Afgelopen zomer werd hij 75: Trevor Horn, de producer die een zwaar stempel drukte op het (bombastische) geluid van de eighties. En op het beeld niet te vergeten: het was de hit van zijn eerste groepje Buggles waarmee de komst van clipstation MTV zich in 1981 aankondigde. Al vroeg in zijn carrière fluisterde zijn vrouw en manager hem in: Op zijn best kun je een bescheiden muzikant worden. Maar als je nou echt je best doet, kun je de grootste producer ter wereld zijn. Volgens Horn zelf was hij dat ook voor een korte periode: in 1983 stak hij met zijn knoppenwerk gelijktijdig een Amerikaanse nummer 1-hit in de VS (Yes’ Owner Of A Lonely Heart) en een Britse nummer 1 in Engeland (Relax van Frankie Goes To Hollywood) in zijn zak.

In de daaropvolgende decennia zouden er meer hoogstandjes volgen met Grace Jones, Seal en Belle & Sebastian. In recente jaren bracht hij twee albums op persoonlijke titel uit, waarop hij klassiekers uit de eighties van een nieuw jasje voorzag. Artiesten binnen en buiten zijn beruchte Zang Tumb Tuum-label werkten er met veel liefde aan mee. Bij Ondergewaardeerde liedjes niets dan liefde voor de producer, waarbij meer dan two tribes het strijdperk betreden voor de Trevor Horn-battle.

Keuze Annemarie Broek: The Buggles – Video Killed The Radio Star (1979)

Immense invloed op de popmuziek

Trevor Horn was in zijn jeugd lid van aantal bands in de omgeving van Durham, zijn geboorteplaats. Voor zijn muzikale ontwikkeling was zijn deelname aan de Cliff Adams Singers van cruciaal belang omdat hij daar een zeer uitgebreid scala aan muziekstijlen leerde kennen.

Daarna werd hij bassist in de band van Tina (I Love To Love) Charles, waar hij Geoff Downes leerde kennen. Het duurde niet lang of zij begonnen hun eigen bandje: The Buggles. Deze samenwerking heeft een immense invloed gehad op de populaire muziek, vooral in de tijd van de opkomende muziekclips. Hun eerste productie Video Killed The Radio Star werd een groot succes dankzij de pakkende melodie én de inhoud. Die gaat over de invloed van de muziekvideo op de nieuwste ontwikkelingen in de muziekindustrie. Muziekvideo’s leidden namelijk tot een sterk afnemende belangstelling voor radioprogramma’s, wat letterlijk de dood van de radiosterren betekende. Een schot in de roos dus, want het was de eerste clip die door MTV werd uitgezonden.

Die ontwikkeling kwam Horn wel goed uit omdat hij, hoewel uiterst muzikaal en bovendien technisch goed onderlegd, geen sterke podiumpersoonlijkheid was. Voortaan beperkte hij zich tot de productie van andermans nummers. Met groot succes creëerde hij een groot aantal hits voor acts als Yes, Seal, Cher en nog een hele sliert andere.

In 2017 stortte hij zich op het componeren van muziek voor de Japanse superheldenserie The Reflection; deze is inmiddels op cd en lp uitgebracht, voor het eerst onder zijn eigen naam.

Hij blijft achter de schermen zijn invloed uitoefenen en treedt af en toe nog op met de Trevor Horn Band of The Producers, maar dan voornamelijk als instrumentalist.

Keuze Leendert Douma: ABC – All Of My Heart (1982)

Klinken als een theaterstuk

Na het succes van hun eerste single Tears Are Not Enough besloot ABC producer Trevor Horn te vragen voor hun debuutalbum The Lexicon Of Love. Hoe wisten ze hem te overtuigen? Horn herinnert het zich nog goed. Ze zeiden: If you get to produce us, you’ll be the most fashionable producer in the world, because we’re the most fashionable band in the world. Of hem dat heeft overtuigd weet ik niet, feit is wel dat ABC begin jaren tachtig op en top modieus was. Meer materiaal voor Vogue dan voor Muziekkrant OOR, zeg maar. Ze staken zich in zilveren en gouden maatpakken. Bryan Ferry en James Bond stonden centraal in de wereld van ABC. Hun debuutalbum moest zich gaan presenteren als een theaterstuk.

