Indie is failliet. Het is inmiddels een stempel geworden dat verkoopt. Heel veel van wat tegenwoordig als indie wordt aangesmeerd, is een goed doordachte marketingtruc waar miljoenen achter steken. De muziekindustrie is door en door verrot. Radio is veelal een dictatoriale propagandamachine die door rijke platenmaatschappijen wordt opgedragen mensen wijs te maken dat ze iets leuk vinden. Internet, het medium dat voor vrijheid stond, is nu eveneens doodgemaakt door commercie en advertenties. Wij hebben daar net als veel andere indiebands moeite mee, maar op dit moment bestaan er geen snelle alternatieven meer om te ontsnappen aan deze industrie.
Dat is nog eens een openingszin en gelijk de reden waarom AlascA een platenlabel (in eigen beheer) opgericht heeft. In 2012 uitgeroepen tot muzikale belofte door Leo Blokhuis, maar nog steeds één van Nederlands best bewaarde geheimen. Vorig jaar kwam hun tweede album uit, Prospero, en het is een juweel. Wellicht dat Europese country nog de beperkte beste term is voor de hokjesgeesten onder ons, maar feitelijk doen we de vele combinaties van stijlen en de kwaliteit van de liedjes tekort. Een vleugje Bob Dylan en een scheutje Calexico, mariachi trompetten, slide-gitaren en piano gelardeerd met bijna filmachtige muziek uit de oude Westerns maken AlascA – in mijn opinie – wellicht de Europese versie van de roemruchte Band. Eigenzinnig en met diepe wortels in de (psychedelische) countryfolk.
Maar wie zijn ze eigenlijk? Tijd voor een kort interview met zanger Frank Bond!
Hoe zijn jullie op de naam AlascA gekomen en waarom wordt de laatste A in kapitaal geschreven?
Alaska betekent oorspronkelijk ‘that which breaks the sea’, dat wat de zee breekt, iets dat sterk staat dus. Omdat we met de naam Alaska moeilijk te vinden zouden zijn op het internet/google, besloten we het te veranderen in Alasca met een c. De hoofdletter a is eigenlijk oorspronkelijk alleen vanuit esthetisch oogpunt zo op de covers van onze eerste releases gekomen, maar dat werd al snel ook gebruikt door onze boeker en ons Engelse label.
Hoe zijn jullie aan de naam van het album gekomen?
Prospero is de hoofdpersoon uit wat wordt gezien als William Shakespeare’s laatste stuk: The Tempest. In het stuk is Prospero de tovenaar die het stuk min of meer beheerst en indirect laat zien wat de kracht is van een kunstenaar. Oorspronkelijk zou ons tweede album de lijn van dit stuk geheel volgen, maar uiteindelijk is het een moderne interpretatie geworden van het stuk waarbij het draait om de rol van de kunstenaar in de moderne tijd. Shakespeare heeft een grote invloed op ons werk (ons debuut Actors & Liars is op veel vlakken geïnspireerd door zijn werken). Dit jaar is het Shakespearejaar (400 jaar na zijn dood) en spelen we onder andere een Shakespeare theatershow en hebben we een bijzonder speciaalbier laten brouwen om Shakespeare te eren en herdenken: Shakesbeere.
In Medias Res is een tijdsaanduiding. Is de titel gekozen omdat je over een flashback zingt?
Ons gehele tweede album Prospero gaat over de kracht van fictie, de onbeperkte mogelijkheden die kunst kan bieden. Vandaar dat we Prospero ook hebben uitgegeven als een 25th Anniversary Edition gezet in 2040 inclusief liner notes en memorabilia. Er zijn geen grenzen. In het nummer In Medias Res speel ik in het licht hiervan met plotlijnen. Het lied is een voorspelling over de ondergang van het (culturele) westen waarbij de verteller reist door heden, verleden en toekomst. Dit gebeurt zowel in het liedje an sich als dat er in het nummer verwijzingen zitten naar de andere liedjes op het album. Het is in die zin echt een overkoepelend nummer.
Waar hebben jullie de inspiratie gevonden voor dit nummer?
Het was het laatste liedje dat we afmaakten voor het album. Daarom kon het tekstueel en muzikaal mooi verwijzingen maken naar het geheel. Het is wel het duidelijkst geïnspireerd door de Sergio Leone Westerns die ik keek als jongetje (en nog steeds hoor) en Ennio Morricone natuurlijk. Oorspronkelijk schreef ik dit liedje meer vanuit een crooner-gedachte en waren m’n demo’s pogingen te klinken als Frank Sinatra.
Hebben jullie nog steun gehad van andere (oud) Volendamse artiesten bij de start?
We begeven ons duidelijk in de alternatieve hoek en zodoende zijn samenwerkingen met de welbekende Volendamse artiesten (gelukkig) gedoemd te mislukken. Onze studio zit wel in de oude studio van The Cats, een groep die wij zeer waarderen, en op het terrein van Arnold Mühren, de bassist en songwriter van The Cats. Arnold was absoluut een pionier in Nederland op het gebied van engineeren en opnamen en is iemand die wij bewonderen. We hebben ook samen met hem een oud Cats-nummer opgenomen en deze hebben we later samen ook gespeeld tijdens onze show in de grote zaal van Paradiso afgelopen december.
Propspero stond slechts één miezerig weekje in de album Top100. Een grove onderschatting van AlascA en het album, want over 25 jaar zal dit een tijdloze klassieker blijken te zijn. De single In Medias Res heeft alles wat muziek interessant maakt. Schitterend intro, interessante tekst en tempowisselingen toewerkend naar een muzikaal climax.
Luister maar en denk aan dit nummer wanneer het weer Snob-tijd is eind november!