Het is eigenlijk een verzamelterm voor alle traditionele muziek die uit Ierland, Schotland, Wales en Bretagne komt: Keltische folk. Een hokje, in het leven geroepen door platenmaatschappijen, muziektijdschriften en recensenten dat weinig recht doet aan de verscheidenheid aan de vele muzikale tradities van de even zovele verschillende culturen.

Het is in ieder geval de volksmuziek afkomstig uit de landen of gebieden waar men een Keltische taal spreekt of sprak. Talen zoals Gaelic (Ierland, Schotland), Kymrisch (Wales), Cornisch (Cornwall) en Bretons (Bretagne). Vaak met gebruikmaking van instrumenten met klinkende namen als carnyx, bodhrán, bagad en gaita. Maar het is toch vooral de sfeer die het genre oproept: mythisch, mysterieus, spannend…

Het genre kwam eind jaren ’70 op door de brug die Clannad wist te slaan tussen deze traditionele muziek en de popcultuur. Maar ook Enya kan in dit kader uiteraard niet onbenoemd gelaten worden. Er is echter nog zó veel meer moois…

Keuze Quint Kik: Trees – The Garden Of Jane Delawney (1970)

Doordrenkt van mysterie

Mijn eerste associatie met Keltische folk is het op één na best verkochte muzikale product uit Ierland: Enya. Toen ik op de middelbare school zat, beroerde haar nummer 1-hit Orinoco Flow met regelmaat onze huiskamer: mijn moeder was er verliefd op. Zelf vond ik het vooral een mysterieus nummer, volstrekt anders dan de doorsnee Top 40-muziek waarvoor ik me op vrijdagmiddag naar huis spoedde.

Later kwam ik via een huisgenoot in aanraking met folkrock. Bands als de Byrds en het Britse Fairport Convention wisten uit demo’s van Bob Dylan een nieuw subgenre te destilleren. Mijn eerste bijdrage voor dit platform ging over Matty Groves van de laatste. Een nummer, eveneens doordrenkt van mysterie. Na Dylan stortte Fairport zich op Britse folklore en kwam zo tot zijn eigen, unieke geluid.

Folkrock is iets heel anders dan Keltische folk, ontdekte ik bij de research voor dit blog. De Kelten hielden zich op in andere gebiedsdelen van Europa. Toch wilde ik de oer-Britse band Trees en hun betoverende The Garden of Jane Delawney uitgerekend deze battle binnensmokkelen. In combinatie met dat instrument uit een andere tijd, de klavecimbel, gaat er voor mij een vergelijkbare vibe vanuit als van Enya.

I take you through my dreams
Out into the darkest morning
Past the bloodfilled stream
Into the garden of Jane Delawney
Into the garden, love…

All the roses there
Don’t pluck it as you pass
For a fire will consume your hair
And your eyes will turn to glass
Your eyes will turn to glass

Trees bestond uit piepjonge, hypergetalenteerde muzikanten. In no time hadden ze een contract op zak en verschenen er twee ongeëvenaarde albums op de grens van folk- en progrock. Hopeloos genegeerd door het grote publiek, iets wat helaas wel vaker gebeurt. Jane Delawney klinkt als een vergeten volksliedje, maar ontsproot opmerkelijk genoeg aan het 14-jarige brein van bassist Bias Boshell.

Sinds de Keltische (horror)folk van Lankum (en niet te vergeten zusterband ØXN!) uitgroeiden tot mijn grootste muzikale openbaringen van de afgelopen tijd – met dank aan collegabloggers Remco en Klaas – ligt ook Trees weer geregeld op de speler.

Keuze Willem Kamps: Gwendal – Mon Joli Scooter (1977)

Folksuite

Het is lang geleden dat ik nog in een platenzaak door de ‘nieuwbak’ bladerde om te zien wat er allemaal aan vinyl was binnengekomen. Belangrijk criterium om iets onbekends eruit te vissen en nader te beschouwen was het hoesontwerp. Zo zei de naam Gwendal mij niets, maar de hoes des te meer. Ik herkende aan de afbeelding de hand van Enki Bilal, van wie ik een aantal stripboeken bezat. Op de LP-cover zie je een fantasyfiguur met meerdere armen meerdere instrumenten tegelijk bespelen. Mijn nieuwsgierigheid werd versterkt.

De volgende criteria: de bezetting en land van herkomst. Doordat een zestal Fransmannen (Bretonnen) naast gitaar, bas en drums ook saxofoon, viool en mandoline bespeelden, zou het zo maar in mijn straatje kunnen passen. Luisteren dus. Bij de eerste tonen van opener Rainy Day wist ik: dit is folk. Nou was ik geen folkie, maar het kon mij wel bekoren en na beluistering wisselde het album dan ook van eigenaar en ging het onder mijn arm mee naar huis.

