Deze week is het 40 jaar geleden dat de beroemde hoorzitting plaatsvond van de Parental Music Resource Center. Tipper Gore, de toenmalige vrouw van politicus Al Gore, had samen met andere vrouwen uit haar politieke kringen de commissie opgericht. Hiermee wilden ze artiesten censureren die in hun ogen muziek maakten die te verachtelijk was om aan kinderen te laten horen. Muzikanten die niet door de beugel konden moesten het label ‘Parental Advisory: Explicit Lyrics’ op hun albumhoes plaatsen. En om hun argumenten kracht bij te zetten hadden ze een voorbeeldlijst opgesteld met muzieknummers die niet door de beugel konden. Deze lijst is bekend geworden als The Filthy Fifteen. Op 19 september 1985 verschenen Dee Snider, Frank Zappa en John Denver voor de commissie om uit te leggen waarom zij het oordeel van de PMRC onterecht vonden.
Nu, in 2025, stellen wij bloggers onszelf de vraag: welke muziek willen wij niet aan onze kinderen laten horen? Wat vinden we of te expliciet of te gewelddadig of te occult? Waar zouden wij een sticker ‘Doe Maar Niet’ op willen plakken?
Keuze Leendert Douma: Coil – The Sewage Worker’s Birthday Party (1984)
Goor maar sonisch wondertje
De moeders van het Parental Music Resource Center hadden geen bezwaar kunnen maken tegen de tekst van dit nummer. Die is er namelijk niet. Maar de titels die het duo en ‘echtpaar’ Coil (Jhon Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson) soms op hun werkstukken plakte, zouden hun haren te berge doen rijzen! Die bevinden zich – zeg maar – in de duistere en ruigere uithoeken van de homo-erotiek. Een van hun vroege EP’s bevat Ritual music for the accumulation of male sexual energy. Hun eerste album heet Scatology. Op een volgend album staan songs als Penetralia en The Anal Staircase. Maar helemaal ranzig wordt het op nummers als His Body Was A Playground For The Nazi Elite en The Sewage Worker’s Birthday Party (ook wel The S.W.B.P. genoemd).
The S.W.B.P. is gebaseerd op een smerig verhaal uit het Zweedse tijdschrift Mr. SM (nummer 24 voor de geïnteresseerden). Het gaat over een rituele ontgroening onder rioolwerkers. Het was het goorste rioolteam ooit. Hun eigen toiletten stonden blank van de pis en de poep. Het verhaal in Mr. SM gaat over Steve, een nogal arrogante jongen. Dus op zijn verjaardag kreeg hij van de oudere rioolwerkers een ‘special treat’. Zal ik maar niet op de details ingaan? Let the celebrations begin.
Zet je je over de walging heen, dan hoor je in dit instrumentale stuk het geklots door de stront en de pis en je hoort de rioolmannen grommen. Je hoort kettingen en iemand duwen of stoten. Daaroverheen klinken dreigende synths en een rituele drum. Hoe goor ook allemaal, het stuk is een sonisch wondertje. Net als al het werk van Coil (lees en luister maar naar Ostia).
Kun je je voorstellen dat ik jaren later wel wat reserves had, toen de heren Coil – na een interview in Amsterdam – vroegen of we nog even wilden doorbomen op hun hotelkamer? Die bleken niet nodig. Het werd een beschaafd gesprek met twee beminnelijke Britten.
Keuze Quint Kik: Spın̈al Tap – Christmas With The Devil (1984)
Waar was je nou, Tipper Gore?
De afgelopen maanden heb ik met gemengde gevoelens collegablogger Walters ontluisterende reeks over de Vieze Vijftien gevolgd. Na 40 jaar kunnen we één ding met zekerheid vaststellen: de Parents Music Resource Center, die midden jaren tachtig een ware communistenjacht voerde, heeft ongelooflijk zitten slapen! Ze zagen de belangrijkste boosdoeners over het hoofd: Spın̈al Tap.
Uitgerekend de band die zo’n beetje elk vakje aantikte. Sex: de zanger componeerde a Mach piece in D minor (= ergens tussen Mozart en Bach), getiteld: Lick My Love Pump. Rock & Roll: de in aluminium folie gehulde courgette (een angstaanjagende armadillo) in de broek van de bassist, die niet door de douane kwam. Drugs: Waar dacht je dat een nummer als Listen To The Flower People nou werkelijk over ging?