Hoe dan ook, Trevor Horn trad kordaat op. Hij ontsloeg de bassist van ABC en verving hem door Brad Lang – die werd gezien als een kruising tussen Bernard Edwards van Chic en jazzrock enfant-terrible Jaco Pastorius. Daarnaast vroeg hij J.J. Jeczalik voor elektronische ondersteuning op de destijds revolutionaire Fairlight CMI, de peperdure voorloper van de sampler. En hij schakelde Anne Dudley in voor de vioolpartijen. Uiteindelijk dirigeerde zij een dertig man sterk orkest voor de opnames in de Abbey Road Studios. (Als je wilt horen hoe briljant zij was, dan zou je eens de Overture moeten beluisteren op de deluxe-versie van The Lexicon of Love.) Fun fact: Een jaar na de opname van The Lexicon of Love begonnen Jeczalik, Dudley en Horn samen Art Of Noise.

Het ABC-album uit 1982 is indrukwekkend op alle vlakken: de vioolpartijen, het kletterende koper, de tegelijkertijd zoetgevooisde als scherpe stem van zanger/oprichter Martin Fry (hallo Bryan Ferry! hallo Frank Sinatra!), de discobeats, die dwingende bas. Maar vooral dat grootse geluid dat we later nog veel bij Trevor Horn gingen tegenkomen. De sterkste voorbeelden zijn meteen de grootste hits van ABC geworden: Poisoned Arrow en The Look Of Love. Maar op All Of My Heart klinken ABC en Martin Fry op hun smoothst… en op hun theatraalst.

Keuze Jeroen Mirck: Malcolm McLaren – Buffalo Gals (1983)

Het geluid van de toekomst

Trevor Horn is weleens omschreven als de man die de eighties heeft uitgevonden. Die claim is even bizar als toepasselijk, want Horn deed echt dingen die nog nooit eerder waren gedaan en daarmee was hij extreem invloedrijk voor het geluid van de jaren tachtig.

In deze gehoornde battle is terecht veel aandacht voor typische eighties-bands die Horn groot heeft gemaakt. Zelf wil ik graag stilstaan bij Horns sleutelrol bij de popularisering van hiphop. Na een mislukt uitstapje als frontman van rockband Yes stortte Horn zich helemaal op het produceren van muziek. Hij gaf een kapitaal uit aan innovatieve synthesizers en drumcomputers (Roland, Minimoog, Simmons en Fairlight), die hij snel als geen ander beheerste. Zo kon hij werken aan een totaal nieuwe sound. Mede dankzij hem maakte sampling een stormachtige entree in de popmuziek.

De artiest met wie Horn hiphop en samples naar een breder publiek bracht, was Malcolm McLaren. Deze voormalige manager van Sex Pistols brak zelf grandioos door in 1983 met het door Horn geproduceerde album Duck Rock. Die titel was misleidend, want de leadsingle bevatte onversneden hiphop: Buffalo Gals opende veel deuren naar Europa voor rappers uit bakermat Amerika. De iconische samples uit het nummer zijn vaak hergebruikt of nagedaan. Ook de videoclip was belangrijk voor de verbeelding van de hiphopcultuur. Duck Rock bevat trouwens ook Afrikaanse klanken. De single Buffalo Gals was gek en anders, maar Horn voelde feilloos aan dat dit het geluid van de toekomst was. Die neus voor trends maakt hem met recht een boegbeeld van de eighties.

Keuze van Erwin Tijms: Art Of Noise – Moments In Love (1983)

Elektronische tederheid

Bij Trevor Horn denk ik direct aan het grote geluid van zijn hits met Frankie Goes To Hollywood. Bombastische synth-pop. Maar hij is natuurlijk een veelzijdig man. Dat blijkt ook uit zijn betrokkenheid bij Art of Noise, een meer arty formatie.

