Met een battle over John Cale maak je het de gemiddelde blogger niet gemakkelijk. De man heeft in zijn lange carrière, John werd vorige week 83, zoveel moois gemaakt, solo en binnen allerlei samenwerkingsverbanden, dat het lastig is om te kiezen.

Cale werd geboren in Wales: het Zeeland van het Verenigd Koninkrijk, hij hoort dus eigenlijk nergens bij. Als jongetje zat hij op piano- en vioolles. Dat ging hem goed af. Zo goed dat hij een beurs kreeg om compositie te studeren in Amerika. Daar werd hij sterk beïnvloed door La Monte Young en John Cage.

In New York werkte hij twee albums lang met Lou Reed in The Velvet Underground. Een samenwerking die beide heren beduidend langer zou bezig houden dan de tijd dat die daadwerkelijk bestond. Vervolgens kwam er een enorme stroom aan soloplaten op gang in zeer uiteenlopende stijlen en sferen.

John Cale floreert heel goed in samenwerkingsverbanden (Brian Eno, Bob Neuwirth en toch ook weer Lou Reed (Songs For Drella). Vanavond is hij nog te zien in Tivoli Utrecht. Dus rap even de bijdrages van de collega’s lezen. Een aantal liedjes waarover geschreven wordt zal hij zeker gaan spelen.

Keuze Marcel Klein: The Endless Plain of Fortune (1973)

Van Wales naar Antarctica

Als muziekliefhebber hou ik van veel muziek, maar muziek met een verhaal of achtergrond daar geniet ik stiekem nog meer van. John Cale maakte in 1973 het album Paris 1919. Een titel met verwijzing naar de Vrede van Versailles en het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het hele album staat vol met verwijzingen naar allerlei gebeurtenissen, van zijn eigen kerstherinneringen in Wales tot aan het laatste nummer over zijn drugsgebruik. En daartussen vliegt hij van Andalusië, Parijs, naar de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.

Eigenlijk ben ik pas op het pad van John Cale terechtgekomen toen ik het album Songs for Drella hoorde. Dit is het album dat hij samen met Lou Reed opnam als eerbetoon aan Andy Warhol. De Velvet Underground heeft mij nooit zoveel gedaan, maar enkele jaren geleden luisterde ik toch wat soloplaten van hem en was ik verkocht.

Op het eerdergenoemde album staat ook mijn favoriete John Cale track: “The Endless Plain of Fortune”. Beginnend met pianoklanken horen we de ijle stem van Cale (net op het randje zelfs) en loopt elk van de drie coupletten uit op een kleine symfonie met medewerking van het UCLA Symphony Orchestra. Coupletten gaan over oorlog, goud zoeken in Zuid-Afrika en de plundering van Segovia. Melancholische teksten versterkt door de stem van Cale. Simpelweg genieten!

De man weet mij te raken. Aan de ene kant met zijn teksten, maar de stem (waarvan je moet houden) blijft op dit album en deze song een belangrijke factor, waardoor de muziek nog beter tot zijn recht komt.

Keuze Guido de Greef: Andalucia (1973)

Verlangen

The prayers of Saint Christopher
Travellers and stones

De heilige Christoffel neemt je mee op een reis in Andalucia Plays van Slowdive. Een persoonlijke reis van zanger Neil Halstead. Hij klinkt breekbaar, en haalt herinneringen op aan de eerste kennismaking met een nieuwe geliefde, met Andalucia van John Cale als soundtrack.

Dat maakt Andalucia Plays ook een tijdreis. Naar het album Paris 1919 van John Cale, waar Andalucia op staat. Een album dat Cale eens omschreef als ‘an example of the nicest ways of saying something ugly’. Omdat het concept van die plaat, de vredesconferentie van 1919, de kiem voor de Tweede Wereldoorlog zaaide.