De ergste van allemaal – occultisme – dook op bij een comeback in 1992: Christmas With The Devil!
The elves are dressed in leather and the angels are in chains
(Christmas with the Devil)
The sugar plums are rancid and the stockings are in flames
(It’s Christmas with the Devil)
There’s a demon in my belly and a gremlin in my brain
There’s someone up the chimney hole
And Satan is his name
Tipper Gore, waar was je nou? In de hel klingelt geen sneeuwklokje, sneeuw is er sowieso ver te zoeken. Ratten hebben de cadeaus opgevreten en de rendieren zijn op de vlucht geslagen. Maar kom er gezellig bij, een officiële uitnodiging is geen vereiste. Je ziel volstaat! Hier wordt de heiligste aller feestdagen bezoedeld op het altaar van de popmuziek. IJselijk gegil met de volumeknop helemaal open tot elf.
Anders dan Dee Snider van Twisted Sister, Frank Zappa en John Denver hebben de leden van Spinal Tap zich nooit hoeven verantwoorden voor hun muzikale misdaden jegens de menselijkheid. Dezer dagen vieren ze hun zoveelste comeback in de bioscopen, waarbij Sir Paul McCartney hun pink torpedo in de trailer verheft tot literatuur. Ik zeg: kappen met die verkiezingen, blaas eerst de PMRC nieuw leven in!
Keuze Marco Groen: Manowar – Pleasure Slave (1988)
Bitte, bitte
Voor de jongvolwassen (ahum) schrijver van dit stukje kwamen in 1988 twee liefhebberijen samen in één album: middeleeuwse dingen en metal. Manowar bracht beide onderwerpen samen in een album met de weinig bescheiden klinkende titel Kings of Metal. Dat bescheidenheid sowieso niet een eigenschap van Manowar is, viel goed te horen op dit werkje. Ze scheppen graag op dat ze koene strijders zijn. Onversaagd, kloek en overlopend van de branie. De ware verdedigers van de kroon. Dit alles gekleed in zo stoer mogelijk uitziende kledij die zij als middeleeuws beschouwen. Destijds dacht ik dat het een gimmick van de band was. Iets wat je niet al te serieus hoefde te nemen. In het echte leven zouden het vrolijke drinkebroers vol met zelfspot zijn.
De tijd leerde dat dit beeld niet klopt. De zelfbenoemde ridders nemen zichzelf bloedserieus. Deze wetenschap zet meteen songteksten van de band in een ander perspectief. Ze menen immers wat ze zingen. In dat licht bezien is het liedje Pleasure Slave geen rare kwinkslag om je moeder mee over de rooie te krijgen, maar een staaltje schaamteloze misogynie dat feministen acute hartbewaking zou opleveren.
Nee, het valt niet mee. In de beleving van Eric Adams en zijn vrienden zijn bepaalde vrouwen voorbestemd om te dienen. En dan niet om koekjes te brengen. Om elke twijfel over de bedoeling weg te nemen wordt Pleasure Slave gedurende het hele nummer vergezeld van geluiden die zó uit een pornoset zouden kunnen komen.
Sorry jongens, dit kan echt niet. Niet van deze tijd. Fout.
We gaan er even naar luisteren.
Keuze Walter van Pijkeren: Red Hot Chili Peppers – Sir Psycho Sexy (1991)
Mentaal welzijn
Heeft iemand aan Karenna Gore gedacht? We moeten toch medelijden hebben met het arme kind? Waar ze eerst dacht met haar hippe moeder een plaat te kopen van dé artiest van dat moment, Prince, keert de situatie volledig om wanneer moedertjelief de teksten op Purple Rain hoort. Per direct wordt deze plaat uit huize Gore verbannen en daarna gaat mams driftig op zoek naar nog meer van deze vuilspuiterij. Om die vervolgens te weren voor de gehele natie. Het zal je moeder maar zijn zeg!
Karenna was 12 in 1985 en dus 18 jaar oud toen het, wat mij betreft, beste album ooit uitkwam: Blood Sugar Sex Magik. De grote doorbraakplaat van de Red Hot Chilli Peppers. Iedere jongvolwassene was op dat moment bezig met die plaat. Het kan bijna niet anders dan dat Karenna dit album ook luisterde. Ik kan mijn lol niet op wanneer ik me een voorstelling maak van Tipper Gore die hoort hoe Anthony Kiedis zichzelf opvoert als Sir Psycho Sexy. Hoe haar ogen bij het beluisteren van de verschillende scenes in de song steeds groter worden, tot ze er bijna uit vallen.
