Normaal gesproken branden we onze handen niet aan jazz. Niet uit desinteresse of snobisme, maar Ondergewaardeerde Liedjes is nu eenmaal een blog over popmuziek.
Tel daarbij op dat jazz eigenlijk veel te veelomvattend is om in één blog te behandelen, en je vraagt je af waar we in hemelsnaam aan zijn begonnen. Nou, het is dit: komend weekend vind het grootste gratis openluchtfestival van Nederland plaats in Den Bosch – Jazz in Duketown. Of wij dan misschien een battle aan jazz zouden willen wijden?
Ja, natuurlijk! Maar dan kun je op je vingers natellen dat je ook álle hoeken van het genre langs hoort komen…
Keuze Martijn Janssen: Ella Fitzgerald – Perdido (1957)
Met een warme en heldere stem de perfecte soundtrack om te genieten van het leven.
Aan een Jazz-battle meedoen is in zekere zin een onmogelijke taak. Want het genre is zo breed. Het is net zoiets als een Popmuziek battle houden, waarin alles aan bod kan komen tussen The Beatles, Katy Perry, Metallica en Joy Division.
Een stroming in de jazz waar ik veel plezier mee heb is de vocale jazz. En de koningin daarin is Ella Fitzgerald. Met haar warme en heldere stem kan ze echt elk nummer geweldig laten klinken. Het heeft een toon waar ik voor smelt.
Vanaf halverwege de jaren ’50 van de vorige eeuw neemt Fitzgerald een aantal albums op die steeds een bepaalde songschrijver en/of componist belichten. Deze ‘songbooks’ met liedjes van Cole Porter, George & Ira Gershwin, Harold Arlen, Irving Berlin, etc. zullen later collectief “The Great American Songbook” genoemd worden, hét voorbeeld voor jazz-zangers (en zangeressen) om uit te putten als ze een liedje willen coveren.
Uit die songbooks springt er een uit voor mij: Sings The Duke Ellington Song Book. Op persoonlijk vlak was dit namelijk mijn kennismaking met Ella Fitzgerald en al meteen vanaf het eerste nummer was ik om. Maar ook in haar songbook collectie is het een opvallend album, want jazz-gigant Duke Ellington en zijn band verzorgen namelijk zelf de muzikale omlijsting. ‘Sir Duke’ zou later nog vereeuwigd worden in het gelijknamige nummer van Stevie Wonder, maar hier zet hij zelf wederom een stempel op de muziekgeschiedenis.
Omdat Duke Ellington zelf een jazzmuzikant is en meer een componist/uitvoerder dan een liedjesschrijver zijn de nummers op deze songbook collectie wat jazzier (wat dat dan ook betekent) dan op de ander collecties. De nummers zijn wat meer uitgesponnen en er is wat meer ruimte voor improvisatie. Zo kan Fitzgerald ook haar kwaliteiten in het scat-zingen etaleren. Het nummer Perdido is een mooi voorbeeld hiervan. Naast solos van verschillende muzikanten geeft Ella namelijk ook solos weg. Zonder woorden gebruikt ze haar stem als een extra instrument en swingt zo heerlijk met de melodie mee.
Ik beeld me in dat het een heerlijke, zonnige zondagmiddag is. Het perfecte moment om te genieten van het leven. En Ella Fitzgerald verzorgt de soundtrack hiervoor.
https://www.youtube.com/watch?v=do9RScsqFiM
Keuze Tom Beek: Miles Davis – Friday Night at the Blackhawk (1961)
Hank Mobley: de Joop Zoetemelk onder de tenorsaxofonisten
In 1961 was tenorsaxofonist Hank Mobley op zijn best. Hij speelde toen in de band van Miles. Een killer band, met Wynton Kelly, Paul Chambers en Jimmy Cobb (met zijn beroemde ride bekken). De groep was extreem goed ingespeeld en speelde spannend, messcherp en swingend. Ik bedoel één plaat in het bijzonder. In Person: Friday Night at the Blackhawk (Complete).
Om te beginnen Miles zelf, die speelt op de toppen van zijn kunnen. Hij zocht naar een opvolger voor Coltrane. Een onmogelijke opdracht. Dat zou leiden tot een nieuw kwartet, een meer abstracte richting, dat in 1964 vorm kreeg toen Wayne Shorter erbij kwam. Maar zover is het in 1961 nog lang niet. Hier in San Fransicso, met deze ritmesectie en met dit repertoire, zijn alle bandleden in topconditie en voelen ze zich als een vis in het water.