Afgezet tegen die zware achtergrond is Andalucia Plays een akoestisch, bijna luchtig liedje. Het zit ingeklemd tussen de orkestrale bombast van The Endless Plain Of Fortune en de glamrock van Macbeth. Andalucia is een ode aan de Spaanse landstreek, maar Cale zingt zo smachtend, en klinkt zo breekbaar, dat het liedje niet anders dan een ode aan een persoon kan zijn.

Dat eerbetoon is wrang. Net zoals de herinneringen aan de vredesconferentie van 1919 bitter zijn, zuchtte het Andalusië dat Cale bezingt in 1973 nog onder het regime van de dictator Franco. Het verlangen naar de geliefde landstreek deed om meer dan één reden pijn.

Andalucia, castles and Christians
Andalucia come to stay

En dan valt pas op dat Halstead met de eerste regels die ik citeerde een knipoog maakt naar Cale. Een soort muzikaal binnenrijm. Verbonden in tijd; en verlangen.

Keuze Quint Kik: Fear (Is A Man’s Best Friend) (1974)

Onbedwingbare zucht naar pop-perversie

In de eerste helft van de jaren 90 begon mijn muzikale horizon zich te verbreden. Ik ging studeren in Utrecht en in het voorjaar van 1993 zou de eerste van vele muzikale goeroes mijn pad kruisen: huisgenoot Rolf. Hij was het equivalent van het gouden toegangsbewijs tot Willy Wonka’s  chocoladefabriek. Alleen heette Willy Andy (Warhol) en bevond zijn fabriek zich ondergronds: de Velvet Underground.

Najaar ’92 woonde ik echter nog bij mijn ouders in Eindhoven. Van het op fietsbare afstand van het centrum gelegen stadsdeel Woensel waren we een jaar eerder verhuisd naar het tegen de Boschdijk aangeplakte kerkdorp Acht. Drie keer per week moest ik voor colleges per bus en trein van Kontgat Kuttikhoven naar Utrecht. Mijn Philips discman maakte overuren.

Op de terugweg van een hoorcollege liep ik als zo vaak even binnen bij Plato, dat toen nog hartje centrum op de Steenweg zat. De zwarte Play It- sampler van PIAS moet ik bij wijze van impulsaankoop van een van de middentafels hebben gegrist. Ik vermoed vanwege de hits van The Shamen, Consolidated en de House Of Pain. Op het overrompelende eerste nummer was ik totaal onvoorbereid.

Fear (Is A Man’s Best Friend) bleek afkomstig van de live-registratie Fragments Of A Rainy Season van John Cale. Een bloemlezing uit de carrière van een avantgardist met een onbedwingbare zucht naar pop-perversie. Wie het album vanaf het begin opzet, hoort hoe de waanzin zich sluipenderwijs ontwikkelt: via het ingehouden Dying On The Vine, het smachtende Darling I Need You en het magistrale Paris 1919 naar track 7: Fear. Ik hield er een fascinatie voor het leven aan over.

Keuze Jeroen Mirck: Mr. Wilson (1975)

Laveren tussen genialiteit en gekte

Ik zal heel eerlijk zijn: lang was ik in de veronderstelling dat we een John Cage-battle gingen doen. Die ene letter verschil maakt veel uit, al hadden beide klassiek geschoolde componisten zeker waardering voor elkaars werk. Cage was zijn eigen muzikale universum, Cale moest dat natuurlijk nog helemaal opbouwen. Aansluiten bij een Newyorkse rockband was een leerzame start, al moet het avontuur met Velvet Underground ook een worsteling zijn geweest voor de violist annex pianist uit Wales.

Het gekke contrast in het werk van John Cale is de mix van zijn muzikale vernuft en zijn geestelijke aberraties veroorzaakt door drugsmisbruik. Aan de ene kant hoor je Beatles, Beach Boys en Bach terug in zijn muziek, aan de andere kant verloor hij zichzelf ook regelmatig in experimenten vol herrie en geschreeuw. Zo onthoofdde hij ooit een kip op het podium. Die mentale chaos is nadrukkelijk te horen op de drie albums die hij kort na elkaar maakte in 1974 en ‘75: Fear, Slow Dazzle en Helen of Troy. Uit deze extreem creatieve periode kies ik een nummer van het middelste album.

