“Deze moet je echt luisteren.” Breda, ergens in de zomer van 1997. Ik krijg in de lokale platenzaak Tunes Ville een CD in mijn handen gedrukt. Ze kennen me daar onderhand wel. Al jaren koop ik daar elke maand een stapel nieuwe muziek. Variërend van rock tot metaal tot hiphop tot dance. In de bak Nieuw blader ik door de titels, luisteren met een drankje erbij en een peuk, want roken mocht nog gewoon in de platenzaak. Zo’n typische High Fidelity platenzaak. Boordevol vinyl en CD’s, picturediscs aan de muren, audiosnobs achter de toonbank die uit altijd dezelfde mok lauwe koffie drinken en shag roken. Een heerlijke plek, als je de mensen kent zeg maar…
“Dit is wel iets voor je.” Een gifgroene CD, dik plastic. X-Games 2, Various Artists. De X-Games kende ik wel, het extreme sportfeestje rondom skate, snowboarden en surfen. Ik pielde zelf wat met een snowboard maar dat is nooit echt goedgekomen. De muziek en de bijbehorende subcultuur trok me echter wel. De CD staat vol met hiphop, rock en punkmuziek. Artiesten die direct mijn aandacht trokken waren Bush, Helmet, CIV, Public Enemy, Fishbone en veel anderen. Maar track 4 kende ik niet. Ik zet de CD op in de platenzaak, steek een peuk aan en begin te luisteren. Track 4 heb ik tijdens die luistersessie denk ik 3 keer gespeeld. Wat een briljant nummer. Dit had ik nog nooit gehoord. De hiphop-beat à la James Brown’s Funky Drummer, de laidback raps, het gitaarriedeltje en de dikke dikke beat na 50 seconden. De tekst over liefde, drugs, drank en de zelfkant.
Lovin’ is what I got. Dat was mijn eerste kennismaking met Sublime. What I Got, op die verzamelaar. Ik vraag aan de muziekwijsneus achter de balie of hij meer van Sublime heeft. Direct krijg ik Robbin’ the Hood in mijn handen gedrukt, hun tweede album uit 1994. Een bizar album, opgenomen in een crack house in Long Beach op een viersporenrecorder. Maar tussen de bizarre audiofragmenten zitten briljante tracks, zoals het duet Saw Red met No Doubt’s Gwen Stefani, de tongtwister All You Need en de twee versies van Pool Shark. De aanstekelijke combinatie van ska, punk, rock, rap, metal en dub ging niet meer uit mijn hoofd.
Ik kocht de CD’s en was verkocht. Ik had geen idee wie of wat deze band precies was en de informatie online was destijds spaarzaam. Samen met mijn goede vriend Ronald van Schaik gingen we op zoek naar meer Sublime materiaal. Op het webdesign-bureau stond de hele dag Sublime op de koptelefoon. Online kwamen we er langzaam maar zeker achter dat er meer was. Met name hun selftitled album werd de hemel in geprezen. Niet in de minste plaats omdat Brad Nowell – de zanger van Sublime – de release van die plaat niet meer heeft meegemaakt. Twee maanden voor de plaat werd uitgebracht werd Brad dood gevonden als gevolg van een heroïne overdosis.
De nummers op dat gelauwerde album zijn het meest bekend, maar ik wil één Sublime nummer onder de aandacht brengen wat voor mij alles herbergt waar ze voor staan.
Het nummer STP heeft muzikaal alle invloeden in zich. Startend met de reggae lyrics, hip-hop, wat dub tussendoor en eindigen met goede rockriffs. In de teksten zitten aardig wat referenties naar de drugsverslaving van Nowell. STP staat voor Secret Tweaker Pad, een drugspand waar dagenlang crystal meth wordt gebruikt (The taste of honey in de laatste zin) en waar Brad schijnbaar een paar dagen verscholen zat toen de LA rellen van 1992 begonnen. Het nummer laat horen dat ze de typische So-Cal band zijn waar ze bekend om zijn geworden.
Ondanks, of misschien vanwege de drugsreferenties in de teksten is de muziek van Sublime het ontdekken waard. Begin met STP, luister het Best Of album Gold op Spotify of de Perfect Sublime die ondergetekende en Ronald maakten in 2011 en ga dan verder op zoek. Look at all the love I found…
Voor de echte liefhebbers: Hier een video van het nummer STP, live op het allerlaatste Sublime concert. De avond voor de dood van Bradley.
oke! STP klinkt echt briljant door een Sennheiser HD 239 Dit was nogal erg uniek. wauw