De plaat, A Vos Désirs (Naar Jouw Wensen), bevat vijf stukken. Vier kortere op kant A en één lange op kant B, Mon Joli Scooter. Een folksuite die is onderverdeeld in zeven delen. Zeker in deze suite hoor je dat Gwendal méér is dan folk: er zitten jazzy elementen verweven tussen alle reels. De afsluiter heet ook niet voor niets Bop Celtique. Het mooiste deel (vanaf 5.30 minuut) is voor mij Welcher Tanz Wascha Mesa: het feestelijke vermengd met het melancholieke van folk. Luister, dans, word blij, pink een traan. Wat valt er nog meer te wensen?

Keuze Jeroen Mirck: Alain Souchon – Le Bagad de Lann-Bihoué (1978)

Opzwepende Bretonse mars

Bij Keltische muziek kun je snel geneigd zijn om vooral aan het Britse eiland te denken, maar laten we vooral ook Frankrijk niet vergeten. De afgelopen vier jaar bezocht ik bijna jaarlijks mijn schoonvader in Bretagne. Voor mijn vrouw een trip down memory lane, waar één lied onlosmakelijk bij hoort: Le Bagad de Lann-Bihoué van de Frans-Zwitserse zanger Alain Souchon.

Dit door Souchons vaste componist en vriend Laurent Voulzy geschreven nummer gaat over ouder worden en illusies verliezen: specifiek diegenen die ooit droomden om lid te worden van het elite-orkest van de Franse marine, oftewel de oorspronkelijk in Lorient gestationeerde Bagad de Lann-Bihoué. Wat begint als een ballade, slaat halverwege om in een opzwepende Bretonse mars met drums en doedelzakken. Mocht het nummer je niet direct bevallen, skip dan door naar 1 minuut 40 om de prachtige Keltische klanken te horen.

Deze ritmiek is een vast ritueel als we na een lange autorit de Bretonse westpunt hebben bereikt. Al roffelend op het dashboard arriveren we in het mooiste stukje Frankrijk. Een onvergetelijke muzikale ervaring.

Keuze Hans Dautzenberg: Van Morrison – Tir Na Nog (1986)

Aan het einde van The Lord Of The Rings-trilogie vertrekt hoofdfiguur Frodo samen met andere helden uit het epos per schip naar Valinor, in het uiterste westen. Het is de plek van goddelijke wezens, land van de onsterfelijken. Het door Tolkien bedachte Valinor vertoont veel overeenkomsten met Tír na nÓg (letterlijk: Land van jeugd), de plek ver ten westen van Ierland waar volgens de Iers-Keltische mythologie de elfen (Sidhe) wonen.

Niet alleen Tolkien heeft zich laten inspireren door Keltische mythen en sagen. Met de opkomst van de Engelse folkmuziek in de jaren 1960 putten veel Angelsaksische artiesten uit de eeuwenoude verhalen. Anders dan veel van die artiesten, gebruikt Van Morrison niet alleen oude thematiek in zijn teksten, maar weet hij ook de muziek zelf mystiek te maken. In lange improvisaties houden we hem regelmatig gezelschap bij zijn innerlijk zoektochten: Celtic Soul. Soms raken we daarbij ook als luisteraar de weg kwijt, maar op de goede momenten leidt het tot bijzondere ervaringen voor beide partijen. Goede en minder goede albums afwisselend meandert Van ‘The Man’ zich zo een weg door de muziekgeschiedenis.

Het album No Guru, No Method, No Teacher (1986) behoort tot het betere werk. Daarop vinden we het hemelse Tir Na Nog. Het lied opent kant twee van de LP als de opkomende zon op een stralende dag. Bevrijd zijn we, verlost, verheugd, verliefd en weer samen. Op weg naar het paradijs, op weg naar Tir Na Nog.

Keuze Erwin Herkelman: Enya – Boadicea (1987)

Opstand tegen de Romeinen

Enya wilde ze aanklagen omdat ze geen toestemming hadden gevraagd, maar draaide bij toen ze erachter kwam dat Fugees geen gangsta-rap maakten maar juist een positieve boodschap de wereld in wilden sturen.

Het aanstaande conflict werd dan ook in der minne geschikt en Ready Or Not kon naar de perserij. Gelukkig maar voor het hiphop-trio, want het werd een gigantische hit. Het zou niet de laatste keer zijn dat Boadicea gesampled werd. Vele remakes volgden nog.

Zo gebruikte P. Diddy het in 2004 voor de hit I Don’t Wanna Know van zijn protegé Mario Winans en vorig jaar nog belandde Creepin’ van de rapper Metro Boomin, The Weeknd en 21 Savage hoog in de hitlijsten. Een liedje met eveneens die bekende sample.

