Deep Purple kende haar hoogtijdagen in de jaren ’70, maar ook daarna werden er nog negen albums gemaakt. De nummers die daarop staan hebben het grote publiek echter nooit bereikt, terwijl er toch echt een aantal ondergewaardeerde toppertjes op deze platen te vinden zijn.
In 1973 kwam het laatste Deep Purple-album uit in de meest succesvolle samenstelling, bestaande uit zanger Ian Gillan, bassist Roger Glover, gitarist Ritchie Blackmore, drummer Ian Paice en toetsenist Jon Lord. Deze formatie wordt ook wel de Mark II-bezetting genoemd. Na deze plaat, Who Do We Think We Are, viel de band uiteen. Eerst verlieten Gillan en Glover de band, twee jaar later besloot Blackmore om zijn eigen band Rainbow op te richten. Zo leek het erop dat Deep Purple geschiedenis was.
Niets is echter minder waar. Gillan, Glover, Blackmore, Paice en Lord besloten weer samen verder te gaan en vierden in 1984 hun comeback met het album Perfect Strangers. De eerste single en titeltrack staat symbool voor de terugkeer van de band die ten dode opgeschreven leek. Het door sciencefictionboeken geïnspireerde nummer gaat over reïncarnatie, een onderwerp dat past bij de herstart van de legendarische hardrockers. Deep Purple begint opnieuw, en het wordt anders dan in het ‘vorige leven’. I am the echo of your past, zing Gillan dan ook aan het einde van het eerste couplet.
De terugkeer van de klassieke Deep Purple-formatie werd goed ontvangen door de fans, maar Perfect Strangers werd nooit een grote hit. Uiteindelijk doen de albums uit de ‘jaren tachtig’ en daarna toch echt onder voor de meesterwerken uit de glorietijd van de band. Het is ook niet verwonderlijk dat nummers als Child In Time, Highway Star, Smoke On The Water en Black Night nauwelijks te overtreffen zijn. Toch heeft de band ook na die goeie ouwe tijd nog genoeg topnummers gemaakt. Perfect Strangers zou dan ook zeker niet misstaan op topalbums als Deep Purple In Rock, Fireball en Machine Head.