Mobley is hier in bloedvorm. Vergis je niet in zijn wat lome stijl. Met verrassende harmonische vondsten zoekt hij alle hoeken en gaten op van het vrijere hardbop-idioom en deze standards — die hij daarmee fris en avontuurlijk laat klinken. Chambers, Cobb en Kelly zijn ook on the top of their game. Mobley maakt zich er allesbehalve gemakkelijk vanaf. Er wordt met zoveel vuur gespeeld, met bravoure en blues.
Ondergewaardeerd? Jazeker.
Mobley, de swingende ex-Messenger, de zachtaardige hardbopper die een ijzersterke serie solo-albums uitbracht bij Blue Note, voordat hij bij Miles ging spelen. In de liner notes van Mobley’s album Workout dat op 26 maart 1961 zou worden opgenomen, noemde jazzjournalist Leonard Feather hem ‘the middleweight champion of the tenor saxophone’ — niet kwaad bedoeld natuurlijk, maar velen leggen dit uit alsof Mobley tekort zou schieten in de competitie met andere tenorreuzen uit die tijd, zoals Rollins, Coltrane en Getz. Dat is blijkbaar zijn lot geweest.
Maar Mobley is een grootheid. De kenners weten het.
Bye Bye Blackbird is voor mij het hoogtepunt. Met zijn spaarzame, maar zo swingende begeleiding dirigeert Wynton Kelly de saxofonist naar een magistrale solo. Mobley op zijn allerbest!
Keuze Martijn Vet: Buddy Rich Big Band – The Beat Goes On (1967)
Het origineel staat als een huis, deze uitvoering blaast dat huis als een orkaan omver
Het laat me maar niet los, het gevoel dat dit niet het origineel is van The Beat Goes on. Nee, die heel bekende hit van Sonny & Cher is toch echt de oorspronkelijke versie.
Kennelijk sprak het nummer zo tot de verbeelding dat verschillende artiesten er nog hetzelfde jaar dat het uitkwam mee aan de slag gingen. Zo ook jazzdrummer Buddy Rich.
In een eerdere post linkte ik al drie keer naar dit nummer, maar het verdient een eigen bijdrage.
In deze overdonderende uitvoering is naast de drummer een sterrenrol weggelegd voor Cathy, de dochter van Buddy Rich. Ze was niet dronken, zoals pa iedereen wilde doen geloven. Wel was ze ten tijde van deze opname pas 12 jaar oud.
De credits voor The Beat Goes On horen bij Sonny Bono en het origineel staat als een huis, maar de versie van Buddy Rich blaast dat huis als een orkaan omver.
Keuze Freek Janssen: Camaron de la Isla – La Leyendo Del Tiempo (1979)
Flamenco met jazz-invloeden? Spanje bracht massaal elpees terug naar de platenzaak
Het album La Leyendo Del Tiempo van Camaron de la Isla wordt ook wel het Sgt. Pepper van de Flamenco genoemd. Je hebt de periode vóór, en de periode ná dit album.
Camaron was tot dat moment een ‘gewoon goede’ flamenco-zanger. Toen La Leyendo uitkwam kreeg hij flink de wind van voren, met name van de wat meer conservatieve muziekliefhebbers in Spanje: de elpee werd zelfs massaal teruggebracht naar de winkel. Wat had de man namelijk gedaan? De deuren van de flamenco wagenwijd opengezet.
Daar waren ze nog niet echt aan gewend.
La Leyendo ademt jazz en pop, en dat was nog nooit vertoond. Nu, vijfendertig jaar later, bestaat er naast de traditionele flamenco een flinke stroming aan crossover waarvan Ojos de Brujo en Chambao de bekendste vertegenwoordigers zijn. Allemaal zijn ze schatplichtig aan Camaron.
Is dit zuiver jazz? Misschien niet volgens de letter (al laat de solo vanaf 2:20 weinig andere interpretaties over), maar in de geest des te meer.
Op Jazz in Duketown zou hij in elk geval niet hebben misstaan, mocht hij nog hebben geleefd.
