Je kunt het je haast niet meer voorstellen, maar toen Radiohead in 1992 doorbrak met Creep, dachten veel muziekcritici dat het om een eendagsvlieg zou gaan.

Het bleek toch anders te lopen.

Inderdaad hoorden we na het grungy hitje even niets meer van de band uit Oxford. Drie jaar later kwamen ze terug met het album The Bends (met onder andere Street Spirit (Fade Out), Fake Plastic Trees en High and Dry), dat duidelijk maakte dat ze een band waren om rekening mee te houden.

Het hoogtepunt van Radiohead’s roem moest echter nog komen: met OK Computer uit 1997 brachten Thom Yorke en zijn mannen een album dat al minder gitaargeweld bracht en een ingetogenheid liet horen die bepalend zou zijn voor het verdere werk van de band. Kid A (2000) was de definitief breuk met rockmuziek: vanaf dat moment werden de beats belangrijker dan de gitaren.

Kid A werd gezien als een bewuste afkeer van de commercie, maar toch is Radiohead eigenlijk best succesvol gebleven. Sterker nog: Kid A was het eerste Radiohead-album dat op 1 binnenkwam in de VS. Hoewel daarna het verkoopsucces van de eerdere albums misschien niet meer geëvenaard is, wordt Radiohead nog steeds gezien als een van de meest toonaangevende bands ter wereld.

Ten minste tien bloggers in Nederland vinden dat meer dan terecht. Hieronder verdedigen ze elk hun eigen ondergewaardeerde Radiohead-liedje. De winnaar verdient een plekje in de Spotify-playlist van Ondergewaardeerde Liedjes, (misschien wel) ten koste van Just, dat eerder al eens langs kwam op de blog.

Keuze Bram Koster: I Will

In juni 1999 was ik met wat vrienden bij het Tibetan Freedom Concert in de Rai. Ik kwam vooral voor Garbage en Alanis Morrissette, vriend Arno meer nog voor Thom Yorke. Eerlijk gezegd zei Radiohead me nog niet zo veel op dat moment. Ik kende wat liedjes, dat was het. Maar na het optreden was ik om.

Thom speelde een (althans in mijn geheugen) vrij korte set en stond op het podium met alleen Jonny Greenwood erbij. Het was genoeg. Met z’n frêle stem zong Thom de hele hal plat. Of alleen ons, doet er niet eens toe. Liefde op het eerste gehoor.

Die liefde duurt nog steeds voort – zo kijk ik enórm uit naar 14 oktober in de Ziggo Dome. En een favoriet ondergewaardeerd liedje kiezen is bijna niet mogelijk. Of toch eigenlijk wel. Eén liedje komt nl. in de buurt van die eerste kennismaking. Daar zit ‘ie weer, op een heel klein podium in een clubje (Le Reservoir) in Parijs. Alleen Thom met z’n gitaar. En die stem. Kwetsbaar en sterk. Soms bijna vals en daarom zo loepzuiver. Kippenvel.

Oh, en als iemand opnames heeft van die set in ’99…

Keuze Bas van Sambeek: Thinking About You

Ik vond hun eerste beter. Pablo Honey! Nee, de EPeehee. Pablo Honey was zó commercieel. Hipsters avant la lettre. Ik had en heb problemen met zulke mensen. Radiohead was een van die bandjes waar zij mee koketteerden. Mijn waardering voor Radiohead kwam daardoor wat traag op gang.

Ik heb Thinking About You leren kennen ergens in 2000-nog-wat, door een meisje. Ik was een beetje verliefd op haar. Net genoeg om haar favoriete nummer van Radiohead over te nemen. Althans, ik was dronken en dit herinner ik me ervan. Ik heb haar daarna nooit meer gesproken. Het nummer heb ik nog wel een aantal keren gedraaid. Volgens iTunes voor de 101e keer op het moment dat ik deze tekst schrijf.

De tekst is wat tragisch. De zanger is gedumpt nadat zijn vriendin beroemd werd. Hij ligt op bed te denken over wat er allemaal gebeurd is. Ik heb geen beroemde exen, maar ik ken het gevoel wel. In die honderd keer dat ik het nummer heb beluisterd, ben ik het nummer – en mijn leven – anders gaan waarderen. Ik ben volwassener en voel niet meer de pijn. Ik zie nu de kans die niet uitkwam en waar ik feitelijk weinig aan gemist heb. Ze was het niet waard. Ik koester nu die ‘kwade’ herinneringen en zie Thinking About You als een illustratie van hoever ik inmiddels gekomen ben.

