We zijn op zoek naar een antwoord op de vraag: welke muziek heeft eeuwigheidswaarde (en welke niet)? Het is niet zo eenvoudig: grote hits worden niet per se beter onthouden: de band Middle Of The Road haalde in 1971 en 1972 drie nummer 1-hits, maar je hoort ze nooit meer. Bill Withers, uit ongeveer dezelfde periode, haalde niet eens een top 10-notering maar wordt nog grijsgedraaid.
Het antwoord gaan we waarschijnlijk nooit vinden, maar we proberen wel een stukje dichter bij een oplossing te komen. Vandaag gaan we de discussie met elkaar aan: is het zo dat de popmuziek de afgelopen decennia niet meer innoveert? Is met het einde van de politieke geschiedenis (in de jaren negentig) ook een eind gekomen aan de ontwikkeling van de popmuziek?
In debat gaan Freek Janssen, Edgar Kruize en Martijn Vet.
Freek Janssen:
Tussen 1955 en 1990 leek er geen eind te komen aan nieuwe stromingen: rock ‘n roll, beatmuziek, pyschedelische rock, heavy metal, motown, funk, soul, disco, hiphop, punk, dance, en ga zo maar door. Daarna (zeg maar sinds de val van de muur) was het toch vooral een kwestie van combineren. Echte nieuwe stromingen kwamen er niet meer. De (commerciële) hoogtijdagen van de popcultuur lag in de jaren tachtig, met mega-artiesten als Michael Jackson, Prince en Madonna en met MTV als aanjager.
Edgar Kruize:
Ik denk zelf dat het niet de val van de muur, maar de eeuwwissel was. Midden jaren negentig werd nog aan het jaar 2000 gerefereerd als een soort ‘eindpunt’ (Disco 2000 van Pulp, Anthem For The Year 2000 van Silverchair, etc.) en ik heb het idee dat dit niet alleen voor muziek, maar eigenlijk de hele Westerse wereld geldt. Technisch gezien hollen we vooruit, maar tegelijk staat alles ook een beetje stil als je het afzet tegen de decennia daarvoor.
Maar je zou wel kunnen concluderen dat de stagnering in de jaren negentig wel al in gang werd gezet. Vergelijk het met een auto die rustig uitrolt voor een rood stoplicht. Het gaat nog vooruit, maar minder snel en zal uiteindelijk stilstaan. Het rode licht ligt rond 2000. De innovatie in de jaren negentig zit dan nog vooral in dance en – zo vind ik tenminste – R&B. Rock (grunge, Britpop, nu-metal) en pop grijpen in die periode al veel meer terug op bekende geluiden en varianten daar op.
Martijn Vet:
Ik geloof daar niks van. Volgens mij hangt dat niet of nauwelijks samen met het ontbreken van nieuwe stromingen. Zo blijft het prachtig om te zien met hoeveel bezieling jonge bands aan de slag gaan (waarbij ze de mosterd overal vandaan halen en zelf het nodige toevoegen). Verder raak ik altijd een beetje ontroerd als ik tijdens het uitzoeken van akkoorden op gitaar van een mooi nieuw liedje tot de ontdekking kom dat het gewoon standaardakkoorden zijn. Niet altijd wordt de originaliteitsprijs gewonnen, maar de mogelijkheden zijn nog eindeloos.
Meediscussiëren in de comments wordt uiteraard gewaardeerd!
Ik ben er ook van overtuigd dat er nieuwe dingen zullen blijven komen. De stagnatie ligt m.i. vooral aan de industrie zelf, die alleen investeert in veilige en goedkope muziek. The Voice, met covers door inwisselbare fifteen-minutes-of-fame-artiestjes, radio die er alleen nog maar als behang is en de dj belangrijker vindt dan de muziek. Punk wás er plotseling, grunge idem dito en hoewel met de huidige industrie een dergelijke doorbraak moeilijk wordt, is het dankzij het interrnet mogelijk tóch exposure te krijgen – als Buma/Stemra niet alsnog de embedheffing erdoor krijgt.
Hoewel ik zelf graag en veel naar oudere muziek luister heb ik een paar jaar geleden een artiest gevonden die voor mijn gevoel iets volkomen nieuws deed, Igorrr. Op zijn album Halleluja combineert ‘ie barok, metal en elektronica – en niet te vergeten stofzuigers en kippen – tot iets wat ik nog niet op die manier gehoord had.