Nog niet zo lang geleden hadden we bij OL een battle over postpunk. Voer voor discussie: wat kwalificeer je wel en niet als postpunk? Met het verschijnen van OOR’s De 154 Beste Postpunk Albums Aller Tijden konden we die discussie nog eens dunnetjes over doen. Punk ‘zoals het ooit bedoeld was’ kwam binnen het jaar te overlijden. Vrijwel direct splitste de scene zich af in de preciezen van het drie akkoorden-simplisme en de rekkelijken die het alles mag-principe voorstonden. Ja, zelfs flirten met funk, reggae en godbetert: pop. Die laatste stroming heb ik altijd kleurrijker gevonden.

Wel worstel ik een beetje met die wedergeboorte van de laatste twintig jaar. Ik verbaas me over het gemak waarmee de zoveelste postpunksensatie op het schild wordt gehesen. Sinds de postpunk revisted-locomotief in 2001 het station verliet met Interpol als nieuwbakken machinist, sprongen er ontelbare beloftes op de wagonnetjes. Debuutplaten van bands als Bloc Party, Franz Ferdinand en Interpol werden echter zelden geëvenaard (ook niet door hen zelf). Tegelijkertijd prijken er tussen de namen van het eerste uur bands met een imposant oeuvre die nooit de erkenning kregen die ze toekomt.

Ze hadden het in zich om net zo groot te worden als tijdgenoten U2 en Echo & The Bunnymen. Met koud één single op zak, mochten The Chameleons al een Peel-sessie opnemen bij de vermaarde DJ en smaakmaker van de BBC. Midden jaren 80 zouden drie albums het licht zien, die nog altijd naar adem doen happen. Met Sturm und Drang geserveerd door bassist/zanger Mark Burgess, op een bed van het ingenieuze samenspel van gitaristen Dave Fielding en Reg Smithies. Die laatste tekende ook nog voor het opvallende artwork. Onlangs toog ik voor de reünie naar het Paard in Den Haag.

Het hoogtepunt halverwege de show: het epische Soul In Isolation. In zijn oorspronkelijke vorm te vinden op het derde album Strange Times (1986), maar ik prefereer de semi-akoestische versie van comebackpoging Strip (2000). Dat was geen bewuste zet; drummer John Lever was nooit komen opdagen bij de opnamen, waarna de rest van de band besloot het maar zo te laten. Een verstandig besluit, de weltschmerz en de teenage angst winnen alleen maar aan intensiteit. Tijdens het concert reeg Burgess er flarden Buffalo Springfield, de Beatles en de Doors doorheen: goed voor een dosis kippenvel.

Te bedenken dat de band er vijftien jaar voor Strip de brui aan leek te hebben gegeven. Hun onwil om het spelletje van de muziekindustrie mee te spelen en pal te blijven staan voor hun integriteit, begon ze op te breken. Het onverwachte overlijden van een nieuwe, toegewijde manager bleek de genadeklap. Na afloop van de show sprak ik kort met frontman Burgess in de kleedkamer. Met nieuw werk van de Chameleons in aantocht vroeg ik me af of hij niet enigszins meewarig keek naar al die 21ste eeuwse copycats. Integendeel, hij was oprecht dankbaar te fungeren als inspiratiebron. De held!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.