Maandag staat bij Ondergewaardeerde Liedjes de hiphop-battle op de planning. Tricky Dicky neemt hier alvast een klein voorschotje op met zijn beschouwing op het genre. Met bijbehorend liedje, natuurlijk.
Music was my first love, and it will be my last.
Deze illustere woorden van John Miles benaderen mijn gevoel het beste. Ik sta op met muziek en ik ga er meer naar bed. In mijn jeugdjaren luisterde ik via mijn transistor onder het kussen ’s nachts stiekem naar radio Veronica, AFN of radio Luxemburg. In de loop der jaren is mijn smaak verbreed en afhankelijk van mijn humeur draai ik klassieke muziek, jazz, hard/speedrock tot worldmuziek. Elke muzieksoort heeft haar bekoringen.
Echt vreselijk vond ik het als vroeger de LP beschadigd was en de plaat bleef hangen. Weg de vloeiende muzieklijnen; er viel niets anders te doen dan een nieuw exemplaar bij de platenzaak te kopen. Dat is nu net hetzelfde gevoel dat ik heb met luisteren naar hip-hop (of rap)… de plaat blijft hangen. Natuurlijk, er worden (soms) scherpe en maatschappelijk-kiritische teksten gezongen c.q. gedeclameerd, maar het is in mijn oren een herhaling van een herhaling van een herhaling, en dan vaak nog met geleende beats.
Gelukkig leven we (nog) in een samenleving waar iedereen een mening mag hebben. Ice-T merkte in 1992 dat de Amerikaanse samenleving zijn ‘protest’ (Cop Killer – overigens een toptrack) niet kon waarderen. Ironisch dat hij later in een politieserie ging spelen.
Is er dan helemaal geen lichtpuntje in de duisternis? Jawel, want ik chargeer; ik gaf al aan dat elke muzieksoort haar bekoringen heeft. Soms hoor ik een hiphop/rapplaat waar ik om moet glimlachen en mijn voet ongewild met de maat beweegt, zoals Gotcha! (Words and Music from Da Lowlands), Tone Loc (Wild Thing), de Disposable Heroes of Hiphoprisy (California Uber Alles) en de eerder vermelde Ice-T.
Mijn keuze voor Kissin’ Dynamite is eigenlijk tweeledig. De groep komt voort uit de rijke traditie van rockmuziek bij onze Oosterburen en is vernoemd naar een track van AC/DC, en ik ben nu eenmaal een groot liefhebber van gitaar-licks. Het liedje is kort maar krachtig en heeft alles om in de aandacht te blijven hangen. Een regelrechte crowd-pleaser om maar een goede Nederlandse term te gebruiken. Ten tweede is de tekst origineel en niet helemaal bezijdens de waarheid; er wordt heel veel ‘geleend’ om hiphop herkenbaarder te maken.
Afijn, een vette hip-hop knipoog naar alle liefhebbers.