65 jaar geleden verscheen Kom Van Dat Dak Af van Peter Koelewijn. De start van de Nederlandstalige rock- en popmuziek. In al die jaren is veel prachtige Nederlandstalige muziek verschenen. De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes kiezen deze zomer de in hun oren mooiste en meest ondergewaardeerde Nederlandstalige liedjes uit die 65 jaar.
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? Dit Middeleeuwse liefdesversje uit pakweg 1100 leerde ik op de middelbare school en is me altijd bijgebleven. In modern Nederlands staat er dat alle vogels al aan het nestelen zijn, behalve jij en ik. Dus waar wachten we nog op?
Het verlangen uit deze historische tekst is universeel en inspireerde Doe Maar-frontman Henny Vrienten (1948-2022) zo’n negenhonderd jaar later tot een nieuw liefdesliedje. Of beter gezegd: een liedje over liefdesliedjes.
Zo oud als de wereld is het ouwe liedje
Het gaat over liefde of liefdesverdriet
Iedereen zingt het, dus zing ik maar mee
Waar anders over zingen? Ik heb geen idee
Over popmuziek kunnen we heel academisch doen, maar het is uiteindelijk heel simpel. Iedereen kan het, dus iedereen doet het, aldus Vrienten. Alles lijkt op alles, en alles is gedaan. Zoek niet naar iets anders, daar komt het niet op aan. De boodschap: ik vind je lief. Feitelijk zingt Vrienten hier het ultieme liefdesliedje.
Dit ‘oude’ liedje staat op Vrientens tweede soloplaat Mijn hart slaapt nooit (1991), waarmee hij afstand neemt van het werk dat hij met Doe Maar heeft gemaakt. Beschouwende liedjes over ouder worden, onzekerheid en het vaderschap. Zelfrelativerend en met een zwaardere stem. In die context is ‘t Oude liedje een toepasselijke openingstrack. Niet alleen tekstueel, maar ook muzikaal: wat kabbelend begint, verandert na een Beatles-esque brug in een rocksong met krachtige riff. Al reciterend uit Hebban olla vogala verdwijnt het nummer in de fade. Alles zit erin. Het genie van Vrienten samengevat in vier minuten.