Als één band het recht heeft om in de annalen van Ondergewaardeerde Liedjes opgenomen te worden, dan is het wel Depeche Mode. Want dit is een Ondergewaardeerde Band. Met een compleet Ondergewaardeerd Oeuvre. Nou ja, in Nederland dan. Want in zo’n beetje alle andere landen van de wereld mogen de heren van deze band zich koesteren in de grenzeloze admiratie van honderdduizenden fans. Hun live-reputatie is al jaren onaangetast: met gemak vullen ze de grootste stadions.
Geen idee waar het misging in Nederland. Het begon met een paar synthpophitjes in de jaren ’80: People Are People en Just Can’t Get Enough. Pretentieloze dansvloervullers van vier jonge honden, die in 1990 tekenen van volwassenheid begonnen te vertonen met hun grootste hit: Enjoy the Silence. Die ken je vast nog wel, al was het maar vanwege de beroemde clip van Anton Corbijn. En terwijl de rest van de wereld als een blok viel voor de albums Violator (1990) en Songs of Faith and Devotion (1993), bleef het in Nederland stil. Heel stil.
Slechts een handvol Nederlandse fans maakte de transformatie mee van het springerige synthgeluid naar de donkere, gelaagde en soms zelfs beklemmende sound die Depeche Mode sinds de jaren negentig kenmerkt. Hun teksten staan bol van verdriet, eenzaamheid en pijn.
Vanaf 1997 volgden overigens nog vier niet te versmaden albums (Ultra, Exciter, Playing the Angel, Sounds of the Universe) en deze maand verschijnt hun nieuwste: Delta Machine. Hoog tijd voor eerherstel dus!
In deze Battle kun je opnieuw kennismaken met Depeche Mode. Zet je vooroordelen opzij en je gevoeligste muzikale receptoren open. Lees. Luister. En geniet.
Bijdrage Penny Bruijninckx: One Caress (1993)
Duister en hoopvol
Als 14-jarige werd ik in 1984 voorzitter van de Nederlandse fanclub van Depeche Mode. Het fanclubblad typte ik op de Olivetti en mijn vader kopieerde het op kantoor. Met stapels van die blaadjes en posters bemande ik een kraampje op de nationale Popfoto (!) fanclubdag in Ahoy. Die fanclub bestaat niet meer, maar mijn liefde voor Depeche Mode is in al die jaren niet minder geworden. Ik heb geen tour gemist, ben regelmatig naar fan meetings geweest en zelfs op ‘bedevaart’ naar Basildon. Deze devotee staat nu voor de onmogelijke opgave het meest ondergewaardeerde nummer te moeten kiezen van haar helden. Bijna het gehele oeuvre van DM is ondergewaardeerd in Nederland, dus heb ik eerst alle nummers geschrapt die buiten ons land een hit zijn geweest.
Uit het lijstje dat overbleef heb ik One Caress gekozen. Eigenlijk een atypisch Depeche Mode-nummer, met een hoofdrol voor snaren (viool en cello) in plaats van toetsen. Martin Gore schreef het nummer voor het album Songs of Faith and Devotion dat in 1993 uitkwam. De opnames duurden veel langer dan gepland, omdat de drugs- en alcoholverslaving van Gahan escaleerde. Misschien werd het juist daardoor wel het duisterste album van het – toen nog – viertal. Het donkere DM-gevoel druipt aan alle kanten van One Caress af. De eerste noten van de cello kondigen het onheil al aan en de tekst van Gore sleurt je verder mee de afgrond in:
Oh girl, lead me into your darkness
When this world is trying its hardest to leave me unimpressed
I’m shying from the light
I always loved the night
And now you offer me eternal darkness
Toch geven de violen en de fragiele stem van Martin een sprankje hoop. De aanzwellende violen zorgen voor een haast bombastische finale en dan weet je zeker dat het goed gaat komen. Die tegenstelling en de belofte dat er na een zware periode weer licht zal schijnen, maakt het nummer voor mij zo bijzonder.
When you think you’ve tried every road
Every avenue
Take one more look
At what you found old
And in it you’ll find something new
Just one caress
From you and I’m blessed
En gelukkig kwam het ook goed met de Basildon boys. Zonder Alan Wilder, maar met een ‘schone’ Dave Gahan ging de black celebration verder. Nog een paar nachtjes slapen en dan komt het nieuwe album Delta Machine uit. Ik kan niet wachten!
Keuze Ton van Hoof (1986): A Question Of Lust
In 1986 kocht ik Black Celebration van Depeche Mode. Omdat ik A Question Of Time zo’n goeie single vond, maar het vinylsingletje niet kon vinden in de platenzaak. Ik heb nog voor geen cent spijt gehad van de extra uitgegeven guldens om de LP te kopen.
Depeche mode is namelijk op zijn best in de tragere songs, oftewel de wat downtempo songs. Zoals in het hoogtepunt van het album voor mij, en dus mijn bijdrage in deze battle, waar het voor u, lieve lezers, zeer moeilijk zal zijn om te kiezen.