Slow Dazzle was Cale’s vijfde soloplaat. Hij bevat spoken word (The Jeweler) en een bijna onherkenbare cover van de Elvis-klassieker Heartbreak Hotel, maar ik vraag graag aandacht voor de openingstrack, waarin beide uitersten van Cale samenkomen: als ode aan het brein achter The Beach Boys is Mr. Wilson de ultieme combinatie van genialiteit en gekte. Dit perfecte popliedje over een getormenteerde man zegt alles over Brian Wilson – én over John Cale.

And you know it’s true
That Wales is not like California in any way
And everytime I hear your music
You’re still thousands of miles away

Keuze Leendert Douma: Close Watch (1982)

Bittere break-up song

Mijn tweede grote liefde had het album Music For A New Society in huis. Zo maakte ik kennis met het ultieme statement van John Cale. Was het een onverdeeld genoegen? Ja en nee. ‘New Society’ was manisch depressief, huiveringwekkend koud en tegelijkertijd hartverscheurend warm. Maar de muziek was vooral doordringend direct. Al snel kwam ik erachter: dit is hét meesterwerk van de briljante componist en performer uit Wales. De plaat nestelt zich meteen in je hoofd, om dat nooit meer te verlaten. De spaarzame instrumentatie… de geagiteerde bijgeluiden… de paranoïde stem… de pijnlijk rake teksten…

Dat geldt misschien nog wel het meest voor het nummer Close Watch, een remake van het originele (I Keep A) Close Watch uit 1975. Het origineel werd nog wat wollig ingekleed, maar deze 1982-versie is kaal – slechts Cale solo op piano, en in het tweede deel hoor je een uitstervende doedelzak. Dat maakt het nummer nog veel ingrijpender.

Close Watch is een bittere break-up song. Maar op een bepaalde manier zijn de woorden troostrijk. (Dat is logisch, want John Cale ontleende ze voor een deel aan Johnny Cash.) Het nummer – specifiek in deze versie – hielp me keer op keer over een gebroken hart heen. Niet alleen na mijn tweede liefde, ook na mijn derde, vierde en vijfde.

Keuze Quint Kik: Hungry For Love (1984)

Romanticus ten voeten uit

Van zijn naargeestige viola in Venus In Furs en bizarre spoken word-uitwassen als The Gift van de Velvet Underground via de semi-klassieke experimenten voor het Reprise-label tot het incident in ’77 waarbij hij op het podium een kip te grazen nam: Cale was altijd al een man van extremen. Tussen de waanzin en zelfhaat school echter altijd wel een sprankje tederheid en mededogen.

Onlangs schreef collegablogger Leendert een onthutsend stuk over hoe Belinda Meuldijk, de voormalige partner van Rob de Nijs, feilloos de vinger op die romantische inborst van Cale wist te liggen. Luister naar de wijze waarop zij I’m Not The Loving Kind vertaalde en verweefde met I Keep A Close Watch en onbewust een verborgen verwantschap blootlegde tussen twee zo verschillende zielen.

Dat was voor een album van De Nijs uit 1983. Met het nummer Bo had hij begin ’84 een top 10-hit. Cale zelf was midden jaren 80 zoekende. Zijn dagen op de loonlijst van Columbia en Reprise lagen achter hem, evenals de befaamde Island Years (1974-75). Het minimalistische Music For A New Society had hem naar nieuwe, kritische hoogten gevoerd. En naar het hippe New Yorkse label Zé Records.

Carribean Sunset en live album John Cale Comes Alive behoren tot Cale’s minst geliefde projecten. Te ‘gewoontjes’, naar verluid een halfslachtige poging tot new wave. Onvindbaar op Spotify ook. Maar wij zouden Ondergewaardeerd Liedjes niet zijn, als we niet ook hier de verborgen parels wisten op te duiken. De in de verte naar naar postpunk neigende single Hungry For Love – het nummer lijkt bezeten van de gejaagdheid van I’m Waiting For The Man – is de romanticus Cale ten voeten uit.