Om deze liederlijke taal te verbannen had ze juist de PMRC opgericht. En heeft het geholpen? Niet echt. De Peppers waren namelijk in de leer geweest bij de bakermat van alle vunzigheden: George Clinton. Sir Psycho Sexy is een kloon van Dr. Funkenstein. Denkend aan het mentaal welzijn van Tipper hoop ik maar dat Karenna nooit met een Parliament-plaat thuis is gekomen.
Keuze Guido de Greef: LL Cool J – Doin’ It (1996)
Veilig glijden
De jaren negentig was het decennium van de glijplaten: Freak Me van Another Level (‘let me lick you up and down, til’ you say stop’), Pony van Ginuwine en Touch It van Monifah. Ik groeide op op een dieet van MTV en TMF en zag de videoclips non-stop voorbijkomen. Ik haatte ze hartgrondig.
Een battle met een geüpdatete Filthy Fifteen zorgt dus voor een luxeprobleem. De keuze is reuze. Uiteindelijk koos ik voor Doin’ It van LL Cool J. Omdat LL Cool J er vanaf de eerste noot geen geheim van maakt wat hij bedoelt met ‘doin’’ en ‘it’: neuken. Batsen. Kezen. Copuleren. Pompen.
Over een sample van My Jamaican Guy van Grace Jones vertelt ‘Ladies Love’ Cool J over z’n kennismaking met zangeres LeShaun. Dat hij Queens vertegenwoordigt en zij uit Brooklyn komt mag de pret niet drukken. Integendeel: zij noemt hem Big Daddy, hij vraagt of ze de Hennessy doorgeeft. En dat zijn nog maar de eerste schermutselingen.
Het mooiste zinnetje zit in het tweede couplet, als de geiligheid uit de speakers druipt en LeShaun voor de zekerheid vraagt of LL Cool J het veilig doet: ‘You use a rubber?’ Big Daddy antwoordt geruststellend: ‘Damn right’. Je ziet Tipper Gore bijna instemmend knikken.
De laatste minuut gaat op aan gekreun. Waarmee één van de grootste glijplaten van de jaren negentig op een hoogtepunt eindigt, maar wel een veilig hoogtepunt.
Keuze Hans Dautzenberg: Shack – Streets Of Kenny (1999)
Clean
Shack, het Liverpoolse project van de gebroeders Mick en John Head, ontstond uit de as van The Pale Fountains in 1987. De band verwierf roem met het moeizaam tot stand gebrachte album Waterpistol, dat pas jaren na de opname in 1991 werd uitgebracht. Een brand in de studio, waarbij de master tapes verloren gingen, zorgden voor 4 jaar oponthoud. In die jaren ging de band uit elkaar en raakte leidsman Michael Head aan de heroïne. Het (relatieve) succes van Waterpistol leidde echter tot een heroprichting van de band. Het sterke album HMS Fable volgt in 1999, waarop Streets of Kenny te vinden is.
De argeloze luisteraar hoort misschien een aardig nummer met een psychedelische inslag, maar er schuilt een donkere realiteit in het liedje. Een smerige realiteit die parallel loopt aan I’m Waiting For The Man van Lou Reed. Streets of Kenny documenteert eerlijk en clean de beproevingen waarmee bandleden te maken hadden bij het ‘scoren’, zonder drugsgebruik te romantiseren. Het nummer koppelt pastorale Engelse melodieën aan sixties klinkende psychedelische invloeden. Met een vleugje Stone Roses. Een nummer dat blijft hangen.