Een leuke weetje: toen deze battle werd aangekondigd twijfelde ik of ik mee zou doen, vanwege mijn ‘lastige start’ met Radiohead. Ik wist vaag dat Pablo Honey het eerste album was en vermoedde dat er nog wel een EP voor zat. Zo schreef ik de eerste regels. Nu ik voor dit stukje wat extra onderzoek doe, kom ik erachter dat Thinking About You een nummer is dat – tadaah – op de eerste EP van Radiohead stond, toen nog als rocknummer met wat ruwe randjes.

Ik ben meer hipster dan ik durf toe te geven. Nog een leuke weetje: het nummer gaat over masturberen. En ook weer niet. Tekstgrapje, maar de discussie op internet is er niet minder heftig om 🙂

Keuze Freek Janssen: Reckoner

Het kiezen van het meest ondergewaardeerde Radiohead-liedje was een pijniging.

Nog niet zo lang geleden riep ik Just uit tot Meest Ondergewaardeerde Liedje van Radiohead. Nu ik het moest opnemen tegen andere bloggers, begon ik te twijfelen. Nog steeds vind ik Just een mind-boggingly briljant rocknummer: hoe kun je zo’n complex liedje zo lekker laten beuken? En nog een melodielijn overhouden ook?

Toch ging ik twijfelen. Eigenlijk zou ik graag eens een battle willen winnen (ik win nooit). Misschien is mijn muzieksmaak wel echt zo afwijkend dat het ook niet zo vreemd is dat ik een blog bijhoud over liedjes die nooit een hit zijn geworden.

Ik heb getwijfeld over Pop is Dead en Killer Cars. Beide liedjes uit de pre-OK-Computer-periode zijn zwaar ondergewaardeerd (vooral de akoestische versie van Killer Cars), maar halen het als rocknummers toch niet bij Just.

Ik dacht aan Fake Plastic Trees, wat niet alleen mijn favoriete Radiohead-nummer is, maar één van de mooiste liedjes ooit. Ik zie mezelf nog staan op Pinkpop 1996: Fake Plastic Trees als afsluiter van de set, bij een ondergaande zon (daarna dansen met The Prodigy!). Ik heb nooit begrepen waarom dit liedje niet ook de afsluiter was van The Bends. Fake Plastic Trees is geschreven als laatste liedje. Hoewel ik denk dat Fake Plastic Trees een serieuze kandidaat is om te winnen, is het wel één van Radiohead’s bekendste en daarom zocht ik – toch maar – verder.

Exit Music for a Film dan? Sinds de pompende gitaren waren bezworen, is Radiohead op zijn best met melancholische, dramatische liedjes (heb ik sowieso een voorkeur voor). Exit Music is het toppunt daarvan. Met als uitsmijter het verstikkende We hope your rules and wisdom choke you… We hope, that you choke, that you choke, that you choke.

Waarom het toch Reckoner is geworden, is omdat dit liedje me inmiddels misschien nog wel harder raakt dan Exit Music. You are not to blame for this. Het breakbeat-ritme, het hypnotiserende gitaartje, de herhalende melodielijn waarin de zang van Thom Yorke zó goed tot zijn recht komt – ik krijg er tranen van in mijn ogen. Daar komt bij dat ik een innige band heb met het album waar Reckoner op staat. In Rainbows is de eerste plaat sinds OK Computer die ik grijs heb gedraaid.

Natuurlijk gaat Reckoner niet winnen. Wie weet stem ik zelfs voor Just of Fake Plastic Trees. Maar toch wil ik een lans breken voor Reckoner: niet op single uitgebracht, in geen lijstje genoemd, nu al vergeten. Zo jammer.

Check trouwens ook de cover van Gnarls Barkley: door de schreeuwerige stem van Ceelo Green is het een heel ander nummer geworden.

Keuze Erik Molkenboer: The National Anthem

Ik leerde Radiohead pas kennen toen Kid A al lang en breed uit was. Toch duurde het nog jaren voor ik de plaat zou luisteren. Lange tijd had ik genoeg aan The Bends en OK Computer, aan Street Spirit, Fake Plastic Trees en Paranoid Android. Geniale songs.

Pas een jaar of vier geleden waagde ik me ook aan Kid A – die zogenaamd moeilijke, elektronische, radicale koerswijziging uit 2000 – na een fantastisch optreden op Werchter. Volgens mij kende ik alleen Optimistic toen. En inderdaad, het was elektronischer dan OK Computer en op het eerste gezicht ook niet zomaar mooie liedjes: een tikkeltje moeilijker! Maar al snel ontpopte Kid A zich tot favoriete plaat van Radiohead (al blijft het nog steeds stuivertje wisselen met OK Computer en inmiddels ook In Rainbows).