De melancholie in A Question Of Lust, de onderhuidse spanning in de instrumentatie die vastgehouden wordt, en niet tot een onnodige eruptie komt, de sterke zanglijnen van Dave Gahan. Het klopt allemaal, tot de laatste 20 seconden.
Want helaas is de song niet volmaak, aangezien hij eindigt met een fade-out. Een staand slot was fraaier geweest. Ik hoop echter dat dat uw keuze tot ultiem Depeche Mode-liedje niet in de weg zal staan.
Keuze Marèse Peters: Waiting For The Night (1990)
Ik kan het kippenvel van toen nog altijd voelen
Geen drums, geen gitaren. Alleen een gelaagde, hypnotiserend voortkabbelende synthesizersound (die in de verte doet denken aan het intro van Drowned World/Subsitute for Love van Madonna uit 1998) en de stem van zanger Dave Gahan zijn genoeg om je op te tillen en mee te nemen naar een andere, duistere wereld.
I’m waiting for the night to fall
I know that it will save us all
When everything’s dark
Keeps us from the stark reality
Het nummer begint in mineur. Iemand verlangt naar de beschermende en rustgevende duisternis van de nacht. Hoe erg kan zijn leven in het daglicht zijn dat hij naar het donker verlangt? Dan verandert de toonsoort naar majeur: de nacht breekt aan en brengt de zo heftig gewenste verlichting. Er klinkt hoop door. In het holst van de nacht ziet hij de wereld even in een roze gloed.
And when I squinted
The world seemed rose-tinted
And angels appeared to descend
To my surprise
With half-closed eyes
Things looked even better
Than when they were open
Maar de nacht gaat voorbij. Het nummer valt terug in mineur, met een soort woordeloze klaagzang aan het eind.
Ik werd pas echt verliefd op dit nummer toen ik Depeche Mode live zag in 2001, in het Sportpaleis in Antwerpen. Voor die toernee had Anton Corbijn het podiumontwerp gemaakt, inclusief bijbehorende visuals op een groot scherm in de achtergrond. Waiting For The Night deed mijn nekharen rechtovereind staan. De eerste tonen liepen volstrekt synchroon met een druppel die in het water valt – gefilmd zoals alleen Anton Corbijn dat kan. Ik kan het kippenvel van toen nog altijd voelen.
Een filmpje daarvan op Youtube bezorgt je natuurlijk in de verste verte niet datzelfde effect. Maar bekijk het toch maar.
Keuze Edgar Kruize: Higher Love (1993)
Laatste liedje van de CD, maar als openingstrack van een concert kwam het pas écht goed tot zijn recht
Songs Of Faith And Devotion uit 1993 is een album waarvan sommige tracks door de prima singles (I Feel You, Walking In My Shoes, In Your Room en Condemnation) soms een beetje over het hoofd worden gezien. Zoals de machtige afsluiter Higher Love. Met een beetje goede fantasie volgt Songs Of Faith And Devotion tekstueel de innerlijke worsteling op het pad van zonde (opener I Feel You) naar verlossing (Higher Love). Wie Higher Love in dat licht zet, hoort het relaas van een man die zijn leven en lichaam na innerlijke worsteling niet aan een ‘mensch van vleesch ende bloedt’ overgeeft, maar aan een ‘hogere liefde’. Dat voorzien van een prachtig opbouwend en opzwepend muzikaal bed, dat naar mate het nummer vordert muzikale laag op laag stapelt, waardoor Higher Love je hart gaandeweg steeds luider in de keel laat kloppen.
Gezien de thematiek van het album, is het logisch dat Higher Love op het eind staat, maar tijdens de Devotional World Tour in 1993 opende de band de set ermee en dat was tevens het moment dat het nummer pas goed tot volle wasdom kwam. Het mysterieuze intro, de bijna jubelende apotheose, het zette perfect de toon voor een avondje zonde en verlossing. Gek genoeg besloot de band vervolgens de concertregistratie van die tournee in stukken te knippen en de gespeelde liedjes in exact dezelfde volgorde als het originele album op een cd te plaatsen. Songs Of Faith And Devotion Live plaatst showopener Higher Love dus doodleuk weer op het eind van de set. Geen wonder dat het live-album flopte en dat terwijl Depeche Mode frontman Dave Gahan op dat moment alles behalve verlossing gevonden bleek te hebben. Zijn drugsverslaving had hem in 1993/1994 tot op de rand van de afgrond gebracht. Dat doet twee decennia later echter geen seconde af aan de bijna magische kracht van Higher Love, een track die volkomen onterecht een beetje in de vergetelheid geraakt is.