Met Art Of Noise produceerde hij het prachtige Moments In Love, van zowel de eerste EP als hun debuutalbum Who’s Afraid Of The Art Of Noise? uit 1984. Wie had ooit gedacht dat je met samplers en synths zulke tedere elektronische muziek kon maken? Het is een breekbare ode aan liefde van een zeer creatief denkende formatie. Naar het schijnt bevat het nummer samples van The Andrews Sisters en John Lee Hooker, al vind ik dat lastig te herkennen. Heldin van 2024 Charli XCX heeft het nummer op haar beurt dan weer gesampled op mixtape SUPERULTRA. Zo staat iedereen weer op de schouders van een ander – en geef toe: deze link tussen Charli XCX en John Lee Hooker had u niet aan zien komen.

Trevor Horn was maar relatief kort lid van (The) Art Of Noise. De eerder genoemde Paul Morley vertrok in 1985 met hem uit de band, waarna Anne Dudley, J.J. Jeczalik en Gary Langan gedrieën verder gingen. In die bezetting scoorden ze nog de hitjes Paranoimia en de beroemde Prince-cover Kiss, met Tom Jones als zanger.

Vier jaar nadat het nummer Moments In Love op de EP Into Battle With The Art Of Noise verscheen, werd het ineens een hit. Nou ja, een hit: in maar liefst twee landen stond het nummer in 1987 in de top 20: België en Nederland. Geen idee hoe dat zo kwam, maar het zorgde er mooi wel voor dat het in singleversie enige bekendheid kreeg. Omdat die versie hier dus wel bekend is, trakteer ik u op de lange albumversie, maar dan live uit 2018 en net iets anders dan de originele uit de jaren ‘80. In deze versie geen Trevor Horn of Paul Morley, maar de overgebleven leden na de split in 1985.

Keuze van Quint Kik: Propaganda – The Nine Lives Of Dr. Mabuse (1984)

Het momentum voorbij

Het had heel anders kunnen lopen met deze revolutionaire kruising tussen Kraftwerk en progrock. Propaganda werd in 1984 gelanceerd met het even potsierlijke als geniale Dr. Mabuse. Met een grimmige video van onze eigen Anton Corbijn, zijn eerste proeve van kunnen op audiovisueel gebied. Met een prachtige verwijzing naar regisseur Fritz Lang’s culttrilogie over de aartsschurk Dr. Mabuse.

Het leverde een bescheiden hit op in de UK, maar werd al gauw overschaduwd door het alles overtreffende succes van die andere Trevor Horn-productie op diens Zang Tumb Tuum-label: Frankie Goes To Hollywood. Schrale troost: zangeres Claudia Brücken mocht de binnenhoes van Frankie’s Pleasuredome opleuken met advertenties voor kekke merchandise, zoals het Virginia Woolf-vest.

In Nederland had Propaganda in 1985 een top 5-hit te pakken met het popjuweel Duel (Eye To Eye). Eveneens vergezeld van een nachtmerrieachtige video, maar over het geheel genomen een stuk lichter van toon dan het duistere Mabuse. Een alternatieve mix van Duel – getiteld Jewel figureerde nog in een aflevering van Miami Vice, de serie die te boek stond als smaakmaker op muziekgebied.

Met een ex-lid van Die Krupps aan boord had de band echt wel wat in zijn mars. Het bijbehorende album A Secret Wish bleek echter vooral in Nederland een succes. De onweerstaanbare trits Seks – Oorlog – Religie van labelgenoten FGTH had het momentum voor Propaganda jammerlijk voorbij doen gaan in de rest van Europa. Toch zou de band altijd een van Horns persoonlijke favorieten blijven. Van geen enkel ander nummer zouden zoveel remixen het licht zien als van Dr. Mabuse.

Keuze Wouter Boers: Frankie Goes To Hollywood – Two Tribes (Annihilation Mix) (1984)

Handleiding voor de kernoorlog

Het was 1984, de Koude Oorlog stond volledig op scherp en Frankie Goes To Hollywood bracht Welcome To The Pleasuredome uit, met daarop het theatrale, opzwepende maar ook sinistere Two Tribes. Geproduceerd door Trevor Horn en voorzien van een venijnige videoclip, werd Two Tribes een groot succes. Het nummer had een meedogenloze beat met een bassriff als een machinegeweer en leek gemaakt voor de dansvloer.