Keuze Henkjan Olthuis:  John Cale & Lou Reed – A Dream (1990)

Andy’s droom

Op 1 april 1987 is de afscheidsdienst voor Andy Warhol, die een week daarvoor veel te jong is overleden. Uiteraard zijn daar ook John Cale en Lou Reed aanwezig.  Hoewel, zo vanzelfsprekend was dat misschien niet, gelet op hun meer dan complexe relatie met Andy, en onderling, en de bittere opmerkingen over elkaar in interviews. 

In mijn geboortejaar wordt de vorming van de band waar Cale en Reed samen met Sterling Morrison in spelen afgerond door de komst van Moe Tucker, en ontstaat de Velvet Underground zoals die beroemd geworden is. Dat beroemd geworden is vooral te danken aan het feit dat ze onder de vleugels van Andy Warhol en zijn The Factory kwamen. Hij voegt Nico toe aan de line-up, ontwerpt de iconische hoes van het debuutalbum en zorgt voor een platendeal.  Maar al snel volgen de conflicten elkaar in rap tempo op, Lou Reed die Andy Warhol ontslaat zonder dat de band er van weet, John Cale die geforceerd vertrekt omdat samenwerken met Reed onmogelijk wordt, en verder gaat met zijn eigen carrières. De relatie tussen Cale en Reed is dermate verstoord dat ze elkaar daarna letterlijk niet meer spreken.

Tot die 1e april dus, toen de schilder Julian Schnabel ze vroeg om samen een muzikaal IM te schrijven voor Andy. Dat werd dus uiteindelijk het album ‘Songs For Drella’. Het album laat een mix van bewondering en wrok zien, maar bovenal laat het zien hoeveel Warhol voor Cale en Reed had betekend en hoe diep (en complex) hun vriendschap en samenwerking eigenlijk was. 

Een van de indringendste nummers van Songs For Drella is het door John Cale gezongen A Dream. De tekst is gebaseerd op het dagboek van Warhol waarin hij reflecteert op zijn verleden, teleurstellingen en onzekerheden, in de vorm van een droom. Hij denkt terug aan zijn tijd met Lou Reed en John Cale, maar ook aan de Factory-scene en hoe mensen hem uiteindelijk leken te verlaten of negeerden. Het is een mix van verdriet, nostalgie en zelfs wat wrok. 

Keuze Leendert Douma: Brian Eno & John Cale – Cordoba (1990)

Subliem random, subtieler dan subtiel

Het jaar 1990 stond voor John Cale in het teken van duo-projecten. Op Songs For Drella, met zijn oude VU-makker Lou Reed, kwamen twee briljante tekst- en songschrijvers samen. De samenwerking met Brian Eno op het album Wrong Way Up was een ontmoeting tussen twee topproducers. Ga maar na: Eno zat tot dan toe achter de knoppen bij onder andere David Bowie, Talking Heads en U2. John Cale was producer van onder andere het legendarische eerste album van Iggy & The Stooges, Horses van Patti Smith en de betere albums van VU-maatje Nico.

Wat leverde het op toen die twee geluidstovenaars samenkwamen? Een hele subtiele plaat. En het meest subtiele nummer daarop is de verstilde uitsmijter van kant A: Cordoba. Of noem het subliem. Over een typisch Eno-sonisch klankentapijt, speelt John Cale een gedragen vioolpartij. En hij zingt – heel prachtig – een raadselachtige tekst over een ontmoeting in de Spaanse stad. Het is even exotisch als mysterieus. Spoiler: Later bleek dat je helemaal niet zoveel achter die tekst moet zoeken. Het waren gewoon random zinnetjes uit het lesboekje Latin-American Spanish In Three Months, dat Eno ergens had liggen. En toch ontroert het als je John Cale hoort zingen:

He wrote to me from Cordoba.
After the theatre, we went to his house.
He’s a very generous Cordoban.
We waited at the door, but he didn’t come.
According to his father, he’s very ill.