Keuze Rolf Bosboom: Barrel Of A Gun (1997)
Een weergaloos nummer dat me deed beseffen dat ik Depeche Mode te snel had afgeschreven
Het moet ergens in het vroege najaar van 1983 zijn geweest. Op de radio hoorde ik, als puber van zestien, Everything Counts. Het nummer trof me als een bliksemschicht. De nacht erop lag ik er zelfs wakker van, met als gevolg dat ik dat de volgende ochtend hard naar de lokale platenboer fietste om het singletje aan te schaffen.
Een liefde was geboren. En zoals dat gaat met jeugdliefdes: ze blijven je altijd dierbaar en maken je enigszins blind. Geen andere band heeft, zeker na dat concert in De Doelen in Rotterdam (december 1984), zo’n stempel op mijn leven gedrukt als Depeche Mode.
Daarmee bevind ik me in eigen land niet echt in goed gezelschap. Waar de band elders in de wereld een mega-act was – en is – bleef de relatie met Nederland altijd moeizaam. Zo moeizaam, dat Depeche Mode de laatste twintig jaar slechts twee keer binnen onze landsgrenzen optrad.
Hier is vooral het beeld blijven hangen van die slightly gay, met SM flirtende synthipopband uit de jaren tachtig, waarmee voorbij wordt gegaan aan de bewonderenswaardige ontwikkeling die de groep sindsdien heeft doorgemaakt en de onmiskenbare invloed op talloze andere bands, tot op de dag van vandaag. Deze maand verschijnt Delta Machine, het dertiende studioalbum, dat – als de voortekenen ons niet bedriegen – wel eens van de beste zou kunnen zijn sinds Violator (1990).
Het kiezen van één ondergewaardeerd liedje van de hier te lande meest ondergewaardeerde band is voor mij een welhaast onmogelijke opgave. Een duik in het omvangrijke oeuvre levert talrijke parels op, gekoppeld aan evenzoveel herinneringen. Ik stuit op de vele fraaie b-kanten (Remotivate Me, Fly On The Windscreen, Sea Of Sin, But Not Tonight, Dangerous), die veelal beter waren dan de eigenlijke singles. Of de altijd bijzondere instrumentale nummers, die ten onrechte doorgaans werden gezien als albumopvullers. Kaleid, bijvoorbeeld, is nog immer onweerstaanbaar. Maar hét ondergewaardeerde liedje? Het is alsof je moet kiezen tussen je kinderen.
Natuurlijk heb ik wel eens getwijfeld aan mijn passie voor Depeche Mode. Maar mindere concerten en middelmatige albums heb ik steeds met de mantel der liefde bedekt. Behalve toen in 1993, na dat concert in Ahoy. Daar stond een band die na Violator snel bergafwaarts was gegaan, die ten onder leek te gaan aan drugs en onderlinge ruzies, die Nederland vervloekte en op een dood spoor was beland. De obligate toegift beschouwde ik als een definitief afscheid.
Bijna vier jaar later stopte ik Ultra, het nieuwe album, met trillende handen in de cd-speler. Als eerste klonk Barrel Of A Gun, een weergaloos nummer. Gedreven, duivels, onontkoombaar. Het refrein dat zich pas na ruim drie minuten openbaart… De ervaring was vergelijkbaar als destijds met Everything Counts (A vicious appetite/ Visits me each night/ And won’t be satisfied/ Won’t be denied): het trof me diep in het hart en deed me beseffen dat het afscheid in Ahoy even ongepast als voorbarig was geweest.
Natuurlijk werd ook Barrel Of A Gun in Nederland geen hit, ondanks die prachtige videoclip van Anton Corbijn. Dezelfde Corbijn die in 2006 voorafgaand aan het optreden in – wederom – Ahoy op het podium kwam en Depeche Mode als ‘een van de beste bands van deze tijd’ aankondigde. Ik stond in de zaal en knikte instemmend.
[polldaddy poll=6963689]
Depeche Mode en Nederland dat zal nooit een goede combi worden. Ik heb gekozen voor het nummer Insight. Zo mooi nummer en o wat was ik gelukkig dat Martin bij de laatste tour dit nummer in Ahoy zong, krijg er nog kippevel van.
Voor mij is het Fly on the Windscreen. Zoals Rolf Bosboom al zei: een b-kantje dat heel veel beter was dan de a-kant van het singletje. Gelukkig vond Alan Wilder dat ook en voegde hij het (volgens mij eigenhandig) toe aan Black Celebration. Dat het ook door de band een gewaardeerd nummer is, blijkt wel uit het feit dat het zelfs nog in de live-set van de vorige tour zat.
Ik zal DM waarschijnlijk niet gaan zien deze tour. Door hun grote aanhang en dito tour met vooral stadionconcerten, wordt het me te veel een greatest-hits-show. Dan houd ik het liever bij mijn herinneringen aan de oude tours, toen ze nog vaker met een verrassing kwamen.
Laat Delta Machine maar komen, ik geniet wel in mijn eentje van DM. Net zoals ik dat al jaren heb gedaan,