Nog interessanter werd het nummer echter in de verschillende remixes, met als hoogtepunt de Annihilation Mix, waarop Horn helemaal los ging. Hij liet de gitaren bijna helemaal weg uit de mix, maar richtte zich op de toch al zo aanwezige baslijn en de beats. Het koude-oorlog-thema van het nummer wordt nog versterkt door de stem van Chris Barrie die, als Ronald Reagan-imitator, een toespraak van Hitler uit 1924 citeert, én door samples uit een Britse overheidscampagne, waarin het volk wordt verteld wat ze moeten doen tijdens een nucleaire aanval:

If any member of the family should die whilst in the shelter,
put them outside, but remember to tag them first for identification purposes

In mijn bescheiden vinylkast staan onder andere het betreffende album, de single en een 12″ van dit nummer, maar uiteindelijk zet ik altijd weer de Annihilation Mix op. Veertig na dato is de Koude Oorlog dan misschien voorbij, maar de thematiek van deze plaat is weer actueler dan ooit. Het adagium blijft: When two tribes go to war, a point is all that you can score.

Keuze Hans Dautzenberg: Godley & Creme – Cry (1985)

Het oog wil ook wat

In 1984 keerde een bevriend stel terug van vakantie in Engeland en rapporteert in onze kringen vol enthousiasme over de rage van oversized T-shirts met raadselachtige teksten in kapitale blokletters die daar heerst. De shirts zijn oorspronkelijk bedacht door modeontwerper Katherine Hamnett als een platform voor politieke boodschappen, passend bij het Thatcher-tijdperk.

In 1984 nemen de shirts een grote vlucht als uithangbord voor band statements. Wham!-helft George Michael verschijnt bijvoorbeeld in een CHOOSE LIFE T-shirt, dat ook door Roger Taylor (Queen) wordt gedragen. Maar het meest bekend wordt de serie shirts met de tekst FRANKIE SAY … . Bedacht door Paul Morley, die met Trevor Horn het ZTT-label heeft opgericht en ook met hem in de band Art Of Noise zit. De creatieve marketing van Morley, die overigens in 1985 trouwde met zangeres Claudia Brücken (Propaganda), draagt flink bij aan de grote successen van ZTT en Frankie Goes To Hollywood.

Onderdeel van die marketing zijn de videoclips van de band. Hiervoor worden oud-10CC leden Kevin Godley en Lol Creme ingehuurd. Hoewel videoclips maken tegen die tijd hun hoofdbezigheid is, maken de heren ook zelf nog muziek. Handig is het om dan Trevor Horn en andere Art Of Noise-maatjes in je adresboekje te hebben. Zij geven Godley & Creme een uiterst modern geluid mee, passend bij de vernieuwende (morphing!) videoclips, die de heren uiteraard zelf regisseren. Later zal Lol Creme ook nog deel uitmaken van Art Of Noise.

Keuze Alex van der Heiden: Grace Jones – The Fashion Show (1985)

Indringende stemmen

Ik heb getwijfeld tussen The Fashion Show en de 12 inch ‘Hot blooded version’ van Slave To The Rhythm van Grace Jones. Die Hot Blooded versie geeft namelijk een mooie samenvatting van het gelijknamige conceptalbum Slave To The Rhythm. Maar gezien de populariteit van deze versie ben ik toch gegaan voor het net zo aanstekelijke The Fashion Show, waarin het Slave To The Rhythm-thema dubbel en dwars terugkomt. Het intro wordt ingesproken door acteur Ian McShane, een goede bekende van Trevor Horn. Ze kwamen elkaar tegen in een restaurant op de dag van opname en Horn vroeg McShane of hij iets te doen had. Ze togen naar de studio en dat mondde uit in de epische openiningszinnen in zowel The Fashion Show als Slave To The Rhythm.

