In de zomertijd ontkom je er eigenlijk niet aan om even stil te staan bij de fietsende kilometervreters. Bovendien stijgt bij de gemiddelde mannen het testosteron ten tijde van een grote wielerronde. Het ijzeren ros komt uit de schuur of garage en met een wilde blik in de ogen worden de heuveltjes bestormt om uiteindelijk tot het besef te komen dat er een wereld van verschil zit tussen de gedachte en het kunstje. Geen bergkoningen, maar raggende mannen.
Mij is niet menselijks vreemd, en ook ik zie mijzelf in gedachten (winnend, natuurlijk) de Tourmalet of de Alpe d’Huez oprijden. Ik fiets zeer regelmatig in de omgeving rond, maar heb moeten leren doseren (qua afstanden) gezien het terugkerende fenomeen van de derde bal (niet te verwarren met de vierde man in het voetbal). In de directe omgeving zijn heuvel(tje)s van circa 10% te vinden en elke keer vraag ik mijzelf af waarom ik deze vorm van zelfkastijding zo leuk vind. De blik op oneindig. Puffend ga je de helling te lijf en niets is zo frustrerend dan wanneer een berggeit, op de pedalen dansend, je rap passeert; je bent op waarde geklopt!
In de tijd dat ik mij aan andere sporten overgaf vroeg ik mij (achter de beeldbuis, dat dan weer wel) regelmatig af waarom die renner er niet een schepje bovenop deed, maar ik weet nu wel beter. Door ervaring wijs geworden. Al lag er een miljoen klaar, sneller gaat gewoon niet. Je rijdt al diep in het rood en de tank is leeg; je hebt het einde van je vermogen bereikt. Ik ben er van overtuigd dat sommige wielrijders dan de sterren in hun ogen hebben, met pijn en moeite de kots kunnen inslikken en puur vanuit de absolute wil niet te willen opgeven door alle grenzen heen gaan. In ieder geval verdienen de prof-wielrijders respect voor de enorme afstanden die dag in dag uit afgelegd worden, vaak in een bijna onmenselijk tempo en met stijgingspercentages waar een paard de hik van krijgt.
Na een lang voorseizoen en de Giro is nu de Tour de Force France aan de beurt, en ik blijf mij verbazen over de mentale hardheid van de renners in het algemeen. Gebroken rib? Bloedende wonden? Gescheurde rugwervel? Gewoon opstappen en verder gaan tot de dienstdoende arts het definitieve ‘Non’ roept. De bereidheid van de renners om te sterven op hun fiets maakt het schouwspel zo fascinerend en op een bepaalde manier betoverend.
Jack Poels van Rowwen Hèze is wielergek. Als zanger en componist van de van oorsprong Engelstalige band steekt hij zijn bewondering voor de wielersport niet onder stoelen en banken. Gelukkig hebben ze toen der tijd het wijze besluit genomen in hun moedertaal verder te gaan, want anders waren we verstoken gebleven van vele juweeltjes. Op hun CD Manne van Staal uit 2011 openen ze de plaat met het gelijknamige lied, gevolgd door Nar Boave.
Voor de welwillende amateurs die van tijd tot tijd een rondje fietsen:
Wej moage der zien,
Niemand vertille
Wej twieje same, wej komme der waal
Rech veuroet, gein toeters, gein belle
Gei en ik, manne van staal
En voor de echte mannen van staal; de kilometervreters, die met het snot uit de neus de bergen beklimmen.
Nar boave, nar boave, nar boave
‘t Podium dat kump in zicht.
Nar boave, nar boave, nar boave
Oet de schaduw in ‘t licht!
Heldenmoed. Fietsende gladiatoren. Veel mooier kan het niet worden. Deze mannen spiegelen ons verlangen tot een grootse daad; het verkrijgen van eeuwige roem door middel van een ultieme krachtinspanning.
Met dat beeld in de kop,
rij je die heuvel op
Met je tong op de stuurstang
doe je jouw stinkende best
om heel even beter te zijn
dan de rest.
Het laatste is uit eigen doos; een rijmelarijtje van lik mijn vestje, maar mijn gevoel wanneer ik weer een heuvel attaquer in de stille hoop dat die éné toeschouwer begrijpt dat dit mijn ultieme poging is om te ontstijgen aan het stoffelijke voor een (kortstondig) verblijf op mijn Olympische heuvel.
Vive le vélo.
Lekker weg in eigen land. Ondergewaardeerde Liedjes trekt het in juli en augustus iets breder, want we zoeken naar onbekende pareltjes in de Nederlandse taal. Niet in een battle, maar door zonovergoten individuele verhaaltjes. We willen bewijzen (zien) dat er wel degelijk goede rock, gevoelige ballads en muziek van internationale klasse in onze prachtige taal geschreven kan worden.
Volg de Hollandse Zomer ook op Spotify:
De volgende liedjes staan helaas niet op Spotify:
Splitsing – Wind En Zeilen
R.K. Veulpoepers B.V. – Den Egelantier
Carrera & Shaver Girl – Het Rock & Roll Gevoel
Dierenpark – Poppiedool
The Clungels – Dat Had Ik Nog Nooit Gedaan
Robert Long – Na Zijn Dood
Toontje Lager – Contactrock
Koot & Bie – Dat Is De Blues