You walk towards the station.
I’ll walk towards the bus.
You walk towards the station.
I’ll walk towards the bus.

Keuze Klaas Kloosterman: Set Me Free (1996)

Even dit nummer op repeat…

Zoals ik boven al aangaf: het is moeilijk je favoriete John Cale liedje te kiezen, het zijn er te veel! Ik heb uiteindelijk gekozen voor Set Me Free van het album Walking On Locust. De directe aanleiding hiervoor is het optreden dat Cale recentelijk gaf in de Oosterpoort in Groningen. Daar stond dit nummer weer eens op de set en kreeg het live een sublieme uitvoering mee. Ik had het lang niet gehoord, maar kende alle woordjes nog uit het hoofd en ik had zo mee kunnen spelen.

Dat laatste is natuurlijk onzin, hoewel Set Me Free een bedrieglijk simpel nummer is. In het geval van John Cale is dat mooi meegenomen omdat hij als geen ander kan schitteren in rechttoe rechtaan ballad-achtige nummers. De ietwat nasale bariton geeft zijn stem net genoeg vibratie  en piepkleine haperingen mee om mateloos te fascineren. Dat deed hij volop op het album Paris 1919, maar ook op zijn latere platen vinden we met regelmaat zo’n prachtig nummer terug. Ik koos voor deze mooie live-uitvoering. Nu maar hopen dat ie vanavond weer op de setlijst staat.

Keuze Alex van der Meer: Kelly Lee Owens ft. John Cale – Corner Of My Sky (2020)

Wales en tranen

Het is de betoverende muziek van Kelly Lee Owens, maar het zijn ook duidelijk de woorden van John Cale die weten te raken. Corner Of My Sky is het product van twee Welshe grootheden. Owens is producer en maker van elektronische, metafysische stemmingsmuziek, op het snijvlak van elektro-dreampop en techno. Ze vroeg John Cale in zijn Welshe oorsprong te duiken en het verhaal van het land te vertellen waar ze beiden vandaan komen.

The miners, wheezing in their holes
The men are wheezing in their holes
As the weather leaps, the weather weeps, weeps into the Winter

Wat hij haar stuurde was in de woorden van Owens ‘ronduit fenomenaal’. Toen ze het nummer uiteindelijk had afgerond, kwamen naar verluidt haar tranen. Tranen van geluk, vanwege het feit dat ze samen met zo’n talentvol artiest had mogen samenwerken, maar ook omdat ze beiden op deze bijzondere manier een prachtige verbinding hadden weten te maken met beider thuisland. Corner Of My Sky is een unieke ode om met verwondering en bewondering naar te luisteren. En voor de visuele ijveraars is er ook nog een meer dan prachtige sense of wonder-video bij gemaakt. Driedubbel genieten!

Keuze Remco Smith: How We See The Light (2024)

Nog niet klaar?

Als zeventigers of tachtigers met een enorme staat van dienst een plaat uitbrengen, spitsen sinds 2016 de oren van de muziekliefhebbers. Bij alle loftuitingen over Blackstar zagen wij toch met zijn allen over het hoofd dat het de zwanenzang van Bowie was. En dat je dat tekstueel en muzikaal eigenlijk ook wel kon horen. Bij You Want it Darker hadden we Leonard Cohen al een beetje in het vizier: zo’n donkere plaat, het zal toch niet? De plaat bleek profetisch, niet lang na het uitbrengen van deze prachtplaat was Cohen overleden.

John Cale heeft sinds die vreselijke bananenplaat (Run Run Run, serieus?) van 58 jaar geleden ongelooflijk veel muziek gemaakt. Bij het beluisteren van zijn plaat POPtical Illusion uit 2024 is het dan toch zoeken naar sporen: zal dit zijn zwanenzang blijken? Of dat zo is moet nog blijken maar POPtical Illusion blaakt van levenslust en experiment. Misschien jinx ik het, maar zo te horen is Cale nog niet klaar.

Een kleine bloemlezing over John Cale: stemmen maar!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.