Kort geleden schreef ik over Neneh Cherry’s Buffalo Stance, voor een battle over nummer 1-hits uit de Top 40. Dat was leuk jeugdsentiment. Toen Quint kort daarop aan kwam zetten met de lijst artiesten die noch in de Top 2000 noch in de Snob 2000 staan, wist ik direct al welke ik wilde voor deze blogserie: Soul II Soul. Om de vibe van het jeugdsentiment nog even uit te rekken. Als een artiest die na een eerste hit snel een tweede single uitbrengt die erop lijkt. Er zijn ook nog eens meerdere kruisende paden met Neneh Cherry, maar daarover straks meer.
Trevor Beresford Romeo groeide op in Londen en had een eigen sound system. Een paar stevige versterkers, grote boxen en het feest kon beginnen. Eerst voornamelijk met reggae, zoals gebruikelijk, onder de naam Jah Rico. Maar zijn smaak was breder dan enkel reggae. Hij vertelde later dat het een voorrecht was op te groeien in de jaren ’70, met zoveel goede muziek om hem heen, in allerlei stijlen. Zijn sound system speelde niet alleen reggae, maar ook soul en jazz. En ze draaiden niet alleen plaatjes, maar hadden ook dansers en drummers op het podium. Trevors liefde voor jazz gaf hem zijn nieuwe nom de plume: Jazzie B. Het sound system werd begin jaren tachtig omgedoopt tot Soul II Soul.
Eerst traden ze op feesten op, maar Jazzie B aasde op een meer bijzondere, eigen aanpak. Hij stopte met de losse feesten en organiseerde iedere zondag clubavonden in het Africa Centre. De clubavonden werden steeds groter en populairder: met de muzikanten produceerde hij ook eigen muziek, ter promotie van het sound system. Daarnaast was hij diskjockey bij het piratenstation KISS-FM en dat gaf de kans om de muziek ook buiten de clubavonden om bekendheid te geven. De eerste single Fairplay (waarin letterlijk reclame wordt gemaakt voor de avonden van het sound system) werd een bescheiden hit, net als opvolger Feel Free. De doorbraak kwam met Keep On Movin, waarin soulzangeres Caron Wheeler de zang voor haar rekening neemt.
Die doorbraak smaakte naar meer, maar … de singles van het kersverse album Club Classics Volume One waren eigenlijk wel op. Het album bevatte naast de al uitgebrachte singles ook een instrumentaal nummer en verder nummers die wat minder geschikt waren om als single uit te brengen. Ook stond er een bijzonder a capella nummer op, dat als rustpunt bedoeld was. Back To Life heette het. Caron Wheeler was ook hier de zangeres. Zij had zelf de tekst geschreven, over de bijna-doodervaring die ze meemaakte door de complicaties bij de geboorte van haar kind. However do you want me, however do you need me is een gesprek met God en Back To Life moet letterlijk genomen worden. Met een nieuwe tekst, nieuwe productie en een nieuwe, uitgebreide titel werd Back To Life (However Do You Want Me) een single met hitpotentie. Jazzie B deed de productie, net als op het album, samen met Nellee Hooper. Nellee was net gestopt met zijn eigen, Bristolse sound system. The Wild Bunch was dat, die van Looking Good, Hanging With The Wild Bunch van – daar is ze dan – Neneh Cherry.
Nelle Hooper en Jazzie B waren verantwoordelijk voor het eigen geluid van Soul II Soul. Hiphopbeats, lome baslijntjes en sfeervolle strijkers begeleiden de soulvolle zang en het praatzingen van Jazzie B zelf. Een eigen geluid dat in het begin uniek was, maar steeds meer gemeengoed werd. De lijst van artiesten die het geluid kopieerden is lang. Denk maar aan Enigma. En aan Lisa Stansfields doorbraaksingle All Around The World. Zonder Soul II Soul had de muziek rond 1990 heel anders geklonken. Waardering kregen ze er in het Verenigd Koninkrijk niet voor. Zowel de schrijvende pers als de televisie negeerde de kwaliteit.
Dat gebrek aan waardering in eigen land leverde opmerkelijke taferelen op: niet Soul II Soul of The Stone Roses won de prijs van beste nieuwkomer, maar Lisa Stansfield, wiens single toch op zijn zachtst gezegd zwaar geïnspireerd was door het geluid van Soul II Soul. Maar gelukkig had de winnares van de prijs van beste internationale nieuwkomer een oplossing. Neneh Cherry – daar is ze weer – brak haar beeldje in tweeën en gaf het bovenste deel aan Jazzie B. Anno 2025 is het gebrek aan waardering weer zichtbaar: niet in de Top, niet in de Snob. Laten we er dit jaar wat aan doen. Maak Neneh Cherry trots en stem op Soul II Soul.
We kennen allemaal de hofleveranciers van de Snob 2000 (Nick Cave, dEUS en Arcade Fire) en die van de Top 2000 (Queen, The Beatles, Pink Floyd). Gek genoeg zijn er ook ook legendarische artiesten die buiten de boot vallen. Daarom in Top noch Snob extra aandacht voor bands, zangeressen en zangers die vorig jaar in géén van de twee lijsten voorkwamen, maar die volgens ons er dit jaar zeker in thuishoren.
