Normaal gesproken stikt het van de vliegen in de zomer, maar dit jaar kampen we met een aanzienlijke daling in de insectenpopulatie. Ondergewaardeerde Liedjes werpt zich dagelijks op als beschermer van de eendagsvliegen. De arme musici die beloftevol beginnen, maar van wie na één poging weinig tot nooit meer iets wordt vernomen.
In 1973 opende in Leidschendam De Sater zijn deuren. Het maakte deel uit van een landelijke trend. In navolging van podia als Paradiso en het Paard van Troje werden ook in kleinere gemeenten zalen geopend. Meestal op initiatief van enkele vooruitstrevende vrijwilligers, niet van de lokale bestuurders. Open jongerencentra heetten ze. Alsof je aan een dicht jongerencentrum ook maar iets zou hebben.
De Sater kon ik vanuit mijn ouderlijk huis verleidelijk zien liggen. Het zou een oord des verderfs zijn, waar hasjiesj werden gerookt en God weet wat er nog meer gebeurde. Kortom, ik moest daarbij zijn. Dat bleek dus allemaal best mee te vallen, al leerde ik wel alle geneugten kennen van de genotsmiddelen. Binnen afzienbare tijd was ook ik vrijwilliger en nam zo bijna de hele familie daarin mee, tot m’n moeder aan toe die elk weekend bergen tosti’s fabriceerde.
Eén van de leukere dingen die bij mijn taken hoorde was wekelijks plaatjes kopen om daar te draaien, afgewisseld door andere vrijwilligers. Helemaal leuk natuurlijk als er werd geswingd (dansen deden wij vanzelfsprekend niet). Door vaker te draaien wist je wel zo’n beetje wat aansloeg. Eén van de succesnummers was langere tijd Black Betty van one-hit-wonder Ram Jam. Vooral mijn meisje, dat ik ook in De Sater had leren kennen, vloog dan de vloer op en bewoog zich op haar eigen kenmerkende wijze – draaiend, vingerklikkend, het lange haar aan één kant vasthoudend – door de zaal.
In die dagen wisten wij niet beter dan dat Black Betty een nummer van het gezelschap Ram Jam uit New York was , al heeft het een Southern rocksound. Het is echter een volksliedje dat vooral bekend is geworden via blueszanger Huddie William Ledbetter, beter bekend als Lead Belly. Diens versie dateert van 1939 en was overduidelijk de inspiratiebron van Nick Cave en zijn Bad Seeds waar Tom Jones er weer meer een discovariant van maakte, met een Chic-sausje.
Black Betty staat voor Black Maria, de wagen die de gevangenen naar en van de gevangenis vervoert. Vermoedelijk veelvuldig bezongen door de chain-gangs, die buiten de cel hun wegwerkzaamheden moesten verrichten. In de swingjaren zeventig waren wij daar niet mee bezig. Als de gong klonk en de gitaarriff werd ingezet was dat het signaal om in beweging te komen. Gewoon een lekker dansbaar hardrocknummer. In het open jongerencentrum zat je ook niet aan elkaar geklonken. Wel al gauw in elkaar verstrengeld, zoals onze eerste keer, op een ouwe sofa in de T-kamer (vrijwilligersvoordeel: een sleutel van het pand).
Woohoo Black Betty, Bam a Lam!
Volg de eendagsvliegen op Spotify:
Helaas niet op Spotify:
Billy The Kid – Loser
Johnny Guitar Watson – I Want To Ta Ta You Baby
Don Dixon – Praying Mantis
Jill Jones – Mia Bocca
Spin Doctors – Spanish Castle Magic
The Greatest Show On Earth – Real Cool World