Boadicea is afkomstig van het debuutalbum van Enya. Het liedje is vernoemd naar de Keltische koningin die in opstand kwam tegen de Romeinen nadat die haar publiekelijk hadden vernederd en haar twee jonge dochters hadden verkracht. Ze verzamelde een leger van 100.000 man om zich heen en trok ten strijde tegen de keizerlijke overheersing.

Haar wraakzucht was immens. Coludunum, de plaats die we nu kennen als Colchester, werd tijdens de nietsontziende jacht op de vijand volledig verwoest. En ook Verulanium (St. Alban’s) moest het ontgelden. Zelfs Londinium werd niet gespaard: de stad werd nagenoeg volledig verwoest en de bevolking bijna helemaal uitgemoord: de enige keer in de geschiedenis dat de huidige Engelse hoofdstad vrijwel volledig in de as lag.

Keuze Remco Smith: The Dubliners & The Pogues – The Irish Rover (1987)

Traditional

Is de keuze voor The Dubliners een beetje een cliché? Of The Pogues, kan eigenlijk ook niet toch? Ik heb zelf maar de beslissing genomen: als de heren zich combineren, dan kan het wel.

Is The Irish Rover een traditional? Dat hangt er een beetje vanaf hoe je een traditional definieert. De eerste versie op papier dateert van 1938/1939, wat vermoedelijk betekent dat die eerder al is vertolkt. De Canadese zanger Oliver John Abbott (1872–1962) nam een versie op in 1961, maar hij claimde het liedje al uit 1880 te kennen. Meer specifiek wordt het niet. Laten we het dus inderdaad maar een traditional noemen.

The Dubliners en The Pogues maakten een versie zoals je van hen mag verwachten. Veel energie, veel kracht, die prachtige stem van MacGowan, die er in 1987 al uitzag alsof hij dit millennium niet zou halen. Wat een fijn liedje is dit.

Keuze Henk Tijdink: The Mary Wallopers – Eileen ÓG (2022)

Zeker geen straf

Mijn liefde voor muziek begon, toen ik een jaar of 14 was, met The Pogues. Sindsdien heb ik altijd een zwak voor (Ierse) folkmuziek behouden. Een bijdrage aan deze Keltische battle voelt dan ook wel als een verplichting. Maar het is zeker geen straf!

Als er een volk is dat zich bewust is van haar achtergrond en geschiedenis, dan zijn het de Ieren wel. En die geschiedenis begint uiteraard bij de eerste kolonisten: de Kelten.

Een van de leukste en meest recente Ierse folk(punk) bands zijn The Mary Wallopers. Afgelopen zaterdag had ik het geluk ze te zien spelen op het Best Kept Secret Festival. Tijdens de soundcheck (die ze 10 minuten voor aanvang zelf deden), kregen ze al een staande ovatie. En tijdens het optreden spatte de energie van het podium en door de zaal. Het was overduidelijk dat ze zelf enorm veel plezier hadden in het spelen.

Een van de hoogtepunten was het nummer Eileen ÓG, geschreven door Percy French aan het eind van de 19e eeuw. Het nummer is ook wel bekend onder de naam The Pride of Petravore. De uitvoering door Lankum (met Spider Stacy op de tin whistle) is zeker ook de moeite waard om te luisteren!

Terug naar The Mary Wallopers. Het gaat over de geschiedenis van hun volk, over mannen die het zoeken naar een vrouw opgeven om zich te kunnen concentreren op fulltime drinken, en over het feit dat rijke mensen allemaal bastards zijn. En dat allemaal begeleid door gitaar, bas en drums – en ook door de banjo, accordeon, tin whistle een Ierse doedelzak.

Op Best Kept Secret wist ik weer waarom ik van The Pogues ben gaan houden!

Keuze Renate van Klinken: Jacob Collier – Wild Mountain Thyme (2023)

Het publiek als instrument

Een paar weken geleden kon ik me niet voorstellen dat ik in een Keltische battle voor Jacob Collier zou kiezen. Jacob Collier is een man naar wiens YouTube-filmpjes ik met open mond en vol van bewondering kan kijken, maar waarvan ik veel nummers op Spotify zo overgeproduceerd vind dat ze me echt totaal niet raken. Haat-liefde is niet de juiste omschrijving, maar ik weet het gewoon niet zo goed met hem.

Aan deze battle zou ik in eerste instantie niet meedoen, maar toen ik afgelopen week tijd verdeed op YouTube, kreeg ik Wild Mountain Thyme van Jacob Collier (oké, en ook van Laufey en Dodie) voorgeschoteld. En nu ben ik geobsedeerd door dit filmpje, ik heb het al meerdere keren gekeken en ik krijg iedere keer weer kippenvel.

