We kennen allemaal de hofleveranciers van de Snob 2000 (o.a. Nick Cave, dEUS en Arcade Fire) en die van de Top 2000 (Queen, The Beatles, Pink Floyd). Gek genoeg zijn er ook ook legendarische artiesten die buiten de boot vallen. Daarom in Top noch Snob extra aandacht voor bands, zangeressen en zangers die vorig jaar in géén van de twee lijsten voorkwamen, maar die volgens ons er dit jaar zeker in thuishoren.
Hoe was het ook al weer? Je kunt beter spijt hebben van dingen die je wel gedaan hebt, dan van dingen die je niet hebt gedaan toch? Laat dit stukje dan mijn biecht en bevestiging zijn van dat laatste.
Men schrijve het jaar 2000 en ik had al een aardige portie festivals achter m’n naam staan. En dan met name Dynamo Open Air en Lowlands, want daar kwamen de hardere en alternatieve geluiden goed samen. Dus toen wilde ik samen met een vriend naar Dour toe. Want daar kwamen metal-acts als Motörhead, drum and bass-acts en een podium met veel hardcore bands als Madball, Shelter, As Friends Rust, Cro-Mags en de (bijna) lokale mensen van Length of Time.
Het festival was beduidend primitiever dan Dynamo Open Air. En dat wil wat zeggen. Eten en drinken was spaarzaam. Toiletgebouwen waren er niet tot nauwelijks. En tandenpoetsen? Dat deden we bij een serie geschakelde kranen aan een leiding die zonder enige vorm van camouflage uitmondde in een giertank, die nog gekoppeld was aan een tractor. Ik had een leeg flesje water gevuld met water uit die kraan en prompt besloten voor teveel geld mijn tanden te gaan poetsen met prijzig bronwater.
Niet dat er een tekort was aan water overigens. Ook al was het begin juli, de weergoden hadden permanent hun geween uitgestort over de weilanden rond het Waalse dorp. Het gras werd van groen langzaamaan bruin van de modder, totdat er niets meer over was dan een chocoladepasta gekleurd landschap met drek die tot ver over de enkels reikte. Tenten deden lang hun best om het water af te stoten, totdat zij allemaal tot overgave gedwongen werden. De festival tenten waren lange tijd een veilig bastion, totdat zelfs daar bij de steunpilaren waterstralen naar binnen gutsten.
Na drie van de vier dagen was het moment gekomen dat we besloten te capituleren en onze meerdere in de elementen gingen erkennen. We hadden immers al het een en ander gezien, zoals Osdorp Posse op een verder leeg buiten podium en de overige acts geloofden we wel. Destiny’s Child? Wat deden die daar überhaupt? Het was maar commercieel en misplaatst op dit kneiter alternatieve festival.
Want Destiny’s Child werd heel groot en met goede reden. Want laten we eerlijk zijn, de muziek van Destiny’s Child is wel echt goed geproduceerd. Natuurlijk zaten er vaak productieteams achter de nummers of artiesten als Wyclef Jean en Missy Elliot, maar de dames schreven en produceerden zeker ook zelf heel veel mee. En daarmee werden nummers als No, No, No, No, Jumpin’ Jumpin’, Bills, Bills, Bills (titeltechnisch kun je een thema vermoeden) en Say My Name al snel grote hits.
Zelf vond ik stiekem Independent Women dus echt wel meer dan oké. Tekstueel wordt het vaak een beetje afgedaan als materialistisch, omdat het klinkt alsof het alleen maar gaat over kleren, schoenen, diamanten en zo. Maar dat is niet het hele verhaal. Het nummer stamt immers uit de jaren 90 waarin nog hele grote stappen gemaakt moesten worden (en nog steeds) om op gelijke voet te staan met de mannen. En ja er was natuurlijk een girlpower beweging, maar zeker in de hiphop zijn vrouwen veel te lang als afhankelijke lustobjecten geprojecteerd.
Nee, deze vrouwen zien dat allemaal anders. Try to control me, boy, you get dismissed. Of wat dacht je van:
I do what I want, live how I wanna live
I’ve worked hard and sacrificed to get what I get
Ladies, it ain’t easy being independent
In dat licht is deze tekst dan heel duidelijk voor mij, namelijk dat het een feministisch lied is dat gaat over hard werken voor jezelf. Niet afhankelijk zijn van de ander en fifty-fifty in relationships zitten.
Afkomstig van het tweede album The Writing’s On The Wall (en onderdeel van de Charly’s Angels soundtrack) deed het album de naam geen eer aan. Vrij vertaald betekent de album titel zoiets als een slecht voorteken. Maar Destiny’s Child brak met dit album pas echt door, scoorde ettelijke hits en werd vervolgens een van de tien best verkopende vrouwen groepen ooit met meer dan 60 miljoen verkochte albums. En het katapulteerde natuurlijk Beyoncé tot een van de grootste artiesten van de afgelopen 20 jaar die in de jaren ’10 een geschat inkomen had van 685 miljoen (tegen een schamele 560 miljoen van haar man die ook iets schijnt te doen in de muziek).
Op het moment dat ik mij uiteindelijk kon omkleden in een trein van Brussel naar Nederland met opgespaarde schone kleren en wat deo om de zurige zweem te maskeren die ik bij me droeg van drie dagen modder en 100% luchtvochtigheid, was dat op dat moment logisch en zalig. Maar in de jaren erna is het gaan voelen als mijn grootste muzikale misser ooit. Ik had er in retrospectief nog heel veel extra regenwater en modder voor overgehad om net als bij Osdorp Posse op een bijna leeg veld oog in oog te staan met Queen Bey en haar independent women.
Afbeelding door Pete Sekesan via Wikipedia