Keuze Jeroen Mirck: De Kraaien – Ik Vind Je Lekker (2012)
Ga uit me giechel als die lijven schudden op die pompernoelje
Parental Advisory geldt vaak voor teksten vol seks en scheldwoorden. Zeg maar: de woorden fuck en bitch in alle betekenissen. Terwijl het zo veel leuker is om het randje op te zoeken met suggestie. Daarom kies ik voor een nummer waar de seks van afdruipt zonder dat het letterlijk wordt gezegd. Nou ja, de goede verstaander heeft aan de volgende woorden genoeg:
Als zoetekauw zie ik jou, je bent een zoete lolly
Neurbert El Halt, die gaat je likken als een bordercollie
Je dikke juinen die bulken uit je natte hemd
Ik geef je alles tot m’n laatste cent
En pak die wortel maar beet en kniel die Halt op tilt
Dan komt die stok voorbij, dat jij je eigen niet verveelt
Je hakken klikkie klak op het vissegraat parketta
De porno in je ogen en het schuim uit die raketta
Wie goed leest, herkent zelfs in het geschrevene al een Haagse tongval. En inderdaad, de band die dit zingt is Haagser dan Haags: De Kraaien. Voor deze boodschap werkt dat dialect als een dolle. Nee, dollah natuurlijk. Want lekker klinkt toch lekkerder als lekkah. Met een vettah videoclip erbij, dat ook nog. Op de een of andere manier moest ik ineens denken aan dat befaamde typetje van de Haagse komiek Kees van Kooten: de Vieze Man die een zachtgekookt eitje openpelt en zingt over ballen in z’n buik. Grote, warme, natte, lekke ballen. Lekkah!
Keuze Remco Smith: Geordie Greep – Holy Holy (2024)
Awkward en onderhuids behoorlijk filthy 2.0
Als je de clou moet vertellen, moet uitleggen waarom een track ideaal is voor deze battle, is het dan wel een goede inzending? Ja, maar daar kom ik zo op.
Voordat ik aan Geordie toe kom: eerst de veren in de derrière waar die thuis horen. Op dit onvolprezen forum heeft Walter geweldig werk geleverd met zijn terugblik op 40 jaar Filthy 15. Een lijst die om diverse redenen nogal bizar was. Bizar, omdat, om niet opgehelderde redenen, niemand bij het opstellen van de lijst heeft gedacht dat het een geuzennaam zou kunnen worden. Bizar, omdat zeker met de oren van nu, het opmerkelijk is dat de liedjes überhaupt aanstoot gaven. De Commissie heeft nogal een dirty mind gehad, getuige de erotiek die zij kennelijk ontwaarde in, bijvoorbeeld, het best brave Dress You Up.
Dat brengt me bij Geordie Greep, zanger van Black Midi. De nogal awkward uitziende clip, met stuntelige dans, de bowlingbaan, het playbacken veelal net naast de muziek, maken nou niet meteen dat je Holy Holy op de lijst zou zetten. Maar schijn bedriegt. De teksten op de hele fijne, haast jazzachtige, liedjes op zijn plaat New Sound uit 2024, vaak in een odd-meter, zijn onderhuids behoorlijk schunnig. De Parental Advisory Committee heeft dat in de gaten gehad trouwens: die heeft heel goed en nauwkeurig onderzoek gedaan naar de teksten van Greep. De hele plaat heeft van de Commissie een Explicit Lyrics aanduiding gehad. Volkomen terecht, maar de reden waarom ga ik hier niet onthullen. Het schaamrood zou me immers op de kaken staan, als ik dat zou vertellen.
Ondertussen is de wonderlijke combinatie van jazz, The Time-achtig gepriegel op de keytar, bossanova met overduidelijk Britse tongval, bij tijd en wijle best vermoeiend, zoals Black Midi dat ook al was uiteraard. Maar als je er aan over geeft, een lust voor het oor. En dat mijn 16-jarige huisgenoot met deze suggestie kwam, daar ga ik maar niet te lang over nadenken.
Keuze Freek Janssen: Wet Leg – Mangetout (2025)
Alsof ik nog iemand kan choqueren, hier
Geschokt worden door teksten, dat lijkt een privilege uit het verleden. Wet Ass Pussy wordt gewoon ongecensureerd op de radio gedraaid. Waar moeten we nog rooie oortjes van krijgen?
Ik ga dan maar voor een ondeugend liedje. Sowieso is Wet Leg als bandnaam al een beetje dubieus. En dan zingt ze ook nog eens ‘You wanna fuck me, I know most people do’, terwijl ze een slipje draagt met de tekst ‘Wet’.
Gaat natuurlijk helemaal niemand over vallen. Oh, well. Het is een supertof liedje, zeker in de uitvoering tijdens het Tiny Desk Concert dat ze onlangs gaven. Toen ik het (hele concert) voor het eerst hoorde, dacht ik: verrek, deze band kan meer dan Chaise Longue. Er zit meer diepgang in dan je denkt (geen pun intended, zelfs niet in deze battle).
Enfin, oordeel zelf.