Wild Mountain Thyme is geschreven door Francis McPeake, een muzikant uit Belfast. Hij herschreef het Schotse ‘The Braes o’ Balquhither’ van de dichter Robert Tannahil en Robert Archibald Smith. De eerste opname van Wild Mountain Thyme stamt uit de jaren ’50 van de vorige eeuw, opgenomen door familie van McPeake.

Wat Jacob Collier met dit nummer doet, is fenomenaal. Volksmuziek draait voor mij om verhalen vertellen en verbinden. Het verbinden van het verleden met het heden, maar vooral ook het verbinden van mensen, door samen te musiceren. Collier staat erom bekend dat het publiek zijn favoriete instrument is, waardoor deze versie van Wild Mountain Thyme niet gewoon zomaar een uitvoering is van drie artiesten en een orkest. Nee, iedereen in het publiek wordt muzikant en op die manier deelgenoot van dit optreden. Ik ben jaloers op het publiek, hier had ik bij willen zijn.

In plaats daarvan zet ik gewoon het filmpje nog maar een keer aan. En nóg een keer.

Keuze Alex van der Heiden: Karnataka – Requiem For A Dream (2023)

Buitenkansje

Karnataka: geen band uit India, maar eentje met een Keltische achtergrond en wortels in Wales. De band heeft (qua leden) overlap met de bands Mostly Autumn en Panic Room, en in dat genre is Karnataka ook te plaatsen: diepgaande progrock met een Keltisch vleugje.

In 2023 bracht de band met hun nieuwe zangeres Sertari het album Requiem For A Dream uit. De loepzuivere zang van Sertari vind ik echt een aanwinst en alle aspecten van haar stem en de band komen terug in de epische titelsong van het album. Het duurt even voordat je het hele nummer hebt beluisterd, maar het is beslist de moeite waard. Alle aspecten komen langs, inclusief wat klanken vanuit hun Welshe roots.

Wanneer je geraakt wordt door dit vijfentwintig minuten durende meesterwerk, dan komt er komende week een unieke gelegenheid langs, want: vrijdag zijn ze te bewonderen in De Boerderij in Zoetermeer, zaterdag in De Bosuil in Weert en zondag in De Pul in Uden. Een buitenkansje met kwalitatief zeer hoogstaande progrock die je geluisterd moet hebben!

Keuze Leendert Douma: Brìghde Chaimbeul – Tha Fonn Gun Bhi Trom (I Am Disposed Of Mirth) (2023)

Drone-achtige doedelzakklanken

Stem voor deze track, want deze is echt über-Keltisch! Brìghde Chaimbeul (op z’n Engels zeg je ‘Bree-Chuh’ en de achternaam gewoon als Campbell) komt van de Isle of Skye aan de westkust van Schotland en de 26-jarige is een ‘native Gaelic speaker’. Ze speelt een Keltische variant van de doedelzak: de smallpipes. Die blaas je niet aan met de mond, maar door te pompen met je elleboog. Daarmee speelt ze eigen nummers, maar ook zeer experimentele bewerkingen van Keltische traditionals. Haar laatste album heet Carry Them With Us en dat is een verwijzing naar de Keltische bard Iain Sheonaidh uit Ulst, die oeroude verhalen letterlijk met zich meedroeg. Verder refereert ze veel aan vogels, want Brìghde Chaimbeul vindt dat vogelgeluiden nog het dichtst bij de Keltische taal staan.

Op het album uit 2023 werkt Brìghde Chaimbeul samen met de Canadese avant-garde jazzsaxofonist Colin Stetson. Die heeft zichzelf een speciale ademtechniek aangeleerd, die hij ‘circular breathing’ noemt. Zo hoeft hij nooit te pauzeren: hij speelt ook terwijl hij inademt. Zijn spookachtige geluid lijkt wel te versmelten met de drone-achtige doedelzakklanken van Chaimbeul, vooral op het nummer Tha Fonn Gun Bhi Trom (I Am Disposed Of Mirth). Het levert een hypnotische, psychedelische, soms bijna minimal music-achtige track op. De instrumentale muziek bubbelt en fluttert door de lucht. Het wordt nooit helemaal duidelijk waar het ene instrument ophoudt en het andere begint.

Als de doedelzak al een oubollig imago zou hebben, dan merk je daar niks van bij Brìghde Chaimbeul. Het is geen wonder dat naast Colin Setson ook Caroline Polachek groot fan is van de Keltische. Vorig jaar stond Chaimbeul met Polachek op Glastonbury. Ze blies daar elfduizend man (m/v/x) omver.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.