Een van die nummers die tijdens dat optreden op Werchter opviel was The National Anthem, met een enorme close-up van Thom Yorke, die ‘Everyone is so near’ zong – al dacht ik toen volgens mij dat-ie ‘mean’ zong. Wat een dijk van een song nog steeds: denderende gitaren, vreemde zang en overstuurde toeters, ook dat is dus Radiohead. Wat een variatie: fantastisch!

Ook daarom is Radiohead een van de beste bands ooit.

Keuze Sander van Buuren: Exit Music for a Film

Radiohead = melancholie en melancholie = Exit Music for a Film
Hét kenmerkende geluid van Radiohead is natuurlijk de indringende stem van Thom Yorke. Er zijn weinig nummers waarin zijn stemgeluid zo door merg en been gaan als in Exit Music for a Film.

Exit Music is origineel geschreven voor de film Romeo + Juliet (1996) met in de hoofdrollen Leonardo DiCaprio en Claire Danes. Opvallend is dat het nummer op verzoek van Thom Yorke niet op de twee soundtrack-albums van de film is opgenomen, maar wel is terug te vinden op het derde album van Radiohead, OK Computer (1997).

Blijkbaar heb ik iets met een klassieke basis. Want na Blackbird in de Beatles-battle, kies ik dit keer opnieuw voor een nummer dat is geïnspireerd op een klassieke compositie: Prelude No. 4 in E Mineur van Frédéric Chopin.

Het indringende stemgeluid van Thom Yorke maakt Exit Music niet uniek – daar kunnen we hem tenslotte gelukkig vaker op betrappen. Wat Exit Music vooral onderscheidend maakt is de dramatische opbouw van het nummer. Exit Music start zeer ingetogen en bouwt heel langzaam naar een climax toe, waarmee Radiohead je als luisteraar (en zeker ook als filmkijker) stevig bij de strot weet te grijpen.

Nog één leuk weetje voordat je mag gaan genieten en je stem mag uitbrengen op dit schitterende nummer: het opvallende achtergrondgeluid op de studioversie van Exit Music is het geluid van spelende kinderen dat achteruit wordt afgespeeld. Het is maar dat u het even weet…

Keuze Dorien de Boef: Talk Show Host

1996. Theater aan de Parade. De kleine zaal is halfvol. We kijken naar Baz Luhrman’s Romeo + Juliet. Er was een groot gevecht gisteravond en Romeo is vannacht niet thuis gekomen. Z’n moeder verzucht tegen haar neef:
‘O where is Romeo? Saw you him today? Right glad I am he was not at this fray.’

Romeo komt in beeld en dan gebeurt het. Alleen maar een bas en een gitaar. En Thom. En het meest ondergewaardeerde liedje van Radiohead ooit. Talk Show Host.

Kippenvel! En zó’n ander nummer dan alle andere nummers tot nu toe. Sexy, uitdagend, loom, dansbaar, ritmisch, en met een tekst zoals je van Thom Yorke mag verwachten. Tergend. Minimalistisch en dingen aan de verbeelding over latend. Tot op de dag van vandaag weten mensen niet waar het over gaat. Persoonlijk vind ik het nummer – zeker qua tekst – perfect bij het verhaal van Shakespeare passen. Het lijkt ervoor gemaakt.

Het nummer is echter al eerder uitgebracht als B-kant van de single Street Spirit (Fade out), maar wordt in deze versie (geremixt door Nellee Hooper) bekend onder de liefhebbers en veroorzaakt iedere keer een golf van ‘excitement’ in het publiek als het live wordt gespeeld.

Dat is ook bijzonder aan dit nummer. Normaal gaan nummers van Radiohead pas écht een leven voor me leiden als ik ze live heb gehoord. Als ik heb gezien wat Colin nu weer uitvreet en hoe ze die waanzinnige effecten maken en ik heb gezien hoe Thom nu weer als een spast staat te bewegen.

Maar dit nummer. Dit nummer leeft z’n eigen leven. Het staat ook op geen enkel album. En het pást ook op geen enkel album. Dit nummer luidde het begin in van het nieuwe Radiohead tijdperk. Het tijdperk waarin de band zich voor eens en voor altijd wil losweken van ‘Creep’. Kort hierna (1997) werd OK Computer uitgebracht en een paar jaar later kwam Kid A, waarmee Radiohead zich definitief aan het dansbare waagde en waarop de elementen uit Talk Show Host – de gekke ritmes gecombineerd met het melodieuze en de grote afwisseling in snelheid – echt worden omarmd door de band.