Slave To The Rhythm en waarschijnlijk ook de andere nummers op het conceptalbum waren aanvankelijk bedoeld voor Frankie Goes To Hollywood. Het uptempo nummer dat als demo werd opgenomen door Frankie Goes To Hollywood voldeed niet aan de verwachtingen. Al helemaal niet aan de verwachtingen van platenbaas Chris Blackwell, die de suggestie gaf voor een ander tempo – of voor een overdracht aan Grace Jones. De rest is geschiedenis en daardoor kunnen we genieten van de indringende stemmen van Jones en McShane in The Fashion Show.

Keuze Remco Smith: Seal – Prayer for the Dying (1994)

Mega-goedzittend pak

Voor producers met een echt eigen geluid heb ik een zwak. Dat je aan een track kunt horen wie zich ermee heeft bemoeid. Nile Rogers, Dr. Dre, Gorgio Moroder, de dit jaar veel te jong gestorven Steve Albini. Je hoort een liedje dat je nog nooit eerder hebt gehoord en denkt: volgens mij zit die en die producer erachter … En dat dat klopt.

Trevor Horn hoort daarbij. Het geluid dat hij neerlegt is wat mij betreft heel erg verfijnd, gesoigneerd. Muziek als een mega-goedzittend pak. Niet antraciet maar met een gewaagde kleur, een overduidelijke ruit of streep, een pak voor mannen die durven. Je hoort het meteen bij bijvoorbeeld het fantastische The Lexicon of Love van ABC, Welcome to the Pleasure Dome van Frankie Goes to Hollywood en bij Seal.

Seal was doorgebroken als zanger van Killer van Adamski. Dat was destijds zo’n wereldwijde tophit dat zijn eerste single wel geweldig moest zijn, anders zou Seal altijd die man van Killer blijven, maar niet meer dan dat. Dat is gelukt: ook naar de maatstaven van nu is Crazy nog steeds een hemelbestormende goede track. Toen Seal met een tweede plaat moest komen waren de verwachtingen weer hooggespannen en weer leverde hij met Horn vakwerk af. De tweede plaat klinkt weer als een klok, wat een arrangementen, wat een melodielijnen. Luister maar eens naar Prayer for the Dying.

Keuze Martijn Janssen: Pet Shop Boys – Integral (2006)

Tijdloze bombast

Het werk van een artiest is vaak een reactie. Dat kan zijn op wat er gaande is in de wereld, in de persoonlijke omgeving of gewoon op het eerdere werk. De Pet Shop Boys wilden zo ook een andere kant op na hun best wel organisch klinkende album Release. Dus gingen ze aan de slag om een album te maken dat weer erg electro-pop zou zijn, erg ‘nu’ zou klinken. En om het melodramatische goed te laten uitkomen in de liedjes, vroegen ze of Trevor Horn bij ze wilde terugkeren achter de knoppen.

Ja, een terugkeer van Trevor Horn, want in de jaren tachtig had hij ook al een aantal liedjes voor ze geproduceerd. Tijdens hun ‘imperial period’ (keizerlijke periode), waarin alles wat ze uitbrachten een succes was voor henzelf, het publiek en de critici waren de singles Left To My Own Devices en It’s Alright grote successen.

De liedjes voor het album dat uiteindelijk Fundamental zou gaan heten, zijn ook een reactie op het politieke klimaat van die tijd. Door alle electro-pop en groots georkestreerde liedjes heen is er een scherpe blik op de toestand in de wereld. Afsluiter Integral is daar een goed voorbeeld van. Het geluid is groots, bombastisch en lijkt te zijn gezongen vanuit het perspectief van een haast fascistische dictator die vraagt of iedereen even zijn privacy wil opgeven voor het grotere geheel.
De totale productie is best overweldigend. En dat maakt het ook zo onweerstaanbaar, zoals het hele album ontzettend sterk en catchy is. Alles wordt erbij gehaald om je mee te slepen. De bombast van de jaren tachtig blijkt tijdloos en prima te passen in moderne tijden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.