Rory Allen Philip Ferreira is een haast nomadische rapper geboren in Chicago, maar gevestigd in, de ene keer Maine, dan Wisconsin, een tijdje in Los Angeles of Oakland, maar dan snel weer naar terug naar Wisconsins grootste stad Milwaukee. Dezelfde wispelturigheid is terug te zien in zijn artiestennamen; misschien brengt hij een album uit als Scallops Hotel, misschien als R.A.P. Ferreira, of misschien laat hij zijn ego helemaal varen en brengt hij een album uit met de andere leden van zijn zelf-opgerichte label Ruby Yacht. In de beginjaren van zijn carrière staat hij vooral bekend als Milo. In 2013 brengt verschijnt van Milo, na enkele mixtapes, een EP die het eerste deel zal vormen van het tweeluik Thing That Happen at Day // Things That Happen at Night. Het eerste nummer op deze EP is Sweet Chin Music (The Fisher King’s Anthem).
De track opent met een vrij straight-forward sample van Bon Iver’s Creature Fear, alhoewel bijna verdronken in tremolo. Niet lang daarna wordt simpele drum-beat geïntroduceerd, die zich al snel ontwikkelt tot een staaltje prachtig gedetailleerde percussie. Het sample wordt na een tijdje meer geabstraheerd en verknipt; de Bon Iveresque melancholische atmosfeer blijft, maar breekt sterker met het origineel en krijgt daardoor een uniek karakter. De precieze bewerking van het sample verandert steeds, waardoor de ‘instrumental’ nooit gaat vervelen. Aan het einde is het sample weer te horen op diezelfde tremolo-doorweekte manier als in het begin; het cirkeltje is weer rond.
Tekstueel staat het nummer vooral in het teken van Milo’s jeugdhelden en idolen, WWE-worstelaars. Verwijzingen naar de sport/entertainment sterren vliegen je om de oren, maar vooral ook laat Milo doorschemeren wat de worstelaars voor hem betekenen. Hij danst nog steeds wanneer hij de muziek van zijn favoriete worstelaar hoort, en hij herinnert zich de teleurstelling van toen een andere persoonlijke favoriet de strijd verloor. Hij vertelt hoe hij een pro-wrestling beweging wilt leren, maar weet dat dat misschien lastig gaat worden; hij is geen Hercules, not even a distant relative. Zo schuwt Milo niet van zijn persoonlijke gebreken blootleggen; hij wil graag een beter persoon zijn en betere sandwiches kunnen maken. Waar anderen zich zorgen maken over street-cred, maakt Milo zich zorgen over Pokémon-moves en de dood. Hij beschrijft kort de discussie met een vriend over betekenis en waarheid, en dat hij deze zelf heeft kunnen vinden in nasi en fruit.
In Hiphop heerst wellicht het idee dat iedereen elkaar altijd moet overtreffen. Verschillende ruzies, juist om deze reden, hebben een groot deel van de hip-hop geschiedenis bepaald. Milo sluit zijn tweede/laatste couplet af met de voor hip-hop on-karakteristieke, maar geruststellende zin I don’t feel the need to be the best thing ever. Ik ben blij voor Milo dat hij die dwang niet voelt, maar moet hem misschien ook een beetje teleur stellen als ik zeg dat Sweet Chin Music een van mijn favoriete hip-hop nummers is. Zeker een van de meest ondergewaardeerde.