Ik kijk enorm uit naar de eerste keer ‘King of Limbs’ live straks in oktober, want o wat is dat ook weer een dijk van een album. Maar mijn meisjeshart wenst vooral dit nummer te horen. Heel lang. Met een hoofdschuddende Thom die alle medeklinkers hardop uitspreekt. En met kippenvel. Veul. Pretty please.

Keuze Kristian van Tuil: No Surprises

Radiohead is al een band die decennia meeloopt en elk jaar wel van zich laat horen met een beregoede alternatieve hit of een progressief album dat alleen echte kenners volledig op waarde weten te schatten. Het ingetogen, maar wonderschone No Surprises is een voorbeeld van een nummer dat wat betreft eerder genoemde categorieën tussen wal en schip valt. Het nummer is nooit zo’n grote hit geweest als Paranoid Android, Karma Police of Creep, maar kan door de eenvoud ook niet worden bestempeld als een nummer wat je meerdere keren moet luisteren om erdoor gegrepen te worden – wat niet wil zeggen dat het na meerdere luisterbeurten niet beter wordt.

Al bijna de eerste tonen grijpt No Surprises je bij de strot. Een eenvoudig riedeltje, Thom Yorke die rustig verhaalt over de zware dingen des levens, terwijl de rest van de instrumenten één voor één hun opwachting maken. Het volgende refrein is geen verrassing – wat trouwens in het geheel niet van het nummer gezegd kan worden – maar biedt de luisteraar enigszins troost. No alarms and no surprises. Het is alsof Yorke je poogt op te beuren met zijn constatering dat alles in het leven mis kan lopen en frustratie oplevert, maar dat het relativeren hiervan kan leiden tot acceptatie. In het geval van de tekst leidt dit uiteindelijk tot een gruwelijk einde, namelijk zelfmoord, maar voor mij is het juist opbeurend in de zin dat het je laat zien dat het altijd erger kan zijn. Sterker nog, wanneer je de ironie proeft, wordt het zelfs bijna grappig.

Hoewel menigeen de tekst op een verschillende manier zal interpreteren, is No Surprises voor mij een nummer dat nooit zal vervelen. Ondanks de eenvoud blijf ik zaken ontdekken in de lijnen van de verschillende instrumenten, de tekst en in de sfeer. Het is een nummer dat ik zowel draai als ik somber ben – om me op te vrolijken – als wanneer ik vrolijk ben (vanwege de zoetgevooisde compositie). Het nummer is als een bitterzoete wijn, afkomstig van de allerbeste druiven ter wereld. Voor de eerste keer vreemd, maar daarna favoriet bij bepaalde gelegenheden. En het mooiste van alles: je krijgt er nooit een kater van.

Keuze Vanessa: Pyramid Song

Love ‘em, or hate ‘em. Iets daar tussenin is vrijwel ondenkbaar. Radiohead draait al heel wat jaartjes mee en heeft diverse hits gescoord. Maar de lange en vooral hoge uithalen van Thom Yorke bezorgt menigeen de nodige irritaties. Sure: ik vind niet alle nummers mooi, maar er zitten zéker pareltjes tussen. Het pareltje dat ik jullie nu presenteer: Pyramid Song. Een lied waar ik de vinger niet goed op kan leggen.

Het nummer hypnotiseert me. Intrigeert me. Tegenstellingen alom aanwezig: de mompelende stem in de coupletten en het prachtige “ooh” koor als soort van refrein. De pianoklanken die geruststellen maar door het tegendraadse ritme ook weer onrust brengen. De bijgeluiden van de strijkers, soms onheilspellend suizend en soms melodieus groots en meeslepend. De drums die invallen en er een compleet geheel van maken. Met als perfecte toevoeging de ietwat vage lyrics.

Ik hou ervan, als een nummer niet per sé klip en klaar is. Dat ruimte vrijlaat voor interpretatie en gevoel. En dat kan Radiohead misschien wel als geen ander. Of je er nu van houdt of niet. Bijzonder is het!

Keuze Martijn Vet: 15 Step

Met een instant klassieker als OK Computer op zak viel aan het einde van het vorige millennium te vrezen dat Radiohead een Coldplay avant la lettre zou worden. Inmiddels hoeven we daar niet meer bang voor te zijn. Een band die er keihard voor kiest zijn eigen weg te gaan na behoorlijk wat commercieel succes, kom je bepaald niet iedere dag tegen. Ik bewonderde Radiohead om Kid A (2000), maar om eerlijk te zijn vind ik de plaat, op een paar briljante nummers na, nogal een kille bedoening.

