Het zijn vaak vrienden of studiegenoten die samen een bandje beginnen. Iemand kent vervolgens nog wel een bassist of een drummer en zo ontstaat er een drie-, vier- of soms vijfmansformatie. Bij Tim DeLaughter liep dat een beetje uit de hand. Eerst waren er twaalf bandleden en later kwam daar nog een dozijn bij. Tezamen vormden zij The Polyphonic Spree, dat oogt en klinkt als een popkoor tijdens de beatmis op een zondagochtend in de jaren ’70.
The Polyphonic Spree was een reactie op het abrupte eindigen van de vorige band van DeLaughter, het psychedelisch rockende Tripping Daisy. Zijn kompaan Wes Berggren overleed aan een overdosis. Met de Polyphonic Spree lijkt DeLaughter bovenal het leven te willen vieren. Een hippiegezelschap van vrije en blije mensen (terwijl ik dit typ krijg ik vanzelf een beetje jeuk, maar goed, het is hen gegund) dat evenwel door David Bowie werd opgemerkt en door hem werd uitgenodigd om op het Meltdown Festival van 2002 te spelen. Dan doe je toch iets goed.
Het geluid van de band (of poporkest, zo je wilt) is een mix van de invloeden uit de jeugd van Tim DeLaughter: The Beatles, The Association, The 5th Dimension, The Beach Boys en Electric Light Orchestra. Naast de gebruikelijke gitaar, bas en drum hoor je dan ook fluit, trompet, trombone, hoorn, viool, altviool, cello en toetsen. En dus veel zang. Het gezelschap komt enigszins over als een sekte, wat wordt benadrukt door hun kleding. Op albumhoezen staat het gezelschap gekleed in witte of gekleurde pijen, alsof ze uit een klooster zijn weggelopen.
Met hun tweede album, Together We’re Heavy, kwam het eerste echte succes met een nummer 1-positie in de Heatseekers Charts van Billboard. Op die plaat staat (als Section 12) Hold Me Now, dat ook hier in Nederland een klein hitje werd. Het is een op en top vrolijk lied met de blijde boodschap dat ook al heb je het moeilijk, je nooit alleen hoeft te zijn. Er is altijd wel iemand die je even wilt vastpakken, omarmen. Het is een beetje edgy, maar als ik er ondanks de opkomende jeuk al blij van word – let op dat sixties trompetje – moet het jou ook lukken.