geen onverdienstelijk album is kreeg het niet de aandacht en waardering van het debuut. Hetzelfde geldt voor de 4 opvolgers, waarvan de laatste dit jaar is uitgekomen.
Maar tot op de dag van vandaag kan ik niet bepalen waarom ik Treat Me Like Dirt zo goed vind. Ze heeft geen geweldige stem, krasserig bijna, en de tekst lijkt te worden opgelezen. Is het de versnelling en het warrige gitaarspel in de melodie? Zeg het maar.