Keuze Martijn Graat: Pat Metheny Group – Opening (2005)
Bij ons thuis zwaar ondergewaardeerd, want mijn vrouw vindt het vreselijk
Pat Metheny. Bijna iedereen heeft hem wel eens op de radio gehoord en meestal zonder het te weten: This is not America van David Bowie. Pat Metheny is gitarist en niet zomaar eentje. Hij beheerst een veelheid aan stijlen en blijft continu zoeken naar nieuwe manieren om geluid uit zijn gitaren te krijgen. Bijzonder zijn bijvoorbeeld de stukken gespeeld op zijn 42-snarige Pikasso-gitaar, maar daar gaat dit stukje niet over.
Hij speelt in veel verschillende samenstellingen. Solo dus, of als duo met bijvoorbeeld Charlie Haden. Beluister hem vooral ook meespelend op het album Pilgrimage van een van mijn favoriete saxofonisten, de veel te vroeg overleden Michael Brecker, maar daar gaat dit stukje ook niet over.
Hij ontwerpt ook zijn eigen instrumenten, of misschien moet je eigenlijk zeggen, zijn eigen orkest. Kijk zeker even naar dit filmpje van zijn Orchestrion, maar ook daar gaat dit stukje niet over.
Dit stukje gaat over mijn favoriete Pat Metheny project: de Pat Metheny Group. Het was mijn eerste aanraking met zijn muziek en sinds toen ben ik hooked. Moeilijk om een stuk te kiezen, maar als het gaat om ondergewaardeerd dan weer makkelijk: Het eerste nummer van het album The Way Up: Opening. Of het in het algemeen ondergewaardeerd is, dat betwijfel ik eerlijk gezegd, maar bij mij thuis is het dat zeker. Mijn vrouw vindt het namelijk vreselijke muziek, het album waar dit het eerste nummer van is voorop. Hoe compleet anders is het voor mij. Ik krijg al kippenvel als ik aan het nummer denk. De dynamiek, de geluiden, de melodie, het is briljant! Oordeel zelf…
Keuze Trudy Moricz: 4Hero ft. Carina Andersson – Morning Child (2007)
Je humeur onder een vergrootglas
Het Britse 4Hero is in Nederland eigenlijk niet bekend. De Zweedse Carina Andersson ook niet. Maar ongetwijfeld ken je dat liedje uit het begin van de zeroes met die vette clip: Les Fleur. Dat zijn ze dus. Maar naast covers -want Les Fleur is eigenlijk Les Fleurs van Minni Riperton- schrijven ze zelf ook prima muziek.
Morning Child is er zo eentje. Een lief liedje wat je makkelijk de hele dag op repeat zet. Wat je kunt horen als je in het gras in de zon ligt, maar ook als de regen tegen de ramen klettert en je in een dekentje gerold op de bank ligt. Wat je humeur onder een vergrootglas legt; een bescheiden glimlach wordt een lach van oor tot oor, het genieten van de eerste lentezon, maar ook een twijfeling die een hartverscheurende pijn wordt.
Als je goed luistert, hoor je mooie lijntjes van blazers. Hoor je dat ze zingt over de verliefdheid, elke dag opnieuw, van een moeder voor haar kind. Hoor je dat het niet zonder strijkers kan. Maar vooral hoor je haar stem. Zuiver en sterk. Intrigerend en bijna betoverend.
Morning Child vind je op het album ‘Play with the Changes’. Veel samenwerkingen op het album, maar Morning Child met Carina Andersson steekt er wat mij betreft met kop en schouders boven uit. Zo kan ik altijd wel jazz luisteren. Nujazz als je het precies weten wil, waarbij de basis de jazzklankstructuur is, vermengd met elektronische muziek en funk. De heren van 4Hero, Mark Clair & Dennis McFarlane, hebben op hun albums gebruik gemaakt van diverse muziekstromingen maar op dit album is het vooral die heerlijke warme jazztoon.
[polldaddy poll=8098687]
Mooi mooi, 4 hero én Camarón in 1 lijst 🙂
En inderdaad, jazz is eigenlijk te breed, maar leuk om al deze nummers te horen.
Mijn favoriet is moeilijk te kiezen, maar blijf deze versie geniaal vinden:
https://www.youtube.com/watch?v=AbDGO8X4DpI