Mijn hoop dat de band een balans zou vinden tussen echte liedjes en moeilijkdoenerij is gelukkig in latere jaren toch uitgekomen. Het openingsnummer van In Rainbows uit 2007 is voor mij het ultieme voorbeeld. Onalledaags intro, vijfkwartsmaat, onheilspellende samples, maar ook de klaaglijke zang van Thom Yorke en de verzorgde gitaarpartij van Jonny Greenwood. Alles wat Radiohead een unieke, verslavende band maakt, zit hier in!

Keuze Maud Geerbex: Fake Plastic Trees

Dat het meest ondergewaardeerde lied van Radiohead op The Bends moest staan, was van begin af aan duidelijk. Het album tussen de grote successen in. Het album na Creep en vóór het bejubelde – zal ik zeggen overgewaardeerde? – OK Computer.

The Bends is het enige album van Radiohead met Liedjes. Liedjes, voor de duidelijkheid, hebben een begin en een einde en tussendoor een melodie met zang en gitaar – en zo hoort het. Belangrijker nog, Liedjes zijn niet perfect. Een Liedje is als die schaal met barstjes: je raakt eraan gehecht, ook al ziet het er niet uit.

Liedjes in overvloed op The Bends, en het meest ondergewaardeerde nummer van Radiohead had ook Just kunnen zijn, of zelfs My Iron Lung, maar Fake Plastic Trees is zo’n liedje dat je altijd weer even alert maakt. Dat je denkt: hey, dit is een mooi liedje – je bent even verrast, terwijl je het hele album door en door kent.

Fake Plastic Trees is niet de intellectuele keuze. Het danst op het dunne lijntje tussen gevoelig en zoetsappig, tussen over the top en prettig melancholisch. Zo’n liedje dat een snaar raakt – en dat je je als cultuursnob toch even afvraagt of dat niet te makkelijk gaat. Maar Fake Plastic Trees is niet te makkelijk. Het blijft schuren, balanceren. Je hebt er snel een mening over, maar moet die vervolgens herzien.

Wat mij betreft had Radiohead altijd bij The Bends mogen blijven. En nog veel meer imperfecte, ondergewaardeerde Liedjes mogen maken.

[polldaddy poll=6224131]

4 comments

  1. Wat een pareltjes op een rij, zeg. Ook een paar die ik al jaren niet meer gehoord had: Thinking About You en Talk Show Host. Fake Plastic Trees vind ik eigenlijk de beste (evah gewoon), maar ik heb toch maar gestemd op Exit Music – omdat het gat tussen de bekendheid van het liedje en de waardering die het zou moeten krijgen zo groot is.

    Overigens wilde ik ook een Spotify-lijstje aanmaken met deze tien liedjes, maar In Rainbows staat er niet op. Dan zouden we dus 15 step en Reckoner moeten missen…

  2. Exit Music for a Film is ook mijn keuze. Na Pablo Honey had ik juist moeite met The Bends. Ik vond het wel mooi. Maar er gingen allemaal van die types mee aan de haal. Ja, je bent een jaar of 20 en je moet je mening ergens op baseren 😉 In 1997 begon ik The Bends te waarderen, begon Radiohead weer te ontdekken en toen zat ik daar ineens bij Romeo & Juliet en begon de aftiteling. Nu blijf ik sowieso altijd zitten bij de aftiteling, maar deze keer kwam ‘ie écht binnen, met Exit Music for a Film onder de credits. Radiohead was er weer helemaal. Vooral toen OK Computer kwam. Want even serieus: heel veel betere albums zijn er de laatste 15 jaar toch niet gemaakt…

  3. Wat een geweldige nummers! Het bevestigd wat een geweldig veelzijdige band Radiohead is.

    Het nummer dat ik mis in dit lijstje is “everything in it’s right place”. Maar…..vraag me niet welke er dan uit gemoeten had.

  4. Ik zie dit nu pas(beter laat dan nooit) maar inderdaad als je een nummer moet kiezen dan moet het wel van The Bends komen,jaren lang was ook mijn favo Fake plastic trees,misschien alleen maar om die ene zin.he used to do the surgery
    for girls in the eighties
    but gravity always wins
    Als oude Marillion fan deed het me dan ook goed te horen dat Steve Hogarth antwoordde op de vraag welk nummer dat hij zelf het liefst had geschreven met Fake …
    http://www.youtube.com/watch?v=3Kk48klFtBk
    Na al die jaren heeft Sulk voor mij die plaats ingenomen maar toch..

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.